Villaparken in Den Haag hun kielzog een nieuwe middenklasse, die uit het technische en administratieve kader van fabrieken en ondernemingen en uit hogere ambtenaren en beoefenaren van vrije beroepen bestond. Welgestelden bezaten buitenplaatsen, waar zij zich gedurende enkele maanden per jaar terugtrokken. Voor de nieuw ontstane middenklasse was het bezitten van een tweede huis buiten de stad financieel niet mogelijk. Door handige zakenlieden werd op deze situatie ingespeeld. Zij brachten natuurrijke terreinen, gelegen in de buurt van spoor- of tramlijnen, in exploitatie tot villaparken. Zo werd het wel mogelijk voor mensen om 'buiten' te wonen, als de welgestelden, en in de stad te werken; de eerste forenzen. Het samengestelde begrip villa-park had tot doel de suggestie te wekken van een pastoraal landschap, waarin verscholen tussen het groen, verspreid villa's lagen, die elk voor zich een eigen wereld vormden. De aanleg van een villapark moest 'natuurlijk' zijn. Hiervoor waren twee redenen. In de eerste plaats moest het villapark in het landschappelijke karakter van de omgeving passen, en in de tweede plaats moest het de stedeling, die de stad verliet voor 'natuur', deze natuur ook bieden. Het meest voor de hand liggende model voor deze natuurlijk aangelegde villaparken was het Engelse landschapspark. Dit was het enige planologische type dat zijn waarde bewezen had bij grootschalige land schappelijke inrichtingen. In feite werden vele villaparken gesticht op voormalige buitenplaatsen die vaak al in de Engelse landschapsstijl waren aangelegd. In Engeland waar de industriële ontwikkeling zich het eerst voordeed, was de trek naar buiten ook het eerst zichtbaar. Door de ontwikkeling van het spoorwegnet, werd het mogelijk om permanent buiten de stad waar men werkte, te wonen. Zo ontstonden in Engeland de eerste villaparken. Daar zowel de aanleg van de villaparken als de architectuur van de huizen hierin van grote invloed waren op de ontwikkeling van de villaparken en villa's in Nederland, beschrijft De Haan deze Engelse invloed uitvoerig. Over het fenomeen villaparken wordt in Villaparken in Nederland voor het eerst uitgebreid geschreven. Bovendien is dit mooi uitgegeven boek zeer de moeite waard voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van Bloemendaal en haar omgeving, mede gezien de vele illustraties. D. S. v.d. W. Jde Haan; Villaparken in Nederland; Een onderzoek aan de hand van het villapark Duin en Daal te Bloemendaal 1897-1940 Schuyt en Co. c.v. Haarlem 1986; 190 pagina's, 237 zwart-wit afbeeldingen, prijs f45,- 9 DEIRDRE VAN SCHAARDENBURG-VAN DER WOUDEN Het is 75 jaar geleden dat de gemeenteraad van Den Haag op 21 juni 1911 besloot tot het aanleggen van 'Het Klattepark'een villapark. De gemeente bezat zelf de grond hiervoor, welke gelegen was buiten de bebouwde kom van Den Haag, tussen de Pompstationsweg en de Klatteweg. Dit Klattepark was niet het eerste villapark dat in Den Haag ontwikkeld werd. Echter de andere waren door particuliere ondernemingen ontwikkeld, zoals het Van Stolkpark en het villapark Zorgvliet, gelegen aan weerszijden van de Scheveningseweg. Deze drie villaparken waren alle drie aange legd op terreinen die destijds nog ver buiten de bebouwde kom van Den Haag lagen, in het duingebied tussen Den Haag en Scheve- ningen. De duingrond was hier kaal en onbe bouwd, slechts hier en daar waren er kleine aardappelveldjes van Scheveningse vissers. Vandaar dat de prijs voor deze grond waar schijnlijk niet erg hoog was. Hoewel deze villaparken wel op een afstand van de stad lagen, waren ze hier toch niet geïsoleerd van de stad. Aangezien Scheve- ningen als badplaats een steeds drukker be zocht oord werd, nam het verkeer tussen Den Haag en Scheveningen toe en gingen er steeds meer paardentrams rijden. Daar de villaparken dicht bij deze tramlijnen waren gesitueerd, konden de bewoners van de vil laparken zowel Scheveningen als Den Haag gemakkelijk en binnen afzienbare tijd be reiken. De bewoners van villaparken behoorden tot het zeer welvarende deel van de bevolking van Den Haag. Door het opleven van de eco nomie in de loop van de 19de eeuw, kon een grotere groep mensen dan alleen de adel, waaronder vele grootgrondbezitters, over een aanzienlijke hoeveelheid geld beschik ken. Daar vele leden van de adel, de elite, Klattepark; villa hoek Klatteweg/Duinroosweg, detail zijde Duinroosweg. Klattepark; dubbele villa hoek Klatteweg/Violenweg op buitenplaatsen woonden (o.a. aan de Am- stel en aan de Vecht gelegen), werd in na volging hiervan een huis op het platteland een statussymbool voor de welvarende men sen die niet tot de adel behoorden. BUITENPLAATS WERD TE DUUR Het aanschaffen van een buitenplaats kon deze groep mensen zich waarschijnlijk niet permitteren. Bovendien konden zij zich niet al te ver en afgezonderd van een stad vesti gen, waarvan zij voor hun werk, en dus hun inkomen, afhankelijk waren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 9