241 De Gentse poort na de brand van 1468. Beroemde bouw meesters als Matthijs en Laureyns Kelder mans hebben aan de bouw meegewerkt. In de ramen van de basiliek - de verheffing van de kerk tot basiliek geschiedde in 1935 - is de geschiedenis van toren en kerk weer gegeven. De eerste torenbrand wordt geda teerd 1469, de tweede in 1562; in 1663 is sprake van een kerk- en torenbrand. In 1876 brandt de toren voor de vierde maal uit. Er komt dan een nieuwe spits op. Het kon weinig anders of bouwmeester P. J. H. Cuypers is van de partij om een ranke spits Het monument van de Vos Reinaerde te ontwerpen. Die overigens lijkt op veel torenspitsen, zoals bijvoorbeeld die van de Delftse Nieuwe Kerk - ook een spits van Cuypers, ontstaan in samenwerking met Gugel. In 1944 werd de spits te Hulst door granaatvuur verwoest. KROON VAN BETON In de na-oorlogse jaren werden tal van be faamde torens van een nieuwe bekroning voorzien, zoals de herbouwde toren van de St. Christoffel te Roermond. Een nieuwe kroon kwam ook op de St. Martinus te Weert. Die op de toren van Hulst kwam in 1958 gereed: een van modem materiaal - beton! Een schepping van architect J. Brouwer. De Hulstenaren waren er bepaald niet over te spreken - wat zij nu te zien kregen week sterk af van het traditionele torenbeeld. Men kan de nieuwe kroon, nu met het patina van drie decennia, het best vergelijken met een bloem met omhoogstekende helmdraden en daarboven uitrijzende een stamper. Hoe dan ook - het is een boeiende architectonische oplossing, die èn aan de toren èn aan Hulst een volstrekt eigen karakter verleent. De kerk kwam na de verovering door het Staatse leger in 1645 in handen van de her vormden. In de Franse tijd moesten her vormden en rooms-katholieken het gebouw delen. Daartoe werd een muur gemetseld die het schip van de rest van de kerk af scheidde. De muur was voorzien van een spouw waarin turf werd gestapeld: in die tijd de probate remedie tegen geluidshinder, die o.a. ook werd toegepast bij het timme- ren van kamers in het Stadhuis op de Dam te Amsterdam toen koning Lodewijk er ging wonen. De simultaankerk te Hulst met de protes tantse diensten in het schip heeft tot 1929 bestaan. Daarna kochten de katholieken de kerk. Met het geld stichtte de hervormde gemeente een eigen gebouw. In 1931 begon een restauratie van de Willibrorduskerk on der leiding van een telg van het geslacht Cuypers, ir. J.Th.J. Cuypers. Torentje van het Refugium van de monniken van Ter Duinen. In de Steenstraat beschikt Hulst over een eigen streekmuseum, De Vier Ambachten genaamd. Het gebouw met een laat-gothi- sche traptoren was wellicht eens het Gra vensteen, de gevangenis van de vertegen woordiger van de Vlaamse graven in Hulst. De monniken van Ter Duinen, een Cister- ciënser klooster te Veume - hebben het ge bouw in 1547 gekocht als Refugium. Hun uithof in Zande (het tegenwoordige Kloos- terzande ten noorden van Hulst) was bij de godsdiensttroebelen verwoest. In 1645 kwam het huis aan de Prins. Op de bovenverdieping is een maquette te zien van de vesting met kaarten die tonen hoe in de eerste helft van de 17e eeuw een groot deel van Oostelijk Zeeuws Vlaande ren onder water was gezet. Bij de inpolde ringen die na de verovering van 1645 volg den was o.a. de staatsmandichter Jacob Cats actief. (Het streekmuseum is van mei tot augustus dagelijks behalve op zondagen open van 14 tot 17 uur) J.T.B.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 27