Stadhuisplannen
Haagse binnenstad in
ruimer kader bezien
1
illi
11
L. MOLHUYSEN (VERENIGING VRIENDEN VAN DEN HAAG)
In het novembernummer (no. 11) van 'Heemschut'jaargang 63, pag. 212, 213 en 217,
heeft medewerker J. E. v.d. Wielen onder de titel 'Plan Duivesteijn 'krankzinnig" een
beschouwing gegeven over diens plan een nieuw stadhuis annex Openbare Bibliotheek voor
Den Haag te bouwen in het Spuikwartier. Ondergetekende en co-auteur drs. M. Timmer
man, planoloog, schrijvers van de studie 'Leven in de Haagse binnenstad' die medio oktober
is verschenen, willen desgevraagd gaarne reageren op het stuk van Van der Wielen en
daarbij hun studie betrekken.
Tijdens de op 17 juni 1986 gehouden verga
dering van de Raadscommissie Ruimtelijke
Ordening en Stadsvernieuwing (ROSV)
werd door de fractievertegenwoordigers in
principe en voorlopig in ruime meerderheid
ingestemd met het voorstel van het College
van Burgemeester en Wethouders van
's-Gravenhage de aanvang van de bouw
voor de uitbreiding van het Stadhuis op het
Burgemeester de Monchyplein - plan van
architect Ellerman - op te schorten en een
denkpauze in te lassen. Een denkpauze om
zich te bezinnen pver een nieuwe locatie
voor een nieuw stadhuis in het Spuikwartier
en over de sloop van het oude stadhuis op
het Burgemeester de Monchyplein, om daar
na ter plekke woningen te kunnen bouwen
volgens een plan van de Spaanse architect
Bofill. En tevens om door een vijftal daartoe
uitgenodigde bouwcombinaties/projectont
wikkelaars vóór eind 1986 voor eigen reke
ning en risico met schetsontwerpen voor dit
nieuwe stadhuis te komen. Vervolgens zou
aan de burgerij op uitgebreide schaal gele
genheid worden geboden mee te denken
over deze plannen en het plan van Bofill en
hierop op verschillende manieren te rea
geren.
Het plan van Duivesteijn - de totale concep
tie - is bepaald revolutionair en roept terecht
bij velen grote twijfels op en bij Van der
Wielen de kwalificatie 'krankzinnig'. Een
diepgaande analyse van alle aspecten en ar
gumenten om in het Spuikwartier te bouwen
deed ons tot de conclusie komen dat de 'con
ceptie Duivesteijn' als zodanig beslist niet
zonder meer mag worden verworpen. Ook
wij onderkennen de vele met de stadhuis
bouw verbonden problemen, die tegelijker
tijd structureel moeten worden opgelost. Wij
denken o.a. aan de verkeersproblematiek in
het Spuikwartier, maar dan wel in samen
hang met die van de binnenstad in zijn ge
heel. Voorts moet het nieuwe stadhuis stede
bouwkundig aansluiten aan de nieuwbouw
voor het RO/NDT (het Residentie-Orkest en
Nederlands Dans Theater), aan het hotel
'Central', het nog te bouwen Margetheater,
de zeventiende-eeuwse Nieuwe Kerk en zeer
zeker niet in de laatste plaats aan het histori
sche stadshart.
Het ontwerp van Hans Boot
Van der Wielens gedegen benadering kun
nen wij grotendeels onderschrijven, maar
enkele volgens hem onoplosbare problemen
achten wij wèl oplosbaar. Vooral ten aan
zien van de nieuwe locatie hebben wij waar
schijnlijk een andere visie. Dat er geen spra
ke is van een nieuw stadhuis, maar van een
nieuw stadskantoor ten behoeve van de di
verse gemeentelijke (administratieve) taken,
zijn wij met hem eens. Het oude Stadhuis
aan de Groenmarkt uit de zestiende eeuw
met de beide uitbreidingen van later datum
moet zonder meer de plek blijven waar de
politieke besluitvorming van de Haagse Ge
meenteraad plaatsheeft. Deze functie moet
er blijven omdat in het burgerlijk Den Haag
het locale bestuur hier is ontstaan, naast het
Hof op het Binnenhof. Bepaalde ontwikke
lingen, die niet meer zijn terug te draaien
hebben - denken wij - tot de 'conceptie Dui
vesteijn' geleid zoals de totale sloop van het
oude Spuigebied, de bouw van het te hoge
en schaalvergrotende Transitorium op de
plek van het door brand verwoeste gebouw
voor Kunst en Wetenschappen (K W) aan
de Zwarteweg, de bouw van het nu weer in
te korten Prins Bernhardviaduct en de reali
satie van de zeer hoge Rijkskantoorgebou
wen voor de Ministeries van Justitie en van
Binnenlandse Zaken. 9
Andere besluiten die de conceptie hebben
doen ontstaan zijn: de nieuwe concertzaal
voor het Residentie-Orkest te localiseren aan
het Spui, daarna deze concertzaal te verbin
den met een nieuwe zaal voor het Neder
lands Dans Theater, een nieuw hotel 'Cen
tral' toe te voegen in plaats van het oude
hotel aan de Lange Poten en tenslotte de ge
dachte de vervangende ruimte voor het
HOT-Theater (Haags Ontmoetings Theater)
aan de Oranjebuitensingel in een voormalige
kerk, te bouwen op de plaats aan het Spui,
waar de Achillesgarage kortgeleden is ge
sloopt. In het Bestemmingsplan Spuikwar
tier van 1982 is reeds opgenomen het bou
wen van een nieuwe Openbare Bibliotheek
ter vervanging van de thans zeer verouderde
vestiging aan de Bilderdijkstraat. Tenslotte
is de minder goede ontwikkeling bij het in
genieursbureau Lummus te noemen, waar
door de aanvankelijke behoefte aan het vol
bouwen van de huidige binnenplaats tussen
zijn twee vleugels op de thans beoogde loca
tie van het stadskantoor, wegviel.
BELEVING BINNENSTAD KAN
STERKER WORDEN
De gedachte - die wij onderschrijven - is dat
de cluster van culturele voorzieningen in het
Spuikwartier, te ontwikkelen in een omge
ving die nu een buitengewoon lage bele
vingskwaliteit heeft, verbonden moet wor
den met het historische stadshart ten einde
een wisselwerking tot stand te brengen tus
sen nieuwe kwaliteit en de oude kwaliteit
van het oudste historische deel van Den
Haag. Deze verbinding zou kunnen bewerk
stelligen dat de binnenstad in meer samen
hang gaat functioneren en sterker zal worden
beleefd. Een stadhuis (stadskantoor) aan de
kruising tussen Spui en Grote Marktstraat/
Kalvermarkt, dat dan in plaats van een ver
keersruimte een (rond) verblijfsplein moet
worden, vormt samen met de Openbare Bi
bliotheek, winkels en horecavoorzieningen
een wezenlijke trait d'union tussen het Spui
kwartier met zijn nieuwe culturele functies
en het oude stadshart dat altijd zijn hoge
kwaliteit zal behouden.
Het ontwerp van Saubot-Julien/Webb-Zerafa-
Menkes-Housdon
Een aantal aspecten van het nieuw te bou
wen stadhuis zijn nog niet besproken. De
door de Dienst Stadsontwikkeling/Grondza
ken (SO/GZ) in juni 1986 opgestelde aan
dachtspunten, die eigenlijk randvoorwaar
den zijn, hebben de architecten veel hoofd
brekens bezorgd. Het is waar dat de opgave
'te veel op te weinig grondoppervlakte tegen
een te laag bedrag' tot gevolg had dat de
architecten veel vrijheid is gegeven en dat
deze voorwaarden niet bindend zijn gesteld.