Kan
Monumentenzorg
het 140 jaar oude
kerkhof te Horst (L)
redden?
226
OUDE KERKHOVEN ZIJN BESCHERMEN WAARD
G. F. VERHEYEN
De recreatiecentra Loohorst en Meerdal hebben de uitgestrekte gemeente Horst landelijke
bekendheid gegeven. De bezoekers vinden daar nog rust in de bossen aan de Schadijk en
rond de kasteelruïne Ter Horst. Op cultureel gebied nodigen de Oudheidkamerde Sint-
Lambertuskerk met schatkamer en het Koperslagersmuseum tot een bezoek. In het sinds kort
fraai gerenoveerde centrum van Horst zijn de toeristen graag geziene gasten.
De oude dorpskern is in de oorlog zwaar geschonden. Veel oude panden werden helaas niet
herbouwd, zo ook niet de gotische hallenkerk. Opgravingen na de oorlog brachten resten
van een oersteenkerkje uit de elfde eeuw aan het licht.11 Onder de fundamenten hiervan vond
men graven. Een groot deel van de rijke kerkinventaris was tijdig in veiligheid gebracht.
Hiertoe behoren onder andere houten beelden van de Roermondse beeldsnijder Meester van
Elsloo en een hardstenen kerkhofmonument uit de zestiende eeuw.2' In de hervormingstijd
heeft Horst geen beeldenstorm meegemaakt. In 1985 werd een belangrijk gedeelte van de
inventaris van de Sint Lambertuskerk op de lijst van de door de Wet tot behoud van Cultuur
bezit beschermde verzamelingen geplaatst. Het zojuist genoemde kerkhofmonument staat op
die lijst, maar er zijn in Horst nog meer materiële herinneringen aan vroegere begraafcul-
tuur ten plattelandeDaartoe behoort onder andere het kerkhof dat 140 jaar geleden werd
geopend op een steenworp afstand van het oude dat rondom de kerk lag.
Horst bezint zich op de toekomst van haar
negentiende-eeuwse en reeds jaren gesloten
kerkhof. De eigenaar, de gemeente Horst,
wilde het kerkhof ruimen en daarna inrichten
als parkje. Grafmonumenten met cultuurhis
torische waarde stelde men zich voor te ver
plaatsen naar de achterzijde van de begraaf
plaats aan weerszijden van het oorlogsmonu
ment. In advertenties heeft de gemeente
Horst nabestaanden opgeroepen hun wensen
ten aanzien van herbegraving of ruiming
kenbaar te maken. Naar aanleiding van de
brief van 11 september 1985 waarin minister
Brinkman van WVC de gemeentebesturen
heeft gewezen op hun taak inzake de be
scherming van begraafplaatsen en grafmo
numenten vroeg de gemeente Horst monu
mentenzorg om advies ten aanzien van het
kerkhof aan de Kloosterstraat. Aan alle be
langhebbenden en in een perspublicatie heeft
de gemeente meegedeeld dat de ontruiming
is opgeschort.
BESCHERMING BEGRAAFPLAATSEN
Mèt de toename van het cremeren en het
verstrooien van de as valt de laatste tijd
groeiende belangstelling voor oude begraaf
plaatsen op. Verklaarbaar is daarom de brief
van de minister van WVC over de bescher
ming ervan alleszins. Een belangrijk stuk
cultuur loopt gevaar te verdwijnen. De lijst
van beschermde begraafplaatsen is beperkt.
Er zijn altijd mensen geweest die de heel
eigen schoonheid van oude kerkhoven za
gen, als uitingen van begraafcultuur. Dich
ters en schilders vonden er inspiratie voor
vergankelijkheidsgedachten, terwijl genea
logen en historici waarschijnlijk meer letten
op de cultuurhistorische waarden.
In 1970 schreef H. J. Kok nog in zijn 'De
geschiedenis van de laatste eer in Neder
land''Op dit gebied heeft men geen eerbied
voor de erfenis van onze voorouders en is
monumentenzorg blijkbaar blind.'3) Dat is
duidelijk aan het veranderen.
De heer/?, van Bruggen heeft in 1977 in zijn
functie van directeur van de gemeentelijke
begraafplaatsen van Utrecht met zijn 'Rap
port begraafplaatsen wandelgebied' gepleit
voor het behoud van oude begraafplaatsen
en het bevorderen van de parkfunctie. Het
gebeurt volgens hem te dikwijls dat graven,
grafmonumenten en zelfs hele begraafplaat
sen verdwijnen en daarmee een belangrijk
stuk cultuur van een gemeenschap. Hij ijvert
voor plaatsing op de monumentenlijst. Het
Centraal Museum te Utrecht heeft in 1980
Kerkhofmonument, genaamd Gregoriusmis, van
1890 tot 1925 opgesteld in een open kapel op het
toen geruimde kerkhof rondom de Sint-
Lambertuskerk.
een tentoonstelling met catalogus verzorgd
naar aanleiding van de herdenking, op initia
tief van de heer Van Bruggen, van het 150-
jarig bestaan van de Utrechtse Eerste Alge
mene Begraafplaats Soestbergen. Tentoon
stellingen en catalogus kregen de titel 'Dood
en begraven, sterven en rouwen 1700-
1900'.
Twee jaar later was in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam de tentoonstelling 'De dood ver
bloemen...?' te zien, waarbij een catalogus
en een brochure over twee openbare ge
sprekken verschenen. In de brochure staan
onder andere vijf stellingen. In de eerste
wordt de in de vorige eeuw op hygiënische
gronden verplichte inrichting van begraaf
plaatsen buiten de bebouwde kom betreurd.
De deelnemers aan het symposium vroegen
zich af of de dodenakker (een woord dat ook
geldt voor een asverstrooiingsplaats bij een
crematorium) 'binnen de gezichtskring van
de levenden' moet worden teruggebracht.
Nu ook de rijksoverheid tot dit inzicht komt,
zou ze de gemeente Horst het initiatief kun
nen gunnen door steun voor het behoud van
het aldaar centraal gelegen negentiende
eeuwse kerkhof, dat slechts één derde hecta
re groot is.
J. G. N. Renaud, 'Het oersteenkerkje te Horst',
De Maasgouw, 66e jaargang (1947) bladzij 68-
70.
Th. J. van Rensch, De Sint-Lambertuskerk te
Horst, Horst 1986.
HL. Kok, De geschiedenis van de laatste eer in
Nederland, Lochem 1970 bladzij 95.