Konkrete oplossing
behoud
Wynhavenpcmden
107
te herzien en het muurwerk op te knappen.
Ook het pleisterwerk aan de binnenkant be
gint allerlei vochtplekken te vertonen. Het
is een kerk, die in de jaren 70 werd geres
taureerd.'
SLECHT ONDERHOUD
Dat een gebouw niet lang na het voltooien
van een restauratie, alweer sterk vervalt,
kan nog een andere oorzaak hebben. Res
taureren is prachtig, maar maakt regelmatig
onderhoud bepaald niet overbodig. Je kunt
natuurlijk een monument bewust laten ver
kommeren en op een kritiek moment tot
restaureren overgaan. De vraag is - en moet
door onderzoek beantwoord worden, vindt
de Rekenkamer - wat goedkoper is: regel
matig onderhoud plegen of af en toe tot een
restauratie besluiten.
Voor de heer K. Boeder van Monumenten-
wacht is dat geen vraag meer. Regelmatig
onderhoud goedkoper? 'Absoluut!' zegt hij.
'IkJjen er zelfs van overtuigd, dat het on
derhoud van een oud gebouw of een kerk in
vele gevallen per kubieke meter niet veel
duurder is dan van menige nieuwbouw! Wij
zijn nu bezig met een neo-gotische kerk, die
er kwa casco verder uitstekend uitziet, al
leen men heeft verzuimd op tijd de zinken
goten te vervangen. De hele dakvoet is nu
verrot, dus moeten de spanten vervangen
worden, de muurkroon is helemaal uitges
poeld, er moeten steigers langs. Nou, het
hele grapje gaat waarschijnlijk anderhalve
ton kosten. Dat staat in geen verhouding tot
bijvoorbeeld het leggen van een zinken
goot, wat misschien 20.000 gulden gekost
had. Heel veel restauraties zijn gewoon het
gevolg van achterstallig onderhoud. Ik ben
er heilig van overtuigd, dat onderhoud van
een gebouw altijd veel minder kost dan een
restauratie. De restauratie van de dorpskerk
in Brunt heeft Vh miljoen gekost. Daarvan
kun je die kerk 100 jaar lang bijhouden! Het
is gewoon triest,' besluit Boeder, 'dat het
De Stichting Trompfonds en Stadsherstel
Historisch Rotterdam hebben het Gemeen
tebestuur van Rotterdam en de Minister van
WVC een concrete oplossing aangereikt
voor het behoud van drie 18de eeuwse
koopmanshuizen aan de Wijnhaven in Rot
terdam. Dit blijkt uit een rapport dat is aan
geboden aan B W van Rotterdam en de
bewindsman van WVC. Het is opgesteld in
[opdracht van het Trompfonds door een ex
tern deskundige, Prof, Ir A. F. van Weele,,
buitengewoon hoogleraar in de Funderings
techniek aan de T.H. Delft, met medewer-
jking van het Ingenieursbureau Hageman in
rijk wel wat meer aan het onderhoud gaat
doen, maar dat het aksent nog helemaal op
restauraties blijft liggen.'
Boeder doelt op de plannen van het ministe
rie meer subsidie voor onderhoud beschik
baar te gaan stellen. Het bedrag zal oplopen
van 4,9 miljoen thans tot 13 miljoen in
1994. De 4,9 miljoen wordt door de minis
ter 'meer symbolisch dan effektief'
genoemd.
Is 13 miljoen wel effektief? M.J. Winters
van de Rekenkamer houdt zich op de vlakte.
'Er is op centraal niveau nauwelijks zicht op
de onderhoudstoestand van ons monumen
tenpark,' zegt hij. 'En dat zal eerst moeten
veranderen.'
In zijn kommentaar geeft de minister van
WVC toe, dat het onderhoud van monu
menten een ernstig probleem vormt. Dat de
bestaande regelingen onvoldoende werken.
Dat meer nadruk gelegd moet worden op
onderhoud en minder op restauratie, onder
zoek hieromtrent lijkt hem zelfs overbodig.
In de praktijk - noot van de schrijver van dit
artikel - gaat het bij de diskussie onderhoud
of restauratie niet alleen om de vraag wat
goedkoper is. Er is ook nog zoiets als erger
nis of verdriet als een monument verkom
mert, omdat het niet wordt onderhouden.
De sloper ontdekt een nieuw slachtoffer,
restauratie is vaak onzeker, dat is een kwes
tie van heel lang wachten en veel geld bij-
eensprokkelen.
SUGGESTIES
Om het onderhoud van monumenten te be
vorderen doet de Rekenkamer enkele sug
gesties. Behalve subsidies toekennen, er op
toezien, dat eigenaren van monumenten na
een restauratie hun onderhoudsplicht nako
men en verbetering van het rendement van
het monument, pleit het adviesorgaan ook
voor regelmatige inspektie van monumen
ten. Eigenaren krijgen daardoor inzicht in
de onderhoudstoestand van hun monument.
Rijswijk. De voorgestelde oplossing is bo
vendien een handreiking voor het bouwen
over de Willemsspoortunnel heen Op basis
van welk stedebouwkundig plan dan ook.
Eerder dit jaar hebben het Trompfonds en
Stadsherstel, met steun van andere organi
saties zoals het Historisch Genootschap
Roterodamum. het Departement Rotterdam
van de Lighthouse Club en de Bond Heem
schut, bij het Gemeentebestuur en het mi
nisterie van WVC sterk gepleit voor het
behoud van deze zeer waardevolle gebou
wen naast het Witte Huis, die op de rijks
monumentenlijst staan.
Het zijn koopmanshuizen van het zoge
naamde Rotterdamse type (buitendijks en
öp de kade gebouwd), waarvan er na het
bombardement van mei 1940 en de wede
ropbouw geen andere meer in Rotterdam
bewaard zijn gebleven. Daarin woonden en
werkten de kooplieden, hadden zij op de
begane grond opslagruimte en de zeesche
pen konden roet hun lading 'voor de deur'
aanleggen.
Kleine reparaties kunnen alvast worden ver
richt. Kortom, de Rekenkamer pleit voor
een taak, die al op beperkte schaal door de
Stichting Monumentenwacht wordt verricht.
Monumentenwacht is een partikuliere in
stelling, waarvan de eigenaar van een mo
nument lid kan worden. Eind 1982, schrijft
het rapport van de Rekenkamer, bevonden
zich 3.635 monumenten in haar bestand.
Niet veel bij vergelijking met de 43.029
monumenten van het Register ('84), maar
de stichting bestaat pas 13 jaar en is snel
groeiende.
Toch heeft de Rekenkamer gelijk, als zij
schrijft, dat de inspektierapporten van Mo
numentenwacht maar een zeer beperkt in
zicht in de onderhoudstoestand van ons mo
numentenbestand geven. De minister maak
te zich op flauwe wijze van het probleem af.
'De rijksoverheid moet enige voorzichtig
heid betrachten bij het verplicht voorschrij
ven van een lidmaatschap van een particu
liere stichting om monopolisering te voor
komen,' schrijft hij.
Bij inspekties geeft Monumentenwacht ui
teraard een onderhoudsadvies. Welnu, na
gemiddeld drie jaar was dat advies slechts in
de helft van de gevallen door de eigenaren
van monumenten opgevolgd. Nogal streng
konkludeert de Rekenkamer, 'dat inspekties
maar beperkt bijdragen tot het tijdig verrich
ten van onderhoud.'
Omdat de Rekenkamer vooral naar de situa
tie in Gelderland had gekeken, voelt de heer
Boeder zich aangesproken. 'De Gelderse
Monumentenwacht bestond ten tijde van het
onderzoek nog maar 3 jaar,' zegt hij. Op dit
moment zijn de inspekties veel effektiever,
liggen de percentages veel hoger en, mocht
de eigenaar van een monument de zaak op
zijn beloop laten, dan is dat vaak te verkla
ren doordat hij op een restauratie wacht.
Aldus Boeder.
Bert Franssen
Op 17 april 1986 heeft de Rotterdamse ge
meenteraad - in afwijking van het aanvan
kelijke voorstel van B W - niet besloten
tot sloop, maar met een overgrote meerder
heid uitgeproken dat het College van B W
in overleg met het Ministerie van WVC de
'mógelijkheden tot behoud van de panden,
op basis van bij dat ministerie levende wen
sen, nader diende te onderzoeken en daarbij
de resultaten van een onderzoek op initiatief
van particuliere organisaties door externe}
deskundigen moest betrekken. De Gemeen-j
te heeft hier haar medewerking aan verleend
door de nodige gegevens te verstrekken. De
resultaten van dit onderzoek dienden begin
•juni op tafel te liggen.
Prof. Van Weele heeft een ingenieuze con
structie bedacht om de drie monumenten op
te vangen terwijl daaronder de spoortunnel
wordt aangelegd.
Het Trompfonds en Stadsherstel Historisch
Rotterdam zullen op basis van dit rapport
hun actie tot behoud van de historische
koopmanshuizen met kracht voortzetten.