Rotterdamse koopmanshuizen nq niet verlorei Compromis bereikt over verbouwing Gouvernementshuis 165 van Rotterdam, in verband met de aanleg van de Willemsspoorttunnel, in maart 1984 al had besloten dat de panden niet zouden worden herbouwd in de oorspronkelijke staat en de Minister van WVC in oktober 1985 op grond van de technische gegevens van dat moment een sloopvergunning op grond van de Monumentenwet had afge geven. Een krachtig pleidooi van deze organisaties, aan de hand van duidelijke argumenten en nieuwe technische gegevens ten gunste van het behoud op dezelfde plaats - dus zonder demontage en herbouw na voltooiing van de spoortunnel - heeft er thans toe geleid, dat Burgemeester en Wethouders opnieuw in overleg zijn getreden met het Ministerie van WVC teneinde de mogelijkheden te bespre ken tot handhaving van de koopmans huizen. Daarbij stelt Rotterdam zich (als uitgangs positie?) op het standpunt, dat het behoud de gemeente geen geld mag kosten. Ook Heemschut en het Trompfonds/Stadsherstel zijn nog in overleg met WVC om van hun kant het uiterste te doen om een constructie ve oplossing te vinden. Belangrijk is dat het Mr. W. W. TIMMERS gemeentebestuur er nu van overtuigd is ge raakt dat het behoud op dezelfde plaats tech nisch gezien niet alleen mogelijk, maar ook uitvoerbaar is met inachtneming van de bouwplannen voor de spoortunnel. Financi eel gezien is de zaak nog niet rond: de verschillende mogelijkheden in dit opzicht worden momenteel bezien. In het rapport van de Delftse hoogleraar Van Weele, dat begin juni in opdracht van het Trompfonds en mede dankzij een subsidie van Heemschut is uitgebracht, wordt boven dien aangetoond, dat het aanbrengen van een ondervangingsconstructie onder de drie monumenten geen enkele vertraging ople vert voor de tunnelaanleg. Dit laatste was een belangrijke voorwaarde voor de Rotter damse gemeenteraad in de op 17 april 1986 aangenomen motie-Zijlstra, die een opening gaf voor het onderzoek van de genoemde particuliere organisaties en het College van B W opdroeg in overleg te treden met het Ministerie van WVC. Formeel loopt er nog een Kroonberoep te gen de verleende sloopvergunning door WVC, zolang hierop niet is beslist mogen de drie koopmanshuizen niet worden afge broken. Tot behoud van rechten hebben de initiatiefnemers eind juni/begin juli bezwaar gemaakt tegen het bouwplan voor de Wil lemspoortunnel, dat vooruitlopend op een herziening, resp. uitwerking van de be staande bestemmingsplannen ter inzage was gelegd. Bouw- en kunsthistorisch vertegenwoordi gen de bedreigde huizen aan de Wijnhaven (met achterfront aan de Wijnstraat) voor Rotterdam een eigenlijk niet in geld uit te drukken waarde. Als gevolg van het bom bardement in 1940 én de wederopbouw daarna - waarbij op veel plaatsen oude, gespaard gebleven gebouwen alsnog wer den 'opgeruimd' - bezit Rotterdam in ver houding tot haar verleden als belangrijke havenstad en handelscentrum aan de Maas buitengewoon weinig historische gebouwen en nog minder stadsgezichten. Deze drie koopmanshuizen, deel van de 17de eeuwse uitleg van de stad naar de Maas toe, zijn onmisbaar temidden van hetgeen in de loop der tijden ongemoeid is gelaten. Zo maakt de enige bewaard gebleven kopgevel van vóór 1800 in Rotterdam deel uit van een van de drie huizen. Voor een Amsterdammer is dit al bijna onvoorstelbaar; als het aan Heemschut en de andere initiatiefnemende organisaties ligt wordt het onvoorstelbare in Rotterdam geen werkelijkheid. Mr. W. W. Timmers is bestuurslid van het Maasstedelijk irJTrompfonds. mentshuis bestaat de mogelijkheid nieuw bouw neer te zetten waardoor het museum zeker voldoende behuizing krijgt. Het is niet moeilijk te beseffen dat de voormalige kapel van St. Jacobus van Compostella, die omstreeks 1430 werd gebouwd en in 1584 vergroot, en waarin sinds 1926 de provinci ale collectie is ondergebracht, te klein wordt voor de verzameling. Het is Heemschut moeilijk gevallen in de principiële zaak van het verbouwen van een monument van grote kwaliteit zoals het Gouvernementshuis is, compromissen te sluiten, maar het was er de Bond toch veel aan gelegen in goede harmonie met het pro vinciaal bestuur tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen. De Bond beseft dat het bereiken van het akkoord bei de partijen grote moeite heeft gekost, maar dat doet de waarde van dit vergelijk des te meer in waarde stijgen, meent Heemschut. Wat de Bond betreurt is dat de monumenta le gaafheid en zeldzame allure van de hal danig zal worden aangetast door het aan brengen van een glazen deur in stalen frame tegenover de hoofdingang. Met geven en nemen konden provincie en Heemschut uiteindelijk tot een compromis komen, een overeenstemming die niet zou zijn bereikt als tijdens het overleg de Com missaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant, mr. A.A.M. van Agt, niet zou zijn gekomen met een aantal voorstellen die de Bond kon accepteren. De Bond is hem daarvoor erkentelijk. Lambrizering, plafond en haardpartij in menige zaal zal nu behouden blijven, het voorplein zal in de oorspronkelijke staat van bestrating worden gebracht en alles wat zal worden verwij derd, zal gedocumenteerd worden opgesla gen in een daarvoor aangewezen ruimte. R.D. De hal achter de hoofdingang van het Gouvernementshuis. De deur aan het eind ervan is tegen de zin van Heemschut vervangen door een glazen deur. (Foto Rijksdienst Monumentenzorg)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 33