Stadswapens Westerkerk opnieuw geschilderd 21 een wijk weer leefbaar te maken. Men streeft naar het volledig herstellen van de gevelwand. Een ander punt is de eigen wijze van functio neren: zij restaureert zelf niet maar laat dit over aan de gemeente. Het merendeel van de te restaureren panden heeft de gemeente in het verleden, vaak ten behoeve van sanering aangekocht. Zij restaureert de panden en draagt ze vervolgens tegen kostprijs over aan de NV. De NV houdt zich dan bezig met verhuur en beheer. Aan de basis van deze constructie staat de in 1968 toegekende werkgelegenheidssubsidie van het rijk die aan de gemeente werd uitgekeerd. In 1985 heeft de NV dankzij deze werkme thode een winst van 260.070,- (jaarver slag 1985) gemaakt. STADSHERSTEL GRONINGEN De Stichting Stadsherstel Groningen functi oneert op weer een andere wijze dan de twee voornoemde organisaties. De Stichting werd in 1983 opgericht. Het is de bedoeling dat de stichting 10 a 15 panden per jaar gaat restau reren. Deze voortvarende aanpak is mogelijk doordat de Stichting de door haar aange kochte en gerestaureerde panden niet ver huurt maar verkoopt. Door deze werkwijze komt het kapitaal dat zij investeert in de aan koop en restauratie weer vrij voor nieuwe projecten. Hierdoor wordt het beschikbare kapitaal zo efficiënt mogelijk gebruikt. De gemeente Groningen subsidieert uit het stadsvernieuwingsfonds 60% van de restau ratiekosten van de door de stichting geres taureerde panden. In de begin-periode richt te zij zich voornamelijk op de kleine beeld- bepalende woonhuizen (zie foto). Tegen woordig houdt zij zich ook bezig met de res tauratie van rijksmonumenten, met name de woonhuizen. Het aankoopbeleid is net als de Amsterdam se NV gericht op de gehele binnenstad. Sonds worden panden te koop aangeboden bij de Stichting, maar meestal begeeft zij zich actief op de huizenmarkt. Particulieren restaureren niet of nauwelijks in Groningen. De stichting vormt voor de gemeente een mogelijkheid om deze lacune voor kuituur- historisch waardevolle panden, op te vullen. AANBEVELINGEN Het is duidelijk dat het goed functioneren van de stadsherstelorganisaties afhankelijk is van een aantal factoren. Als eerste kan genoemd worden de houding van de gemeente. De gemeente kan een stadsherstelorganisatie stimuleren in haar werkzaamheden door bijvoorbeeld: - het adviseren over de subsidiemogelijk heden, - zelf restauratiesubsidies beschikbaar te stellen, - aankoop- en restauratiekosten voor te fi nancieren, - toestemming te geven voor het opdelen van kuituur-historisch waardevolle pan den zodat de bruikbaarheid toeneemt en restauratie rendabeler wordt. Daarnaast is de deskundigheid van het Alge meen Bestuur van de stadsherstel-organisa- tie van belang. Deskundigheid niet alleen op kuituur-historisch, bouwkundig en juridisch gebied, maar ook op financieel-economisch gebied. Vooral dit laatste punt verdient de aandacht. Zonder een financieel gezonde or ganisatie kan men niet een optimaal aan koop- en restauratie beleid voeren. Ieder die zich met stadsherstel bezig houdt heeft oog voor het ideële aspect: voorkomen dat door verkrotting en sloop kultuurhisto- risch waardevolle panden verloren gaan. Verliesgevende projecten moeten echter ver effend worden met winstgevende. Laat men de balans naar de rode cijfers doorslaan dan is Nederland weer een stukje deskundigheid en enthousiasme op het gebied van de monu mentenzorg kwijt. Hilda van der lest is studente Sociale Geografie te Groningen Amsterdam - Nu de onderhoudswerk zaamheden aan de Westertoren zijn voltooid en de steiger is verwijderd, zijn de vier opnieuw geschilderde stads wapens op de eerste geleding van de to renbekroning duidelijk zichtbaar. Zo als bekend werd de bouw van de toren in 1638 voltooid. De eerste geleding, voorzien van de wapens met afmetingen van ongeveer 5 bij 3 meter, werd blij kens een jaartalopschrift een jaar eer der opgeleverd. Bij een tijdens het onderhoud uitge voerd kleuronderzoek aan de wapens werden op diverse plaatsen verfresten aangetroffen, welke dateerden uit de late 17de- of 18de eeuw. Op een schilderij van Jan van der Heij den (1637-1712) uit de 17de eeuw is de toren ongeschilderd en blauwgrijs van kleur. De wapens in de nissen van het eerste vierkant zijn, evenals de keizers kroon, geschilderd. Een kopie van dit schilderij bevindt zich in de Wallace Collection te Londen. Op een schilderij van Jan Ekels de Jonge (1759-1793), te bezichtigen in het Amsterdams Histo risch Museum, zijn eveneens gekleurde wapens afgebeeld. Besloten werd de kleuren op dit laatst vermelde schilderij en de aangetroffen verfsporen als uitgangspunt te nemen bij de nieuw te schilderen stadswapens. Ontbrekende gegevens werden afgeleid uit de kleuren van de keizerskroon op de spits, welke na de vorige onderhoudsbeurt 18 jaar geleden, nog redelijk goed bewaard waren. Zodoen de kwam men tot de volgende kleuren: het bekende rode schild met zwarte baan en de drie witte Andreaskruizen op een cartouche van gele oker. De kroon daarboven in goudgeel met rode binnenhoed en (donker)blauwe buiten- hoed. De biezen werden geschilderd in goudgeel en de smaragd-versieringen daarop in groen. De kroon is afgezet met witte parels. Een probleem vormde het vinden uit de huidige verfsoorten van die kleuren welke de toenmalige kleuren benader den. De verf, die minstens 10 jaar houdbaar moet zijn, bestaat uit een acrylaat op siliconenbasis. Het besluit om de stadswapens opnieuw te schilderen werd ingegeven door de verwachting dat de gekleurde wapens het monotone grijs van de natuurstenen torenbekroning doorbreken en de toren als geheel verlevendigen. Dat door de toevoeging van kleuren de architectuur wordt versterkt. Het schilderwerk werd uitgevoerd door de heren M. Balk en E. Veerman van de afdeling Gebou wen van de dienst Openbare Werken. Beide schilders voorzagen ook het haantje en de wijzerplaat van het uur werk van kleuren. Opzichter was de heer A. Vink van dezelfde gemeente-af deling. Het schilderwerk aan de vier stadswa pens werd mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Heemschut. De stichting richtte zich in de begin periode op met name kleine woonhuizen, Zoutstraat 19

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 21