Nieuwe subsidie
regeling onderhoud
monumenten
rr «n
-•■ .E
133
A
f
JB
e11 i o ii mimi Ó3-C.-C §r-c -zSahr-zBr-r-cë
Plattegrond van de kerk. Een gedeelte van ge begraafplaats.
de beuken werd in 1584 door brand ver
nield, waarna de resten in 1771 werden af
gebroken (A).
In 1821 werden de laatste overblijfselen af
gebroken (B).
De letter C geeft de plaats aan, waar de
toren staat, voordat deze in 1782 in het
schip stortte. Deze toren stond op de huidi-
In 1771 werd een nieuwe toren gebouwd
(D).
Deze staat er thans nog en vormt met E (het
oorspronkelijk middenkoor) de huidige
kerk.
In februari 1986 is een nieuwe regeling van kracht geworden met betrekking tot rijksbijdra
gen in het onderhoud van rijksmonumenten, waarvan inwerkingtreding terugwerkt tot en
met 1 januari 1986. Deze regeling is een vervolg op, en evaluatie van, de in 1981 ingestelde
Voorlopige Regeling Onderhoudssubsidie Monumenten waarmee inmiddels vijf jaar erva
ring is opgedaan.
tie van het neobarokke orgel (1843) met een
orgelgalerij op twee Dorische zuilen (1650)
is een speciale stichting in oprichting, zodat
het orgel geschikt gemaakt kan worden voor
concerten e.d. Dit komt tegemoet aan een
eis van de raad, dat het gebouw - voor
zover inpasbaar in de jaarlijks honderd ver
gaderingen - multifunctioneel gebruikt gaat
worden voorb.v. concerten.
Vóór het zover is, hoopt de nieuwe gemeen
teraad de eerste vergadering te houden in de
nieuwe ruimte. De officiële ingebruikname
zal dan in het najaar plaatsvinden. Dan zal
ook het boekje worden gepresenteerd, dat
met een krediet uit het Cultureel Fonds door
mevrouw Huisinga en de heer R. J. Wols,
streekarchivaris, wordt samengesteld in de
serie Clavis van de Middeleeuwse Bouw
kunst, uitgebracht door het Kunsthistorisch
Instituut te Utrecht.
Dan ook zullen met nog meer betekenis elke
woensdagochtend de 37 klokken van de bei
aard, bespeeld door Michel Gottmer, weer
klinken boven Etten-Leur, waar aan een ou
de kerk op een zinvolle wijze een nieuwe
bestemming zal zijn gegeven.
DE VOORLOPIGE REGELING
ONDERHOUDSSUBSIDIE
Imonumenten
|De Voorlopige Regeling werd in het leven
geroepen om eigenaren van rijksmonumen-
Iten financieel te steunen in de kosten van
[regelmatig onderhoud van hun bezit. Na-
jtuurlijk moet iedereen zorgdragen voor
igoed en regelmatig onderhoud van zijn
pand, maar bij bepaalde objecten met grote
monumentale waarde zijn de kosten van on
derhoud extra zwaar.
Men wilde van de kant van de overheid een
[stimulerende rol vervullen, maar het onder-
ihoud moest wel sober en doelmatig gebeu
ren. De bijdrage was dan ook vrij beperkt:
maximaal 3.000,-. Dat wil zeggen 30%
van maximaal 10.000,- onderhouds
kosten.
Dit werd algemeen ervaren als te laag om de
regeling werkelijk effectief te laten zijn.
De relatief geringe bijdrage en omdat men
de regeling aanvankelijk als te ingewikkeld
ervoer, leidden ertoe dat het beschikbare
budget nooit geheel aangesproken werd.
NIEUWE MAXIMUM 10.000-
De tekst van de nieuwe regeling getuigt
van het feit dat de minister van WVC
begrip heeft voor de veel geuite klachten.
Het subsidiepercentage is verhoogd tot
40%, het maximaal te verwerken bedrag
tot 25.000,- zodat nu een bijdrage mo
gelijk is van ten hoogste 10.000,-.
11 tlIII O-in
Uitzondering voor grote kerken
Een uilzondering kan gemaakt worden waar het extra onderhoudsge-;
voelige kerken betreft. Bij deze objecten overschrijden de jaarlijksej
kosten van onderhoud veruit het maximaal te verwerken bedrag van:
25.000,-, terwijl de eigenaren slechts een fractie van de benodigde;
middelen op tafel kunnen brengen. Om voor deze verhoging van de;
subsidie tot maximaal 40.000,- in aanmerking te komen, moet wel!
aannemelijk worden gemaakt dat over een periode van tien jaar,!
jaarlijks meer dan 25.000,- aan onderhoudswerkzaamheden zal;
moeten worden besteed. Dit moet aangetoond worden door middel!
van een meerjaren-onderhoudsbegroting voor een periode van tien!
jaar, die is gebaseerd op een bouwkundig inspectierapport, gespccifi-j
ceerd per onderhoudswerkzaamheid en die door de minister omvan
gen moet zijn voordat begonnen wordt met dc onderhoudswerkzaam-i
heden waarop het eerste jaar van de meerjarcnonderhOudsbegroting
betrekking heeft.
Voor welke categorieën monumenten geldt het?
De nieuwe regeling voorziet naast een wijziging van het subsidiepcr-i
ccntage en -bedrag ook in een verruiming van het aantal categorieën
monumenten waarop dc regeling van toepassing is. Volgens artikel 4;
kan 'subsidie verleend worden in dc door dc minister noodzakelijk!
geachte kosten van onderhoudswerkzaamheden aan de volgende mo-;
numenten of delen van monumenten: j
a. kerkgebouwen;
b. kastelen, historische landhuizen cn buitenplaatsen;
c. hofjes van liefdadigheid; 1
d. stoomgemalen;
c. opstallen en begraafplaatsen;
f. het rietendak van boerderijen met een agrarische functie; j
g. orgels.
Nieuw hierbij zijn de categorieën c, d, e en f.
c. Hofjes van liefdadigheid
Complexen met hofjeswoningen die als zodanig zijn gesticht en
gebouwd en waarvan de bestemming sinds de stichting niei is gewij-;
zigd. j
d. Stoomgemalen
Op de Rijksmonumentenlijst geplaatste stoomgemalen (12 van de in=
totaal 23), voorzover geen eigendom van een lager publiekrechtelijk;
lichaam. j
e. Opstallen op begraafplaatsen j
Aula's, zerken, grafhuisjes, grafkapellen, praalgraven en hekken op
begraafplaatsen uiteraard voor zover op de rijksmonumentenlijst ge-|
plaatst.
f. Rieten daken van boerderijen meteen agrarische functie j
Een bijdrage kan worden verstrekt in de kosten van werkzaamheden;
om een rieten dak in stand te houden. Deze werkzaamheden kosten'
veel geld en komen de bedrijfsvoering op zich niet ten goede. Het rijk
móet wei bijspringen, willen niet binnen korte tijd vele rieten daken!
vervangen worden door bijvoorbeeld golfplateni
Wanneer het om algeheel herstel van rieten daken gaat, zal men een'
resiauraiicsubsidie moeten aanvragen.
g. Orgels
Voor orgels gelden afwijkende bedragen. In dc oude situatie was een
onderhoudssubsidie mogelijk van maximaal 750,-, in de nieuwe
regeling is dit verhoogd tot maximaal 1.200.- (40% tot maximaal
3.000,- per jaar).
Van restauratie naar onderhoud
Dc verruiming van het aantal monumenten dat in aanmerking kan
komen voor een onderhoudssubsidie betekent uiteraard dat meer mid
delen beschikbaar moeten komen. Daarin is echter in de meerjaren
ramingen reeds voorzien.
Immers één van de beleidsvoornemens die minister Brinkman heeflj
geuit in de Nota over de Monumentenzorg uit 1984 was te komen tot
een verschuiving van middelen van de restauraficsector naar de onder-
houdssector.