H
12
De gevolgen bleven dan ook niet uit: in de
meeste schetsplanrien gaat de bebouwing
massaal de hoogte in. Alleen architect Meier
vindt de aansluiting aan het historische Den
Haag - terecht - zo essentieel dat de gewen
ste bouwmassa bij hem aan de krappe kant
uitkomt, maar dat daardoor de in de rand
voorwaarden aangegeven maximale hoogte
slechts weinig wordt overschreden. Onder
andere dat vinden wij in zijn ontwerp een
zeer belangrijk verschil met de overige ont
werpen. In dit verband leggen wij ook een
relatie met de nog te bouwen uitbreiding van
de Tweede Kamer op de hoek van de Lange
Poten en de Hofstraat. Ook daar achten wij
de bouwhoogte van 37 meter in het huidige
bouwplan niet aanvaardbaar. Over dit bouw
plan moet overigens nog overleg plaatsheb
ben met de gemeente 's-Gravenhage.
Het wederopbouwplan van Dudok voor het
Spuikwartier en de situering van de parle
mentsgebouwen in het Spuikwartier zouden
naar wij menen thans vanuit een geheel an
dere invalshoek moeten worden bekeken: de
huidige situatie is maatgevend. Er zijn reeds
drie Rijkskantoorgebouwen in het Spuikwar
tier gerealiseerd en gepland zijn nog de Mi
nisteries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer (VROM) en
Landbouw en Visserij (LaVi). Het gevaar
voor gebouwen met weinig belevingskwali
teit is reëel, maar de hier overdag werkende
ambtenaren gaan in ieder geval ook de
nieuwe culturele en commerciële functies in
en rond het Spuikwartier gebruiken. Het ge
vaar voor doodtij iin de avond moet nu juist
door de veelheid van functies in de nieuwe
conceptie aan dit bezwaar tegemoetkomen.
Wij geloven dat deze aanpak - mits genuan
ceerd toegepast - zeker kans van slagen
heeft.
i ja»
Het ontwerp van Riehard Meier
Het RO/NDT-complex, annex hotel, komt
er. De uitdaging deze functies uit hun drei
gende isolement te halen ligt er. Er is A
gezegd, B moet erop volgen, waarbij geïnte
greerde oplossingen voor de verkeersdruk,
de parkeersituatie en de bereikbaarheid moe
ten worden meegenomen. Niet voor niets is
de aandacht en het nieuwe elan gericht op de
totale binnenstad, die tot nu toe - in de scha
duw van Scheveningen? - stiefmoederlijk
werd bedeeld. Vrij duidelijk is door het Col
lege gesteld dat de gevoteerde bedragen voor
het plan Ellerman en de Openbare Biblio
theek (en de parkeergarage die aanvankelijk
onder de Hofvijver was gedacht) uitgangs
punt vormen voor de financiële onderbou
wing van de totale operatie dus inclusief fi
nanciële gevolgen van de sloop van het Stad
huis op het Burgemeester de Monchyplein
en de bouw aldaar van woningen. De Ge
meenteraad eist terecht volledig financieel
inzicht.
Het ontwerp van Helmut Jahn
Op pagina 217 van 'Heemschut' bezigt de
redactie de formulering 'dat, onze studie een
visie ontwikkelt op de Haagse cityDe term
'city' willen wij niet hanteren omdat wij aan
dit begrip een andere gevoelswaarde toeken
nen dan aan de door ons gebruikte benaming
'binnenstad'. Wij hopen dat de redactie in
gaat op onze studie, omdat deze niet alleen
van nut is voor Den Haag, maar van toepas
sing is op elke vorm van historisch gebouwd
erfdeel in dorpen, steden en op het platte
land. In feite gaat het om de mens in zijn
vertrouwde omgeving en om de meest fun
damentele waarden die mensen nodig heb
ben om zich in welke ruimte dan ook op hun
gemak te voelen. Op verzoek van de redactie
volgt nu onze beoordeling van de stadhuis
plannen.
BEOORDELING STADHUISPLANNEN
Wij willen als 'Vrienden' graag meedoen in
de discussie over de plannen voor een nieuw
Stadhuis - het is beter om te spreken van een
stadskantoor -, de Openbare Bibliotheek,
winkels en andere voorzieningen in het
Spuikwartier en de eventuele vervanging
van de huidige bebouwing op het Burge
meester de Monchyplein door woningen.
Wij menen dat wij dit ook aan onze taak
verplicht zijn zoals al is gebleken door het
uitbrengen van de studie 'Leven in de Haag
se binnenstad' en andere activiteiten in het
afgelopen jaar. Een grote handicap is daarbij
dat de plannen allesbehalve volledig zijn:
over de kosten is bij het publiek nog niets
bekend en van sommige plannen is met na
me de relatie met hun omgeving nog maar
zeer globaal uitgewerkt. Eigenlijk is het dus
alleen mogelijk om te zeggen welke van de
plannen naar ons idee goed of minder goed
passen ,in de binnenstad en niet of het idee
als zodanig ook moet worden uitgevoerd.
Dat komt neer op het beoordelen van archi
tectuur: een subjectieve zaak waarin wij bo
vendien leken zijn. Wij willen daarom be
trekkelijk veel aandacht besteden aan de cri
teria waarop wij die plannen beoordeeld
zouden willen zien en niet uitsluitend spre
ken over onze keuze.
Twee plannen vallen voor ons af: dat van
Jahn met zijn hoog boven de grond en de
bibliotheek verheven stadskantoor en dat
van Sickle/Samlo SaubotUullien e.a.). Het
plan van Jahn is wel intrigerend van vorm
maar het past niet in de schaal van de bin
nenstad: het overdondert zijn omgéving naar
wij vrezen. Het idee van Sickle/Samlo is
evenmin toegesneden op de binnenstadsmaat
en heeft een te grillige, willekeurige vorm
om ons aan te spreken: de kantoortoren en de
diagonale lijn over het bouwblok heen kun
nen ons niet overtuigen. De drie overige
plannen verdienen nadere behandeling en
daarbij zullen wij de stedebouwkundige aan
dachtspunten van de gemeente en onze eigen
criteria die wij aan Lynch hebben ontleend,
gebruiken.
BOUWHOOGTE
Veel belangstelling gaat uit naar de bouw
hoogte, een gevoelige zaak in de binnenstad
met een Nieuwe Kerk op steenworp afstand
en de zichtlijnen vanuit het gebied rondom
de Hofvijver, die nu al flink zijn aangetast
door het Transitorium en de Ministeries van
Justitie en Binnenlandse Zaken. Het is dui
delijk dat Meier hierbij het meest behoed
zaam te werk gaat en hij overschrijdt de
voorgestelde maximum bouwhoogte van
40 m nauwelijks. Koolhaas doet dat wel,
maar op een genuanceerde manier, met een
onregelmatige reeks van betrekkelijk kleine
torens in verschillende kleuren. Het is verge
leken met Manhattan maar dan wel op klei
nere schaal. De torens van Boot die hij laat
'zweven' zijn forser van afmeting en nog
een stuk hoger dan die van Koolhaas maar
wel met de smalle kant naar het Binnenhof.
Toch doet het eerder denken aan een plan
voor de binnenstad van bijv. Rotterdam.
Elk van de plannen bevat natuurlijk de func
ties die worden gevraagd: bevolkingshal
kantoren voor de ambtenaren, bibliotheek en
commerciële (recreatieve) functies. Het idee
van Meier, om de twee nevenfuncties -
'Hulshoff' en de Openbare Bibliotheek ook
naar buiten toe zichtbaar te maken, spreekt
ons aan, het lijkt bovendien aantrekkelijk
vanuit het criterium van flexibiliteit van
functies en in de onderhandelingen met
'Hulshoff'. Bij Koolhaas zijn de functies
dooreengevlochten in de onderbouw. Boot
neemt een tussenpositie in. Bij de boven
bouw zijn Koolhaas en Boot flexibeler dan
Meier: er kunnen bij hen meer of minder
kantoren worden gebouwd, naar behoefte.
Het ontwerp van Rem Koolhaas, dat unaniem
door de jury werd verkozen