Grootschalig city- denken in 1970 afgezworen 138 W.P.CHR. VAN WILLIGENBURG Eén van de belangrijkste gevolgen van de invoering van de Monumentenwet is geweest, dat naast de bescherming van een gedeelte van het cultureel erfgoed, een gunstig klimaat is ontstaan voor de Monumentenzorg. Met name na het Monumentenjaar 1975 werd dit snel zichtbaar. De Monumentenzorg won aan betekenis. Niet alleen op politiek terrein ontstond belangstelling, ook en vooral maatschappelijk kon de Monumentenzorg zich in een toenemende belangstelling verheugen. De waardering voor zowel het individuele monument als het stads- en dorpsgezicht nam in de laatste twintig jaar sterk toe. Grote waardering komt toe aan de Rijks dienst voor de Monumentenzorg, die een zeer belangrijk aandeel heeft gehad in de hier beschreven opbloei. De Rijksdienst heeft met name bij gemeen ten bijgedragen in de ontwikkeling van het Monumentenbeleid. Zo ook in Utrecht. Het moderne Monumentenbeleid in Utrecht begint in 1968, in het jaar waarin de Minis ter van C.R.M. vergunning weigerde voor het dempen van het zuidelijk gedeelte van de Catharijnesingel. In 1970 wordt de nota Kembeeld door de gemeenteraad vastgesteld, waarin de hoofd lijnen van het beleid voor de binnenstad van Utrecht worden aangegeven. De ommezwaai is radicaal. Het grootschalig city-denken uit de jaren '50 en '60 maakt plaats voor een beleid dat in sterke mate is gericht op behoud en erkenning van de mo numentale historische structuur. En eigenlijk pas sinds 1975 is in de gemeen te zelf erkend, dat Utrecht een van de be langrijkste monumentensteden van Neder land is. Met enig chauvinisme som ik het volgende op: Utrecht is, met Maastricht, de oudste stad van Nederland. Utrecht is de belang rijkste middeleeuwse stad van de Noordelij ke Nederlanden geweest, met een gave, uit de middeleeuwen daterende, historische structuur. Een groot deel van de bebouwing is nog geheel middeleeuws, hoewel dat uit de 19de eeuwse verschijningsvorm van de voorgevels bijvoorbeeld aan de Oudegracht nauwelijks blijkt. WERVEN UNIEK Daarnaast heeft Utrecht als belangrijkste re ligieus en cultureel centrum in de Middel eeuwen talloze kerken en belangrijke bur gerlijke bouwwerken. De werven en werf- kelders zijn uniek in de gehele wereld. Het besef dat Utrecht een zeer belangrijke monumentenstad is, heeft er toe bijgedragen De Oudegracht met de werven. Op de achtergrond: het huis Oudaen. Wethouder W.P.Chr. van Willigenburg (Foto: Gemeentelijke Fotodienst Utrecht). dat met voortvarendheid gewerkt wordt aan het behoud. De gemeenteraad nam de afgelopen jaren een aantal belangrijke besluiten op het ter rein van de Monumentenzorg. Ik noem er enkele: Er werden ter bescherming van het stadsge zicht bestemmingsplannen vastgesteld, een nieuwe Monumentenverordening werd in gevoerd, de uitbreiding van het beschermd stadsgezicht werd aan de minister voorge legd, de inventarisatie van de jongere bouw kunst kwam gereed, een nieuwe welstands verordening voor de binnenstad kwam tot stand en de subsidieverordening Monumen ten werd vastgesteld. DECENTRALISATIE GEWENST Uit het bovenstaande mag duidelijk worden dat in Utrecht een beleid wordt gevoerd waarvan de wetgever in 1961 slechts durfde dromen. De gemeente heeft bij de uitvoering van het Monumentenbeleid de hogere overheid no dig. Het Rijk dient de gemeente financieel in staat te stellen dit beleid te kunnen uit voeren. Daarnaast zouden bevoegdheden die thans nog wettelijk aan de hogere over heid zijn toegekend overgedragen moeten worden aan de gemeente. Het is teleurstellend te moeten constateren dat de (Monumenten)fakkel die in 1961 met de inwerkingtreding van de Monumenten wet door het Rijk is aangestoken, thans - nu dat gewenst en nodig is - niet aan de ge meente in voldoende mate wordt overge dragen. Het voorontwerp Monumentenwet, alsmede de Rijkssubsidieregeling Restauratie Monu menten bieden onvoldoende aanknopings punten voor het voeren van een slagvaardig beleid op lokaal niveau. drs. W. P. Chr. van Willigenburg is wet houder voor Openbare Werken, Verkeer, Vervoer, Milieu en Monumentenzorg van de gemeente Utrecht. (Foto: Gemeentelijke Fotodienst Utrecht.)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 6