Niet altijd aan 't handje van Den Haag 179 GEDEPUTEERDE P. HILHORST: EVERHARD JANS Na Eindhoven zoeft de inter-city verder, naar het zuiden, naar Limburg. Bij het passeren van Weert denk ik aan vakanties in dit midden-Limburgse plaatsje, met zijn monumentale kerktoren en boerderijen met bakhuisjes. Voorbeelden van het Limburgse hoftype met wanden van ingetogen, bruinrode baksteen snellen voorbij. Het wordt heuvelachtiger, en weldra rijdt de trein het station van Maastricht binnen. En ja hoor, met 'Heemschut' in de hand, zoals afgesproken, staat daar de woordvoer der van onze Bond in Limburg: oud-burge meester J. Ficq. Bij het instappen van zijn auto blijkt, dat hij mijn oom kent, een vlas boer in IJzendijke: Florent Haverbeeke. Twintig jaar geleden was hij daar burgerva der, daarna oefende hij hetzelfde ambt uit in Wittem. Tijdens de uitsmijter kabbelt ons gesprek voort: Wittem blijkt 190 monumen ten te tellen: vakwerkhuizen, boerderijen, molens, kastelen. Door de jaren heen heeft Ficq, met dë taai heid van een terrier, met vele anderen het Limburgs heem geschut: met veel succes, zoals de gerestaureerde watermolens te Gul- pen(Neuborger molen), Epen (Volmolen) en Wijlre bewijzen. Zijn ervaring met de realisatie van restauraties begon te IJzendij ke, waar hij ijverde voor het herstel van de korenmolen uit 1841, die in 1965 klaar kwam. Nóg prijst hij de Zeeuws-Vlamin gen: fijne mensen! Ficq citeert met instem ming een uitspraak van prof. dr. ir. Meisch- ke: 'restaureren is bestemmen'. Het is onge twijfeld zo, dat dit essentieel is: een-geres taureerde molen kan niet aan zijn lot over gelaten worden, maar moet eigenlijk de hele week draaien. In onze 'natuur'bewuste tijd is er weer een markt voor het ambachtelijk gemalen meel, zodat ook bakkers er wel voor te porren zijn. In de gemeente Wittem ligt ook het bekende kerkje van Wahlwiller, waarvan het eenbeu- kige schip nog uit de twaalfde eeuw kan dateren. De afneembare wandschilderingen uit 1947, enige tijd zeer omstreden, door de katholieke Jood Aad de Haas geschilderd, zijn al weer geruime tijd te bewonderen. Prof. Dr. J.B.M. Sarneel beschrijft de rel rond deze schilderingen, waar intellectuelen als Albert Kuyle en Anton van Duinkerken nog aan te pas zijn gekomen. Maar: terug naar het doel van mijn komst naar Limburg: een interview met gedepu teerde Piet Hilhorst (lid van het CDA). De auto van Ficq rijdt de ruime parkeergarage van deze Limburgse bestuurszetel binnen. Via indrukwekkende gangen en langs ex- Gedeputeerde P. G. G. Hilhorst (Foto Frans Grummer, Etienne van Sloun, Maastricht) Gouverneurs in expressionistische stijl be reiken we de werkkamer van Hilhorst. Te voren had ik van Ficq vernomen, dat hij van boerenafkomst is. Daarom sneed ik aller eerst de toekomst van de gesloten hoeve aan. Hilhorst stelde, dat de in de dorpen gelegen hoeven landbouwkundig gezien achterhaald zijn, en daarom in de toekomst een andere functie zullen krijgen. Al in de zestiger jaren bleek uit een onderzoek van de P.P.D. in Limburg, dat de emigratie uit de dorpen vooral plaats heeft in de leeftijds groepen van 25 tot en met 40 jaar. RUILVERKAVELING Hilhorst ziet het als een onafwendbaar feit, dat in bepaalde gevallen bedrijfsgebouwen (ligboxenstallen met silo's, etc.) worden verplaatst naar het inmiddels ruilverkavelde buitengebied. De oude hoeven in de neder zettingen worden dan woonboerderij, café, hotel, restaurant en wat dies meer zij. Ficq heeft grote moeite met verplaatsingen, ook naderhand, tijdens een autorit door het Mer gelland. Wat zal er wel van het unieke Zuid limburgse landschap overblijven, als er zon der restricties van alles kan worden neer gezet? En ook komen de erosieproblemen irj Zuid- Limburg ter sprake, problemen die zich vroeger toen er nog met het paard geploegd werd eigenlijk niet voordeden. Trots is Hilhorst op de zojuist afgeronde restauratie van de voormalige abdij Rolduc (gem. Kerkrade) waarvan de kerk in 1209 gewijd werd. Uniek is hier de klaverblad- vorm van de krocht, die ook Keulse kerken eigen is. De provincie heeft geen 10%, maar 11% van de tientallen miljoenen be taald van de totale restauratiekosten. 'Fan tastisch geworden', zeqt de gedeputeerde, en wijst nog op de inrichting van het restau ratieatelier, waar momenteel een schilderij enrestaurateur en een sculptuurspecialist, in het bijzonder voor religieuze kunst, werk zaam zijn. In 1984 had de provincie Lim burg voor Rolduc 64.500.- paraat, in 1985 630.000.- Hulde! Voor alle lim- burgse monumenten draagt de provincie per jaar 4000.000.- bij. Als het gaat om industriële archeologie, maakt Piet Hilhorst mij opmerkzaam op de renovatie van de mijnwerkersnederzetting 'De Hopel' in Kerkrade. Natuurlijk ver strekt de provincie ook de Limburgse kaste lenstichting en de gewestelijke Molenstich ting forse subsidies voor hun werk ten be hoeve van de redding van burchten en molens. Dat geldt merkwaardigerwijs niet voor de actieve 'Stichting Kruisen en Kapellen', die sinds 1979 geleid wordt door Mgr. A.H.L. Meertens, vicaris-generaal van het bisdom Roermond. Toch gaat het hier om een stuk volksdevotie en volkskunst, dat steeds meer waardering geniet in de publieke opinie, in een harde en kille tijd. Al in 1916 schreef het Zondagsblad van de 'Limburger Koe rier'; 'Limburgers, aan ons de ereplicht, de schoonste erfstukken der vaders te onder houden en voor schennende handen te be waren'. VAKWERKBOUW De zorg voor de inheemse vakwerkbouw blijkt nog een probleem, ook via de terug- ploegregeling. Er zijn niet genoeg mensen, die het oude ambacht nog beheersen. Er ligt hier een taak voor de technische scholen van Limburg! Ecologisch gezien is de vakwerk- bouw met leemvlechtwerkvulling een per- fekt 'ademende' wand. In de Stichting "t Ambachtshoes' zijn actief de volkskundige Coen Eggen (museummedewerker-conser vator van de gemeente Sittard) en Ir. Beyer. Zes jaar geleden werd, last but not least, ook in Limburg een eigen Monumenten- wacht ingesteld.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 17