141 4. Wed 3, 5 en 7 in 1969. Wed 9 is, met de hele westelijke huizenrij van de Korte Nieuwstraat, afgebroken. Wed 5 en 7 staan er onderkomen bij. (Foto: Gemeentelijke Archiefdienst TA Wed 5/7, 1969(1).) plan nog van wat commentaar met betrek king tot de roedenindeling van de ramen voorzien is, komt het nieuwbouwgedeelte aan de orde. De archeoloog meldt dat hij zeker een opgraving ter plaatse wil verrich ten, omdat interessante voorgangers van de destijds gesloopte huizen te verwachten zijn. Omdat de nieuwbouw onderkelderd zal worden, is dit de laatste gelegenheid nog iets vast te stellen van de voorgaande be bouwing. De archeoloog deelt zijn collega die de planning en de uitvoering van de opgravingen regelt mee dat over een aantal maanden een opgraving ter plaatse te ver wachten is. Zij stellen de tijd vast die ze voor het onderzoek nodig denken te hebben. De adviseur voor particuliere restauraties zal die wensen overbrengen aan de aanvra ger van de bouwvergunning. Daarna kan bilateraal overleg volgen tussen de archeo logen en de aanvrager over de condities en de tijdsplanning van het onderzoek. Veertien dagen later ligt het bouwhistorisch rapport ter tafel. Er blijkt nog vrij veel origi neel, 14e-eeuws werk in het huis aanwezig te zijn. Aangegeven wordt welke delen in ieder geval gespaard moeten blijven. Verder is nader onderzoek tijdens de bouw noodza kelijk. Suggesties worden gedaan hoe het plan met de minste schade voor beide partij en aangepast kan worden. De adviseur voor particuliere restauraties neemt de op- en aanmerkingen mee ter bespreking met de architect van het plan om in gemeenschap pelijk overleg tot bijgestelde tekeningen te komen. Na enige tijd arriveert dat herziene plan en indien dat accoord is, kan de subsidiebasis op grond van de daarvoor bestaande regels vastgesteld worden. En omdat het een rijks monument is, gaat alles vervolgens naar de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor de definitieve goedkeuring. Zodra de bouw vergunning is verleend, duiken de archeolo gen de grond in om binnen de door beide partijen overeengekomen tijd hun onder zoek te doen: de verwachtingen worden niet teleurgesteld en een nog onbekend stukje wordt aan de historische legpuzzle van de stad toegevoegd. Tijdens de restauratie van het huis toveren de bouwhistorici origineel 18e-eeuws behang en de 14e-eeuwse balkla gen van achter gipsplaat en zachtboard te voorschijn. Het verhaal eindigt met een fraai en be woonbaar huis in de binnenstad en ver slagen in de Archeologische en Bouwhisto rische Kroniek over het jaar waarin de on derzoekingen hebben plaats gevonden. De archieven van de onderafdeling en het depot van bodemvondsten zijn weer voller gewor den, de stad is een stukje geschiedenis rijker. RUIMTELIJKE ORDENING Een stad is geen verzameling losse gebou wen, er zit een door de eeuwen heen ge groeide structuur in. In de binnenstad van Utrecht is daarvan nog zóveel bewaard ge bleven, dat al in 1976 vrijwel het gehele gebied binnen de singels tot Beschermd Stadsgezicht is aangewezen. Utrecht was daarmee de eerste grote stad, die op die manier zijn historische verschijningsvorm wettelijk kon beschermen. Nu is het ontstaan en de groei van de stad Utrecht een uiterst complex proces geweest, o.a. door de vele terreinen van kerken en kloosters die de stad in de middeleeuwen rijk was. Een van de taken van de onderaf deling Monumenten is de Dienst voor Ruimtelijke Ordening van de gemeente te adviseren bij het maken van bestem mingsplannen. Het volkomen onschuldig lijkende rechttrekken van een stuk van een rooilijn of van een straat kan een diepe in greep betekenen die het beleven van een sinds de He eeuw historisch gegroeide grens tussen wereldlijk en geestelijk terrein doet verdwijnen. Bij voorgenomen bebouwing in bestem mingsplannen kan de archeoloog er al in een zeer vroeg stadium op wijzen dat ter plaatse met opgravingen rekening gehouden dient te worden. Het enige deel van de onder grondse oude binnenstad dat bescherming geniet volgens de wet ligt onder het Dom plein en omgeving. LIJSTEN Bovengronds genieten zeer vele gebouwen de een of andere vorm van bescherming. In de eerste plaats zijn daar de ca. 1000 panden die op de rijkslijst staan, een 800-tal wacht op toelating daarop. Daarnaast is er voor het eerst sinds de invoering van de monumen tenwet in 1961 weereen gemeentelijke lijst, waarvoor ongeveer 1100 panden zijn aange meld. Hoe bijvoorbeeld het samenstellen van de lijst voor jongere bouwkunst (foto 7) heeft plaats gevonden, wordt beschreven in het artikel van S.W. de Vos in dit nummer. Het bijhouden van de lijsten en van zoveel mogelijk gegevens over de erop voorko mende panden geschiedt in toenemende ma te in een geautomatiseerd Monumenten In formatie Systeem. Vele honderden bouwhistorische verslagen, nog meer tekeningen en duizenden foto's bevatten ontelbare gegevens over het bou wen in Utrecht vanaf de 11e eeuw. Naast hun andere werk hebben de secretaresse en de assistent projectleider er hun handen vol aan. Dit archief van bovengrondse zaken wordt gecompleteerd tot een volledig beeld door de dagrapporten, verslagen, tekeningen, fo to's en de tienduizenden vondsten van de archeologen. Ook hier vindt de automatise ring ingang. HULP VAN ALLE KANTEN Monumenten en archeologie mogen zich in een grote belangstelling van publiek en be stuur verheugen. Dat die belangstelling niet alleen passief en consumerend, maar ook actief en participerend is, blijkt uit het grote aantal vrijwillige medewerkers dat zich met onderzoek, uitwerken en registratie bezig houdt. Een zeer ambitieuze onderneming is het Utrechts Documentatie Systeem, dat op sys tematische wijze zoveel mogelijk gegevens over Utrecht wil verzamelen. Het UDS is een samenwerkingsproject van het Utrechts Monumenten Fonds en de onderafdeling Monumenten en het wordt geheel door vrij willigers en stagiaires bemand. Het sys teem, dat nu nog voornamelijk (bouw) his torische en archeologische gegevens bevat, is te raadplegen in de Openbare Bibliotheek aan de Oudegracht en bij de Gemeentelijke Archiefdienst. Het uitwerken van bouwhistorische onder zoekingen, het uitvoeren van opgravingen, het verwerken van de tienduizenden vond sten, dat alles zou tientallen jaren achter stand oplopen zonder de belangeloze inzet van vele vrijwilligers. Soms is het mogelijk mensen op contractbasis werkzaamheden te laten verrichten, maar dat is geheel afhanke lijk van de beschikbare geldsmiddelen. Voor het doen van vervolgonderzoek en het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 9