182
Sterker nog, zelfs de gebezigde formulerin
gen lopen niet parallel.
Dat is dan weer terug te voeren op de eerder
genoemde politieke en economische invloe
den, die zich in dit geval letterlijk laten
vertalen.
Daarmee wil niet gezegd zijn, dat het over
grotere afstanden uniform zijn van teksten
een kwestie is van horen zeggen. Het is
namelijk niet uit te sluiten dat een reizende
timmerman een bijbel- of psalmcitaat mee
nam en ter plekke bij het bouwen inbracht in
een bepaalde gemeenschap.
TELMERKEN
In meer materiële zin zien we dit verschijn
sel bij het gebruik van telmerken, de inge
hakte, ingekraste, getrokken, geslagen of
geschreven merktekens van de timmerman,
nodig om het bouwpakket op de bouwplaats
in de juiste volgorde te monteren. Bij de
telmerken komen we namelijk systemen te
gen, die afwijken van de varianten op het
basisthema zoals die gebruikelijk zijn, zon
der overigens een geheel nieuw systeem te
introduceren. Hoewel het zo is, dat er bijna
evenveel telmerksoorten voorkomen als er
timmerlieden waren, is het voorkomen van
een uit de uit de Zuid-Eifel stammend tel-
merk toch een indicatie dat er een reizende
timmerman aan het werk is geweest. Of die
man dan vandaar komt, of iemand van hier
is, die het vak daar geleerd heeft, is een
open vraag.
Kan uit het bovenstaande al geleerd wor
den, dat er nauwelijks sprake kan zijn van
een Limburgse vakwerktraditie, gelet op het
wezenlijke onderscheid tussen alleen al
twee aanpalende delen van Zuid-Limburg,
het idee van een traditie komt al helemaal
op los zand te staan als de modieuze compo
nent in acht wordt genomen. De vaak onge
breidelde manier waarop menige heden
daagse bouwer probeert zijn eigen bouwsel
Schoorbalken dakoversteken in Simpelveld.
Jaar: 1659.
anders te laten zijn dan alle andere kent zijn
gematigder historische pendant. Welstands-
bouwen is derhalve, zelfs in de vaak be
scheiden landelijke bouwkunst, van alle
tijden.
Wie zoekt naar algemeenheden in de manier
waarop een vakwerkskelet werd getimmerd,
kan constateren, dat die er maar heel ten
dele zijn. Voor zover aanwezig behelzen ze
de manier van verbinden, het samenstellen
van het constructieve vlak. Zo gauw het
•echter gaat over ramen en deuren, en over
dakoverstekken is het opvallend te zien hoe
vindingrijk, - zonder ooit te vervallen in
extravagantie - de toenmalige timmerman
was.
OPSCHEPPERIG
Dat vindingrijkheid en opschepperigheid
hand in hand (kunnen) gaan ligt voor de
hand: welk nut heeft een ankerbalk van bij
na een halve meter dik in een huis van een
zes meter breed? Geen andere dan de sug
gestie wekken - want in het zicht - dat de
bouwer zich een dergelijke weelde kan per
mitteren.
Minstens zo navrant zijn de voorbeelden,
waarbij de langswand, waarin zich de deur
bevindt van eiken is, terwijl de parallelle
wand uitgevoerd is in kersenhout, en dan
ook nog met veel grotere vakken plus op-
gespijkerd, kwalitatief minder, vakwerk.
Dit soort zaken horen tot de basisgegevens
die in acht genomen moeten worden bij een
restauratie. Dat staat dus voor een grondige
documentatie, en een goede begeleiding van
het proces.
Met het gegeven van een groot aantal onher
stelbaar gerestaureerde panden betekent dat,
dat elke nog te ondernemen restauratie van
een welhaast museale verfijning moet zijn.
Temeer daar het aantal werkelijk belangrij
ke panden ook steeds kleiner wordt.
Onkunde op dit vlak kan bij een serieuze
aanpak in principe niet meer voorkomen.
Voor zover er niet al praktijkvoorbeelden
beschikbaar zijn, waarin met behoud van
het wezen en de waarde van het pand een
goed leefbaar huis gecreëerd is, ligt er de
nodige, vooral duitse literatuur.
Gernot Minke geeft in zijn Forschungslabor
für Experimentelies Bauen in Kassei een
serie uit over 'Bauen mit Lehm'terwijl het
Rheinisches Freilichtmuseum in Kommem
na het zeer geslaagde colloqium 'Lehm im
Fachwerkbau' van afgelopen september in
oktober komt met een colloqium over op
pervlaktebehandeling van vakwerk.
VROUWELIJKE ARCHITECTEN
In België is in 1982 een gedegen studie
verschenen over de bouwfysische eigen
schappen van lemen wanden, terwijl daar
ook de nodige praktische ervaring is opge
daan door het Openluchtmuseum in
Bokrijk.
In beide Limburgen zijn jonge architecten
bezig met de praktijk, waarbij een gelukki
ge bijkomstigheid is dat het, - en dat geldt
ook voor Duitsland - vaak vrouwen blijken
te zijn.
Belgisch Limburg kent de vereniging 'Het
lemen Huis', Nederlands Limburg de ver
eniging 'Ambachshoes', clubs die zich
rechtstreeks tot de particulier wenden.
De materiële ingrediënten voor een goede
restauratie zijn er, met wat goede wil op
politiek en cultuurhistorisch vlak moet het
derhalve mogelijk zijn het weinige dat er
nog is het eigen verhaal te laten vertellen.
Een verhaal, dat toch al hier en daar frag
mentarisch van karakter is, maar nog net de
kwintessens bevat.
Hadden we het verleden niet in gebruik, om
het goed te bewaren voor onze nakomelin
gen?
Coen Eggen is secretaris van de Limburgse
Contactcommissie Monumentenzorg en
voorzitter van de Vereniging 'Ambachs
hoes'
Bovendorpel met tekst in fractuurschrift (in dialectisch duits) Plaats: Munstergeleen. Jaar: 1623.