spy*-? pJutLMi mk m JL Tekening van de Ettense pastorie en kerk van Vincent van Gogh, gemaakt in 1876. (Uit: Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Stad en Land van Breda 'De Oranjeboom', 1983) rigens waren deze slechts gering in aantal, zodat zij aan een gedeelte van de kerk, de drie koorbeuken (B - E - B op tekening plattegrond), voldoende ruimte hadden. Verwaarlozing van het gebouw had tot ge volg, dat in 1732 de oude romaanse toren instortte, waardoor de middenbreuk van het schip werd verpletterd en slechts het drie- beukige koor overbleef. Ongeveer 40 jaar later, in 1771 werd een nieuwe toren ge bouwd naar een ontwerp van Philip Willem Schonck, architect van Prins Willem V, ba ron van Breda. De plaats van deze toren, die er thans nog staat, is ongeveer het middel punt van de voormalige hallenkerk. In dat jaar werden ook de ruïnes van de zijbeuken van het schip verwijderd. Weer 50 jaar later in 1821, werden ook de zijbeuken van het koor (letters B) gesloopt en werden de open ruimten tussen de zuilen van het koor dichtgemetseld. Zo ontstond de huidige kerk, bescheiden van vorm, maar toch altijd nog zeer aantrekkelijk en beeldbepalend voor de Markt in Etten-Leur, waar naast deze kerk in 1776 een nieuw raadhuis verrees in classicistische trant, evenals de kerktoren, een ontwerp van de prinselijke architect Schonck. Vier rijen lin debomen met aan weerszijden huizen, waarvan negentien panden onder Monu mentenzorg vallen en een moeierboom, die vermoedelijk in 1774 werd geplant, geven de Markt een karakteristiek aanzien. VINCENT VAN GOGH Een voor de nieuwe bestemming niet rele vant, maar desondanks toch interessant deel van de levende geschiedenis van de Neder landse Hervormde Kerk in Etten is dat de vader van Vincent van Gogh hier als domi nee heeft gediend en wel van 1875 tot 1882*. Vincent woonde toen weliswaar niet meer thuis, maar zijn brieven aan broer Theo geven toch een beeld van deze fase in zijn leven. Wat dominee Van Gogh voor zijn gemeente heeft betekend is tot op zeke re hoogte in het archief van de hervormde gemeente van Etten te vinden. In de periode, dat Vincents' vader dominee in Etten was, had Vincent samen met broer Theo een betrekking bij de internationale kunsthandel Goupil in Parijs. Vincent kon de bevestiging op 25 oktober 1875 dan ook niet bijwonen, maar het ouderlijk huis bleef voor hem een plaats, waar hij steeds terug keerde tijdens de woelige periode in zijn leven. De kerstdagen van 1875 bracht hij door op de pastorie naast de hervormde kerk en na een paar maanden in Engeland onder wijs te hebben gegeven en zelfs het bijbel woord te hebben verkondigd, werd voor hem een plaatsje vrijgemaakt bij de boek handel Van Blussé en Braam in Dordrecht, in het voor hem ongeschikte handelsvak. De roeping tot dominee en de wens in de voetsporen van zijn vader - die hij zeer bewonderde - te treden, liet hij echter niet varen en hij vertrok na de kerstdagen van 1876 en in mei 1877 thuis te zijn geweest, naar Amsterdam om het Staatsexamen Gymnasium af te leggen en zo de theolo giestudie te kunnen aanvangen. Het stude ren viel hem niet mee. 'Toch zijn Grieksche lessen in het hartje van Amsterdam, midden in de Jodenbuurt, op een zeer warmen en drukkenden zomermiddag, met het gevoel dat vele moeilijke examens, die door zeer geleerde en listige Heeren professoren zul len worden afgenomen, boven het hoofd hangen, we eens meer benauwend dan de Brabantse korenvelden, die nu wel zeer mooi zullen zijn op zulk een dag', zo staat er in één van zijn brieven. Na de Kerstdagen in 1877 op de pastorie te hebben doorgebracht, kreeg Vincent een maand later bezoek van zijn vader en samen bekeken ze de resultaten van zijn studie. Het mocht niet baten, ook de studie voor het staatsexamen mislukte, zodat in Nederland een opleiding tot predikant onmogelijk was geworden. In Brussel zou Vincent later in Uit Jaarboek Oranjeboom Breda 'De familie Van Gogh te Etten (1875-1882)' van Anieta van Geer- truy het jaar de Opleidingsschool voor Evange listen gaan bezoeken en tot die tijd bleef hij thuis in Etten, waar hij samen met broer Cor tekeningen maakte van Etten en omgeving. Na drie proefmaanden op de school in Brus sel, kreeg Vincent toch geen aanstelling als evangelist daar. Een tijdelijke aanstelling als evangelist in de Borinage volgde, maar ook dat mislukte. In de periode, die daar op volgde, begon de belangstelling voor het tekenen te groeien tijdens zijn verblijf op het atelier van een schilderende dominee: zijn geloofstwijfels, de afnemende bewondering voor zijn vader en de ontgoocheling over de mislukte plan nen verwerkte hij in de Borinage. De cor respondentie en bezoeken aan thuis werden schaars. De 27-jarige Vincent besloot zich te bekwamen in de schilderkunst en vestig de zich in november in Brussel, zijn broer Theo voorzag in zijn levensonderhoud, voor het gezin Van Gogh een grote financiële ontlasting, het tractement van de predikant Van Gogh was bescheiden en er waren nog twee opgroeiende kinderen, die geld kostten. VAN GOGH TEKENDE ETTEN Via Theo leerde Vincent de vijf jaar jongere Anton van Rappard kennen. Deze Zeiste- naar had enkele jaren in Amsterdam op de kunstacademie gezeten. Hun belangstelling voor natuur en arbeiders kwam aardig over een. De werkkamer van Van Rappard werd hun beider atelier en toen deze dan ook Brussel verliet, bleef Vincent - door geld gebrek gedwongen - niets anders over dan de zomer in Etten door te brengen. In au gustus werd hij in het bevolkingsrégister ingeschreven als 'kunstschilder'. Meer dan vijftig tekeningen maakte hij in deze perio de, van Etten en onder meer van zijn zus Wil, voor een tekening van zijn vader ge bruikte hij een portret. Later zou hij spijt hebben niet meer familieportretten te heb-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 31