227 BEGRAVEN IN HORST VÓÓR 1847 De oudste herinneringen aan begraafcultuur in Horst zijn te zien in een vitrine van de Oudheidkamer. In de zevende eeuw vóór Christus vond te Horst-Hegelsom een cre matie plaats. Ze betrof waarschijnlijk een belangrijk persoon, want deze kreeg een toen zeer kostbaar ijzeren zwaard mee. De gerestaureerde urn met dekselschaal en zwaard zijn de zichtbare overblijfsels van een graftype dat wel wordt aangeduid met de benaming vorxtengraf4' Bij zijn opgravingen na de oorlog in de ver woeste kerk heeft de bekende archeoloog en latere hoogleraar Dr. J. G. N. Renaud gra ven ontdekt onder en tussen de fundamenten van een oersteenkerkje uit de elfde eeuw. De ouderdom en herkomst van de begravenen zijn niet bekend. In Horst werd al sedert de middeleeuwen rondom de kerk begraven. Uit een stuk in het kerkarchief blijkt een uit breiding van het kerkhof in 1434.5) In latere eeuwen bleken in de kerk geen begravingen op grote schaal te hebben plaatsgevonden. De wierookgeur in de Horster kerk zal dan ook enkel gediend hebben om de gelovigen in een verheven sfeer te brengen en zeker niet bedoeld zijn geweest om de stank te verdrijven, veroorzaakt door het begraven in de kerk.6) In een zijportaal van de naoor logse kerk van architect Alphons Boosten staat een hardstenen zerk, die vroeger op een graf in de kerk lag, met een levensgrote voorstelling van een ridder in harnas met zijn vrouw en hun kwartierwapens. Onder aan staat, vrij vertaald: 'Op 3 juli 1569 stierf Johan van Wittenhorst en zijn echtgenote Jo- sina van Weess stierf op 27 november 15.72' Johan I van Wittenhorst was Heer van de Heerlijkheid Horst en een belangrijk Gelders edelman. Thans onbereikbaar onder de vloer van de kerk bevindt zich de grafkelder van de fami lie Wittenhorst die bij een verbouwing van de kerk in 1924 werd geopend. Het bleek Het centrum van Horst waarop staan aangegeven de begraafplaatsen aan de Kloosterstraat en Deken Creemersstraat. 'een eenvoudig kelderruim van 2.50 meter lengte en 1.85 m breedte en 2.30 m hoogte, overspannen met een gewoon tongewelf.' Hierin lagen de stoffelijke resten van de laatste kasteelbewoners van de familie Wit tenhorst.7' In de Oudheidkamer hangen naast hun portretten de rouwborden die in de Fran- Graftombe van J. A. van den Bergh Kerkhofmonument ter gedachtenis 1940-1945 als (1847-1900). open kapel aan de Kloosterstraat op het tweede kerkhof van Horst. se tijd als herinneringen aan het Ancien Ré gime uit de kerk moesten verdwijnen. Ze bleven gelukkig behouden en werden on langs gerestaureerd door Sef Coppus. In het atrium, een uniek rustpunt in het drukke (winkel-)centrum, ligt een grafzerk, die eveneens uit de kerk afkomstig is, ter nage dachtenis aan schepen Loef van der Kloot (overleden 28 maart 1602), zijn echtgenote en kinderen. In de ommegang van het atrium staan nog een aantal zeventiende eeuwse grafkruisen mede als herinnering aan het eerste kerkhof dat rondom de kerk lag. Op dit in de vorige eeuw geruimde kerkhof stond een zestiendeeuwse beeldengroep van onvervangbare cultuurhistorische waarde. De groep komt onder verschillende bena mingen voor: Kruisberg, Calvarieberg, Wa penen van de Passie (in het latijn Arma Pas- sionis) en tegenwoordig: Gregoriusmis. De ze groep bestaat uit vier delen: een reliëf voorstellende een zogenaamde Gregorius mis, een zuil met passietekens bekroond door een haan, een beeld van Christus van de Koude Steen en tenslotte een groot kruis. Waar de groep vóór 1890 precies op het kerkhof heeft gestaan is niet meer te achter halen. In 1662 overleed in Horst een Utrech tenaar, Cornelis genaamd, die achter de Ar ma Passionis werd begraven en in 1665 vond secretaris De Haen vóór dit monument zijn laatste rustplaats. Hieruit blijkt dat dit een markante grafaanduiding was.8' Tussen 1890 en 1925 stond de Gregoriusmis buiten tussen twee steunberen opgesteld, daarna is de groep blijvend in de kerk ge plaatst. Na de oorlog werd deze voor Neder land als ensemble unieke groep onder het puin vandaan gehaald en gered door de priester-leraar en later deken van Gronsveld P. Hoogers. 1847: NIEUWE BEGRAAFPLAATS Burgemeester en Wethouders van de ge meente Horst schrijven in hun verslag over het jaar 1851 dat het kerkhof om de kerk in 1846 wegens gebrek aan plaatsen werd ge sloten en een nieuwe begraafplaats werd ge opend in de nabijheid van de kerk.9'. 4. J. H. F. Bloemers en W. J. H. Willems. 'Ar cheologische kroniek van Limburg over de jaren 1977-1979', Publications de la Societé Histori- que et Archéologique dans Ie Limbourg 1980- 1981 bladzij 37-39. 5. Th. J. van Rensch, Inventaris der Archieven van de parochie Sint Lambertus te Horst, nummer 465. 6. Zie: Alain Corbin, Pestdamp en bloesemgeur, een geschiedenis van de reuk, Nijmegen 1986; De dood verbloemen?, Amsterdam 1982. 7. J. A. L. van Soest en M. J. J. Janssen, 'De grafkelder der Wittenhorsten op het koor der Horster Kerk', Limburgs Jaarboek 1925 bladzij 136-149. 8. J. Janssen, 'De Kruisberg en de Missa Bolsena te Horst', Limburgs Jaarboek 1910 bladzij 111- 115. ('Missa Bolsena' bleek naderhand een on juiste benaming voor 'Missa Gregorii', G.V.). 9. Inventaris van de archieven der gemeente Horst 1579-1939 door W. van Mulken (verder afgekort GAH), nummer 464.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 13