Gebeeldhouwde engel op een familiegraf. Op deze katholieke begraafplaats valt een rijke op christelijke tradities gebaseerde symbolentaal op. Sinds 1812 bestond de verplichting nieuwe begraafplaatsen buiten de bebouwde kom aan te leggen. In het gemeentearchief van Horst bevindt zich een brief van de 'gedele geerde districtcommissaris' te Roermond van 14 mei 1846 waarin deze erop wijst dat Gedeputeerde Staten van Limburg pas hun goedkeuring kunnen hechten aan het besluit van de gemeente Horst tot inrichting van een nieuwe begraafplaats als bekend is 'of dat stuk grond op den bij artikel 2 van het de creet van 23 Prairial jaar XII (12 juni 1812, G.V.) gevorderden afstand van vijf en dertig Nederlandsche ellen van de tot de kom des dorps behoorende huizen verwijderd ligt.l0) Geheel in strijd met de realiteit heeft de ge meente geantwoord dat dit het geval was. Het terrein van 3300 vierkante meter lag hoe je het ook bekijkt binnen de bebouwde kom en niet 'hij het dorp te Horst'zoals B W invullen op de Staat van vragen en antwoor den betreffende begraafplaatsen na invoe ring van de begrafeniswet van 1869. Hooguit werd een bepaalde afstandvijftig meter, tot bestaande bebouwing in acht ge nomen. Daardoor kon niet op het gehele ter rein worden begraven. Aan één zijde lag een grote tuin en de achterzijde was onbebouwd sinds de afbraak van de oude pastorie. In Horst loopt men graag even het kerkhof op en dat kan tot de dag van vandaag, want het huidige, in de jaren vijftig in gebruik geno men kerkhof aan de Deken Creemersstraat, ligt ook binnen de bebouwde kom op vijf minuten lopen van de kerk. Op het overzicht van de begraafplaatsen van 1880 staat de 'aanmerking' dat de afstand van minstens vijftig meter van 'elke bebouw de kom' niet gold voor een begraafplaats die bij invoering van de wet van 1869 al be stond!12' Zo bleek het verlangen naar een dodenakker dicht bij de bevolking groter dan de angst voor hygiënisch gevaar. Tot de komst van waterleiding na de oorlog zouden de bewuste terreinen onbebouwd blijven! In het genoemde verslag over het jaar 1851 staan nog enkele interessante bijzonderhe den. Het grote vierkant van de gemeentelijke begraafplaats was bestemd voor de rooms- katholieken en de 'aangelegen strook achter de tuin-der Juffrouwen Rouffs (later Kloos tertuin, G.V.) voor de overige gezindhe den'. In Horst werd dat de ongewijde aarde genoemd. Verleden jaar werd van deze be graafplaats een toegangsweg voor de intus sen op de genoemde tuin verrezen winkel panden gemaakt. De begraafplaats was om geven door een beukenhaag van twee meter hoogte die voor een gedeelte nog aanwezig is. Aan een zijde staat een muur. Er stond ook een lijkenhuis uit 1874 dat zeer onlangs werd gesloopt.13' Over de gemeentelijke bemoeienis bij het begraven staat in het verslag van 1851 het volgende. 'Voor elke begraving wordt door den veldwachter de plaats en de diepte der graven aangewezen, terwijl door den ambte naar van den burgerlijken stand op de nale ving der bepalingen van het burgerlijk wet boek betrekkelijk het nodige tijdsverloop tussen het overlijden en het begraven wordt gewaakt.'14' In 1905 heeft het gemeentebe stuur de begraafplaats kosteloos overgedra gen aan het kerkbestuur. '5' Tachtig jaar later droeg de kerk het intussen gesloten kerkhof voor 64.000 weer over aan de oorspronke lijke eigenaar. EEN KERKHOF REDDEN? Wie de haveloze poort van het oude kerkhof aan de Kloosterstraat thans binnengaat, ziet voor zich een hoog wit oorlogsmonument aan het einde van het pad. De gebruikte ma terialen zijn afkomstig van de in de oorlog verwoeste kerk en huizen. Het is een open kapel met aan twee wanden de namen van de omgekomen Horstenaren. Op het kerkhof ligt ook een bijna onvindbaar massagraf van bij de bombardementen van oktober 1944 gedode slachtoffers. Het kerkhof staat vol monumentjes en ligt er verwaarloosd bij. Tot voor enkele jaren vond in oktober nog elk jaar een grote op knapbeurt plaats en lagen op Allerheiligen veel graven vol bloemen. Dat laatste gebeurt nog, maar het onderhoud blijft achterwege tot nadere beslissingen over de toekomst zijn genomen. Je ziet nog een aantal houten en gietijzeren kruisen, want alleen de bemid delden konden een duur grafmonument beta len. Dat zal ook de reden zijn dat de oudste bewaard gebleven zerk uit 1869 dateert.16' Wel vallen verschillende grote monumenten uit de jaren zeventig en tachtig op. Langs het middenpad liggen grote familiegraven en binnen een perkje in het pad enkele zerken van overleden priesters. Soms staat het be roep vermeld. Zo was C. Ruimschotel in le ven stationschef in America. Hij werd be graven op het intussen geruimde gedeelte voor 'andere gezindheden'. Op de grote tombe van J. A. van den Bergh staat niet alleen dat hij notaris was, maar ook nog Pre sident van de Koninklijke Harmonie van Horst. Het was voor hem een grote eer ge weest voorzitter te mogen zijn van het waar schijnlijk oudste nog bestaande harmoniege zelschap van Nederland. Op het graf van de op 23-jarige leeftijd overleden Philip Esser staat een gebroken zuil. Hij reed zich op 1 september 1924 na een weddenschap met zijn motorfiets dood. In feite is zo'n oud kerkhof een onmisbare schakel in de locale historie. Bij levensbe schrijvingen staat dikwijls behalve het por tret ook een foto van het graf van de betref fende persoon. Los van elke niet-locale waardering zou de plaatselijke bevolking uit eerbied voor haar overledenen en haar verle den iets over moeten hebben voor de in standhouding van haar oude begraafplaat sen. Het gaat om meer dan de schoonheid van een kerkhof. Laat Monumentenzorg nu alvast beginnen met alle belangrijke, nog niet beschermde, oude begraafplaatsen op een voorlopige lijst te zetten. Een financiële regeling, maar ook uitwisseling van ervaring bij restauratie en onderhoud zijn verder noodzakelijk. Het in zicht dat oude begraafcultuur voor altijd ver loren dreigt te gaan, maant tot grote spoed. In situaties zoals in Horst is een snelle rege ling noodzakelijk. Verder zal de Horster ge meenschap ervoor moeten zorgen dat de bij een deel van de toeristen aanwezige belang stelling op cultureel gebied gehonoreerd wordt. Een deel van de opbrengst van de toeristenbelasting zou aan de instandhouding van het kerkhof goed zijn besteed. In een brochure zou men de belangstellenden weg wijs kunnen maken in de materiële herinne ringen aan de begraafcultuur in Horst. G. F. Verheijen is secretaris van de Lim burgse Geschied- en Oudheidkundig Ge nootschap, kring Horst en lid van de ge meentelijke monumentencommissie 10. GAH nummer 2204 11GAH nummer 2202 12. GAH nummer 2202 13. GAH nummer 486 14. GAH nummer 464 15. GAH nummer 2205 en Th. J. van Rensch, In ventaris der archieven van de parochie Sint Lambertus te Horst, nummer 467. 16. J. van Hegelsom, Inventarisatie van de graven op het kerkhof aan de Kloosterstraat te Horst, 1985, grafnummer 175. Dit betreft de grafzerk van J. H. Graus, pastoor te Horst, overleden 1836, dit is vóór de opening van de begraaf plaats. Het betreft hier waarschijnlijk geen her begraving. Na ruiming van het kerkhof om de kerk, kregen een aantal oude grafzerken een plaats op het nieuwe kerkhof.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 14