Belang van centraal instituut als Rijks dienst onomstreden 12 UIT STUDIEDAG RAAD VAN EUROPESE GEMEENTEN BLIJKT: ANNEMARIE TEN CATE De Rijksdienst voor de Monumentenzorg dient als centraal instituut gehandhaafd te worden. Zij behoort een stimulerendeadviserende en voorlichtende rol te spelen en moet zich daarbij voortaan onthouden van betutteling. Zij kan heel goed als vraagbaak en 'meedenk- bank' fungeren. De rol van informatie- en documentatiecentrum past haar uitstekend. Een conclusie, die duidelijk naar voren kwam uit de 'workshops' op de in november in Slot Zeist gehouden studiedag van de Raad der Europese Gemeenten en regio's i.s.m. de Rijks dienst voor de Monumentenzorg. De belangstelling voor deze studiedag was overweldigend. De organisatie was zelfs ge noodzaakt het aantal deelnemers óver twee dagen te spreiden. Wederom een teken dat er een absoluut steigende lijn is te bespeuren in de waardering van ons bouwkundig en ste delijk erfgoed. Centraal op deze themadag was de vraag: Wat wordt de taak van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) en welke dienstverlening kari men in de toekomst ver wachten nu hét decentralisatiebeleid op gang is gekomen. In opdracht van de RDMZ wordt er momen teel een onderzoek: verricht naar de wense lijkheid c.q. noodzakelijkheid van centrale voorzieningen. De eerste fase van dit onder zoek bestond uit 35 diepte-interviews met diverse instellingen en organisaties (waaron der de Bond Heemschut). De doelstelling van deze studiedag was nu ook anderen in de gelegenheid te stellen meningen en stand punten hieromtrent te formuleren en wensen kenbaar te maken. Aan alle deelnemers werd verzocht een viertal vragen schriftelijk te be antwoorden. Het resultaat van de interviews en deze studiedagen zullen komend vootjaar gepubliceerd worden en daaruit zal dan moe ten blijken welke taken er aan een Centraal Instituut voor de Monumentenzorg zullen worden toebedeeld en welke dienstverlening men kan en mag verwachten. DECENTRALISATIE GEWENST De ochtend werd gevuld met toespraken die een basis vormden voor de 'workshops' die 's middags plaats .vonden. De openingswoorden waren van Mr P. Ros- cam Abbing, voorzitter van de Raad der Eu ropese Gemeenten en burgemeester van Rijswijk. Hij memoreerde het feit dat in 1985 het Comité van Ministers van de Raad van Europa de tekst van de 'Europese Con ventie inzake de bescherming van het archi tectonisch erfgoed' heeft vastgelegd en ter ondertekening heeft voorgelegd; de bekrach tiging heeft echter nog niet plaats gevonden. De Raad is zeer betrokken bij de Monumen tenzorg en staat zeer positief tegenover de centralisatie, ondermeer omdat de lokale be volking op deze wijze veel nauwer betrok ken en meer bewust wordt van de verant woordelijkheid ten opzichte van ons histo risch en cultureel verleden. Na de openingswoorden sprak de Minister van WVC, mr drs L.C. Brinkman. Naar zijn mening bleef de rijksoverheid in de decen tralisatie-discussie wat onderbelicht. Ver simpeld stelden de lagere overheden zich op het standpunt: 'geef ons alle bevoegdheden en al het geld en wij regelen de zaak'aldus Brinkman. Toch moet de Rijksoverheid pri mair verantwoordelijk blijven, zij het op een afstandelijker manier, en deze dient via wet telijk geregelde bevoegdheden vastgelegd te worden. Met andere woorden: het zwaarte punt van de uitvoerende regelingen ver schuift naar de gemeenten c.q. provincies, maar de Rijksdienst moet taken behouden Mede dankzij de inspanningen van de Rijksdienst kwam in 1985 de restauratie van de Abdijkerk in Rolduc (Limburg) gereed.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 12