Nieuwe bestemmingen voor Amstelkerk
13
als waardestelling, (een zekere mate van)
controle of het signaleren van ontsporingen.
M.b.t. het laatste meent Brinkman bijvoor
beeld dat monumentenzorg in het Parlement
ter sprake moet kunnen komen. Daarnaast
dient er op rijksniveau een dienst te zijn die
over diepgaande wetenschappelijke en tech
nische kennis beschikt. Tenslotte noemde hij
het M.I.P. (Monumenten Inventarisatie Pro
ject, waarover elders in deze aflevering
meer) als voorbeeld van een samenwer
kingsverband tussen de Rijksdienst en in dit
geval de provincie Overijssel.
Na Brinkman sprak Jhr Ir L.L.M. van Nis
pen tot Sevenaer, als plaatsvervangend
hoofddirecteur van de RDMZ een voorspel
bare pleitbezorger van een Centraal Insti
tuut. Hij kan niet veel anders dan 'analoog
aan 'Melk de Witte Motor', zoals hij schert
ste, verkopen dat Zeist moet'.
Medewerking van de zijde van de Rijks
dienst aan het nieuwe beleid toont zich in het
organiseren van allerlei instructiedagen,
congressen en symposia, waarvan de op
komst enorm is. Als een belangrijke functie
van een Centraal Instituut ziet hij bundeling
en uitwisseling van kennis. Binnen de dienst
wordt de informatie momenteel beter ontslo
ten via het internationaal classificatie sy
steem, UDC. Noodzaak van een centrale in
formatie dienst is echter dat nieuwe informa
tie toe blijft stromen. Een voorname functie
is verder het aanbieden van expertise (des
kundigheid) waarop een beroep kan worden
gedaan, zoals de kunsthistorische afdeling
met speèiaiistèn op verschillende gebieden.
VOORLICHTING
Tenslotte is er de belangrijke functie van
voorlichting op het gebied van radio, tv,
pers en onderwijs maar ook door het geven
van objectieve adviezen m.b.t. vergunnin
gen, subsidieverlening, opstellen van plan
nen, verordeningen enz. Van Nispen ziet de
Rijksdienst met enige weemoed een aantal
taken verliezen; als Centraal Instituut zal het
echter vele functies (kunnen) behouden en
verwerven en is voortbestaan dan ook zeker
gerechtvaardigd.
Tenslotte sprak Dr Nico Netissen van de Ka
tholieke Universiteit Nijmegen. Onder zijn
leiding vindt het onderzoek in opdracht van
RDMZ plaats. In vogelvlucht vertelde hij
wat zich sedert Brinkman's Nota heeft ont
wikkeld en de grote gevolgen die deze heeft.
De taak van de RDMZ binnen het nieuwe
bestel hangt enerzijds af van de nieuwe be
voegdhedenverdeling, anderzijds van de
wensen van de verschillende doelgroepen.
ONDERZOEK
De taken, die vanuit de 'workshops' aan de
Rijksdienst werden toegespeeld noemden we
al: voorlichten, adviseren, stimuleren en
meedenken. De workshops voegden daar de
onderzoekstaak aan toe maar die moet niet
exclusief een RDMZ-taak zijn.
Universiteiten en hogescholen zouden meer
bij het onderzoek van de Rijksdienst betrok
ken moeten worden.
De RDMZ is tenslotte ook het centrum dat
coördinerend moet optreden en de regelge
ving op de verschillende beleidsvelden op
elkaar afstemt, zoals het ontwikkelen van
één systeem voor de financiering.
Vrees werd vooral door de kleine gemeenten
geuit met betrekking tot de grote monumenT
ten. Deze zouden als nationale monumenten
van rijkswege gesubsidieerd moeten blijven,
terwijl de onderhoudsregeling verbreed en
uitgebreid moet worden. Vrees was er ook
voor verlies van de provinciale subsidies en
de invloed van allerlei andere belangen dan
monumentenzorg bij de besluitvorming op
gemeentelijk niveau. Er zal daarom van
rijkswege enigermate van controle uitgeoe
fend moeten worden op die besluitvorming.
Er werd tenslotte nog geopperd dat particu
liere verenigingen en instellingen direct ge
subsidieerd zouden moeten worden.
Dit was maar een greep uit de vele ideeën en
voorstellen. Het belang van een Centraal In
stituut met centrale voorzieningen voor de
monumentenzorg werd zonder reserve bena
drukt. Hoe dit instituut eruit zal zien wordt
mede bepaald door de uitslag van het onder
zoek van Nelissen.
Begin november is de Amstelkerk in
Amsterdam eigendom geworden van de
Amsterdamse Maatschappij tot
Stadsherstel N.V.
Deze houten kerk is in 1669 gebouwd
op een hoek van het Amstelveld in
afwachting van een stenen opvolger, die
er nooit is gekomen. Eeuwenlang heeft
zij haar functie vervuld als wijkkerk van
de Nederlands Hervormde Gemeente.
Sinds 1970 vonden in dit 'noodgebouw'
de diensten plaats van de Amsterdamse
Studentenekklesia o.l.v. Huub
Oosterhuis.
Omdat de bouwkundige toestand van
het gebouw snel achteruit ging en de
kerkdiensten slechts schaars'werden
bezocht, besloot de Hervormde
Gemeente het gebouw af te stoten. Voor
het symbolische bedrag van 1is
Stadsherstel nu eigenaresse van het
gebouw. Het ligt in de bedoeling om zo
spoedig mogelijk met de restauratie te
beginnen.
Voorafgaande aan de overdracht vonden
reeds talrijke besprekingen plaats met de
Rijks- en Gemeentelijke Dienst voor de
Monumentenzorg betreffende subsidie
en bestemming. Over beide is nu
overeenstemming bereikt. De
restauratiekosten voor het herstel van
het casco, die ongeveer 4 miljoen
gulden bedragen, zullen voor zover ze
subsidiabel zijn voor 90% door de
overheid worden gedekt. De kosten van
de inbouw worden uiteraard niet
gesubsidieerd.
Het ligt in de bedoeling om het kantoor
iliut:
van Stadsherstel, dat nu gehuisvest is in
een pand op de hoek van de
Keizersgracht en de Leidsegracht, na
restauratie hierin onder te brengen.
Plannen van het architektenbureau
Prins hebben geleid tot een
verdiepingsvloer in de kerk rondom de
middenbeuk, waar het kantoor van
Stadsherstel zal worden ondergebracht.
Er wordt overwogen om op de begane
grond aan de Prinsengrachtzijde een
restaurant te vestigen. De lichtbeuk die
geheel open zal blijven, kan voor kleine
tentoonstellingen, vergaderingen of
concerten gebruikt worden. Indien de
restauratie volgens wens verloopt,
kunnen de deuren van de Amstelkerk in
de herfst van 1988 weer open. Wederom
zal dan een leegstaand kerkgebouw door
herbestemming een nuttige functie
kunnen vervullen in het binnenstads-
gebeuren. Evenals bijv. de Vondelkerk
en de Oosterkerk kan alleen door
hergebruik een dreigende sloop
voorkomen worden. Dit unieke 17e
eeuwse noodgebouw kan, ondanks het
feit dat het uit hout is vervaardigd,
hopelijk na restauratie weer eeuwen
trotseren.
De kosterswoning aan het Amstelveld in
de beide woningen aan de Reguliers-
grachtzijde zullen eveneens in de
restauratie worden betrokken. Hier
zullen in totaal vijf woningen worden
gesitueerd.