Heenjscljut
\r\ akfie
Boeken
Van Dishoeckhuis wordt
gesloopt
HET LAND VAN MAAS EN WAAL.
152
Utrecht een huis waarvan het dak met der
gelijke tegels gedekt was.
Heel bijzonder en rijk was de produktie van
vloertegels. In de 14e eeuw kwamen in ker
ken, kloosters en in grote huizen prachtige
mozaïekvloeren voor, die gemaakt waren
van tegeltjes in diverse maten en geometri
sche vormen. Het fraaiste en meest volledi
ge exemplaar bevindt zich in de middel
eeuwse stijlkamer van het Centraal Mu
seum. Die vloer is in 1862 gevonden op de
plaats van het huis van een geestelijke van
de Janskerk, dat achter het huidige Jans
kerkhof 16 lag. De vloer dateert uit de eer-
10. Fragment van een beschilderde tegel met
tinglazuur. 14e eeuw (Foto: P. C. von Hout)
ste helft van de 14e eeuw. Het grootste deel
van die vloer bestaat uit kleine tegeltjes in
vier kleuren, maar daarnaast komen er ook
veel exemplaren in voor die met witbakken-
de klei versierd zijn, bijvoorbeeld met
fleurs-de-lis (de zogenaamde franse lelies).
- 2 r
Het Van Dishoeckhuis in Vlissingen wordt
definitief gesloopt. B. en W. van Vlissingen
hebben daartoe opdracht gegeven aan het
aannemingsbedrijf Sagro Zeeland. Het col
lege had daarvoor het 'groene licht' van de
Vlissingse gemeenteraad, die op 27 juni een
sloopkrediet beschikbaar stelde. Daarmee
gaat een schitterend barok stadspaleis uit
1733 van de beroemde Antwerpse bouw-
Zeer bijzonder zijn echter de tegels die
voorzien zijn van een laagje witte tinglazuur
waarop met de hand beschilderingen zijn
aangebracht. Lange tijd heeft men gedacht
dat deze tegels, bijvoorbeeld uit Frankrijk,
geïmporteerd waren, totdat ze uit het ove-
nafval van de Bemuurde Weerd tevoor
schijn kwamen. Omdat ook de met witte
klei versierde tegels in de kuilen met mis
baksels voorkwamen (foto 10), was bewe
zen dat de mozaïekvloeren in hun geheel
een Utrechts produkt waren.
In de laatste vijftien jaar zijn bij opgravin
gen talrijke restanten van dergelijke vloeren
gevonden en gedocumenteerd, terwijl bij
bouwhistorisch onderzoek in een aantal hui
zen zeer veel losse tegels uit diezelfde tijd
gevonden zijn, die eens tot vloeren daar
behoord hebben. Een beter voorbeeld van
de onderlinge samenhang van boven- en on
dergrondse archeologie, van opgravingen
en bouwhistorisch onderzoek, is niet te ge
ven. Uiteindelijk dienen beide hetzelfde
doel: een zo volledig mogelijk beeld te
scheppen van de stad in al zijn materiële
aspecten in het verleden. Gecombineerd
met de schriftelijke gegevens ontstaat dan
werkelijk 'inzicht' in ontstaan en groei, le
ven en werken, in de oudste en lange tijd
grootste en belangrijkste stad in de Noorde
lijke Nederlanden.
Literatuur:
Gedetailleerde informatie over de resultaten
van het archeologisch en bouwhistorisch
onderzoek in
Archeologische (en Bouwhistorische) Kro
niek van de Gemeente Utrecht. Maandblad
Oud-Utrecht 1977-12, 135-150 (over 1972-
meesterj. P. van Baurscheit verloren.
Er is nog even sprake geweest van verplaat
sing van het huis naar Utrecht maar het
ontbrak aan de nodige subsidie van de
Rijksdienst Monumentenzorg om verplaat
sing echt te kunnen realiseren.
Voor het behoud van het barokpaleis heeft
Heemschut zich jaren lang ingezet. Uitbrei
dingsplannen van scheepswerk De Schelde
leidden in 1963 tot aankoop door dit bedrijf
van de grond, waarop het pand staat. Sinds
dien zijn er pogingen gedaan het gebouw
verplaatst te krijgen, wat uiteindelijk is
mislukt.
Met de afbraak van het Van Dishoeckhuis is
op 11 augustus begonnen. Een aantal waar
devolle onderdelen van het exterieur zal
worden overgebracht naar het Stedelijk Mu
seum van Vlissingen. Het gaat daarbij om
enkele beelden en ijzeren hekwerk van bal
kon en dak.
De meeste waardevolle onderdelen van het
interieur, zoals een aantal lambrizeringen,
plafonds en deuren zijn intussen door de
Rijksdienst verwijderd. Zij zullen worden
gebruikt bij de restauratie van de Koninklij
ke Bibliotheek in Den Haag, waar de Hoge
Raad zal worden gevestigd. Het gebouw
van de Hoge Raad moet wijken voor uitbrei
ding van de Tweede Kamer.
JK
73); 1979-1, 3-36 (over 1974-75); 1980-1
3-32 (over 1976-77); 1981-3, 27-81 (over
1978-79-80); 1982-2, 15-86 (over 1981);
1983-3, 27-148 (over 1982); 1984-8/9, 83-
154 (over 1983); 1985-4, 41-191 (over
1984). Het deel over 1985 komt uit in okto
ber 1986.
Over de archeologie van de stad:
F. Verhaeghe H. L. Janssen, Stadsgeschie
denis en Stadsarcheologie in de Nederlan
den. Archief- en Bibliotheekwezen in Bel
gië, dl. 53, 1982, 1-51.
Over de vernietiging van het bodemarchief:
W. A. van Es, JM. Poldermans, H. Sarfa-
tij en JSparreboom ed.Het Bodemarchief
Bedreigd. Archeologie en planologie in de
binnensteden van Nederland. Amers
foort/'s-Gravenhage 1982.
Over de rivierloop in de noordelijke stad:
H. L. de Groot and T. JHoekstra, The
Moving River. The 12th-century Riverfront
in the North of the City of Utrecht. In:
Asbjpm E. Herteig, ed., Conference on
Waterfront Archaeology in North European
Townsnr. 2. Bergen 1985, 106-111.
Over de aardewerkindustrie:
H. L. de Groot en T. J. Hoekstra, Baksels
en Misbaksels. Resten van een middel
eeuws industriegebied. Natuur en Techniek
1985-5, 362-377. Ook verschenen in W. A.
Casparie ed., Vondsten uit het Verleden.
Oudheidkundig Bodemonderzoek. Archeo
logisch Jaarboek 1986. Maastricht/Brussel
1986, 46-61
drs. T. J. Hoekstra is als gemeentelijk ar
cheoloog verbonden aan de onderafdeling
Monumenten van de Dienst Bouwen en Wo
nen van de gemeente Utrecht.
Door A.G. Schulte. Onderdeel 5 van de
Provincie Gelderland; het Kwartier van Nij
megen. Verschenen in de serie: De geïllus
treerde beschrijving van de Nederlandse
Monumenten van Geschiedenis en Kunst.
Staatsuitgeverij, 1986. 508 pp. De prijs is
99,50.
HET HUIS OUDAEN TE UTRECHT
Dit boekje, door Drs D. Valentijn en Drs
A.F.E. Kipp, geeft de geschiedenis van dit
monumentale middeleeuwse pand aan de
Oude Gracht. Voorzien van illustraties, te
keningen en plattegronden wordt de bouw
geschiedenis en latere verbouwingen ver
telt. Ook het leven van de bewoners, vaak
invloedrijke figuren, en hun maatschappe
lijke positie in de Utrechtse samenleving
komt aan bod. Tenslotte wordt de laatste
restauratie (1984-1986) beschreven. Het
boekje komt uit t.g.v. van de heropening in
deel 4 van de serie Clavis Kunsthistorische
Monografieën. Uitg. de Walburgpers, Zut-
phen, 1986. ISBN 90.6011.9. Prijs 8,50,
32 pp.