Het Rectorshuis of de 'Latijnsche School' MTS-LEERLINGEN BRACHTEN BAL VAN RESTAURATIE AAN HET ROLLEN Het recentelijk gerestaureerde Rectorshuis in Almelo, dat door Heemschut Overijssel wordt voorgedragen voor de Jubileum Res tauratie-prijsvraag van Heemschut is vooral dankzij zijn geschiedenis een interessant gebouw. Het uiterlijk is minder opmerkelijk en heel sober. Het heeft een duidelijk vroeg 19e eeuws karakter. De restauratie heeft nogal wat voeten in aarde gehad. Een gecombi neerd initiatief van particulieren, de Ge meente èn het onderwijs heeft er tenslotte toe geleid dat, zonder subsidie van WVC, het pand in oude luister wordt hersteld. Almelo, een stad met 63.000 inwoners, telt slechts 17 wettelijk geregistreerde monu menten. Deze en andere monumenten van historisch belang zijn bovendien nog in ge vaar omdat Almelo al een aantal jaren een zogenaamde 'Artikel-12 gemeente' is, dat wil zeggen dat de gemeente onder curatele staat en bij iedere financiële beslissing toe stemming van hoger hand moet krijgen. Ex tra posten voor bijvoorbeeld kostbare res tauraties zijn dan al gauw uit den boze. DE LIGGING VAN HET RECTORSHUIS Het Rectorshuis aan de Korte Prinsenstraat 2 lag oorspronkelijk in het oudste gedeelte van Almelo, de Bartelshoek. Nabij de schutsluis, de Schuttenkolk genaamd, waar van het water destijds tot vlak aan de Korte Prinsenstraat stroomde. In deze buurt vond de opslag en overslag van goederen plaats. Vooral met Zwolle werd veel handel gedre ven. Er woonden dan ook vele schippers en kooplieden. Eind vorige eeuw vestigden zich hier de textielfabrieken van Bendien aan de Holtjesstraat. Fabrieken, kantoren en arbeiderswoningen veranderden in de loop van deze eeuw het stadsbeeld volledig. De Bendien fabrieken werden in de jaren ze ventig gesloten en bijna volledig afgebro ken. In verband met de sanering van dit stadsgedeelte werd ook de rest van de be bouwing grotendeels gesloopt. Het is de be doeling dat het hele gebied weer een woon bestemming krijgt. Honderden woningen werden inmiddels opgeleverd en er zullen nog vele gebouwd worden. Het Rectorshuis ligt op de rand van dit gebied. Aan de over kant van de Korte Prinsenstraat staan inmid dels rug-aan-rug woningen en vanaf de Prinsenstraat hebben bejaarden vanuit hun galerijwoningen een prachtig uitzicht op het Rectorshuis met de serre. GESCHIEDENIS0 In 1783 werd de 'Latijnsche School' opge richt. Maar vóór die datum was in hetzelfde pand al een 'Fransche School' onderge bracht, gesticht door de graaf van Rechte- ren, heer van Almelo en Vriezenveen. De vroegste gegevens hierover dateren uit 1729, toen een zekere Franciscus Carolus Mollvanger bij de graaf solliciteerde naar de functie van onderwijzer. Het schoolgebouw en de woning waren eigendom van de graaf en de organisatie van het onderwijs werd tot 1827 door hem geregeld. Gegevens over het stichtingsjaar van de franse school en over de bouw van het pand ontbreken echter. In de lijst van rectoren is Johan Gottlob Erler een belangrijke figuur geweest. Hij leidde de school van 1783 tot 1826. De school stond in die periode hoog aange- Het rectorshuis in restauratie. Op de voorgrond de serre. (Foto Annemarie ten Cate) schreven en leerlingen kwamen zelfs uit Kampen en Zutphen. De rector had dan ook meestal kostgangers in huis, hetgeen voor hem welkome neveninkomsten betekende. Na de dood van rector Erler, verkocht de graaf het woonhuis, de school en tuin aan de gemeente voor de som van 4.000 gulden. Er werd een nieuwe rector Jan Franciscus van Bemmelen aangesteld. In 1826 werd er ver bouwd; het onderwijs werd opgedeeld in een latijnse en een middelbare afdeling en er was behoefte aan een tweede lokaal. Teke ningen zijn er van deze verbouwing niet bewaard gebleven, maar wel een uitgebrei de bestekbeschrijving. Achter de woning werd een nieuwe vleugel aangebouwd met ruimte voor twee leslokalen. Aanvankelijk was het woonhuis symmetrisch, met twee raampartijen aan weerszijde van de ingang. In de plattegrond is deze symmetrie nog duidelijk herkenbaar. Hoogstwaarschijnlijk werd al bij deze verbouwing de schoolvleu- gel doorgetrokken tot aan de straatkant, waarbij de huidige a-symmetrische vorm van de voorgevel is ontstaan. Het oude les lokaal, rechts van de deur, werd omge bouwd tot vier kleine logeerkamers. Het aantal leerlingen nam steeds meer toe. In 1841 telde de school ca 30 jongens, wel ke bijna allen onderwijs aan de middelbare afdeling genoten. In kleinere 'fabrijckplaet- sen' als Almelo was daar blijkbaar meer behoefte aan. In 1861 vond er daarom we derom een verbouwing plaats. Ook hiervan is alleen een bestekbeschrijving bewaard. De schoolvleugel werd naar achteren ver lengd, alle binnenmuren werden afgebroken en vervolgens opnieuw opgetrokken zodat er ruimte kwam voor drie lokalen. Over de staat van de leslokalen en het Rectorshuis bestaat verder een uitgebreide correspon dentie. De toenmalige rector Barend Mul der (rector vanaf 1831) klaagt in vele brie ven bij Burgemeester en Wethouders over het slechte onderhoud en schoonhouden van de lokalen en het huis. In 1873 werd bij raadsvergadering besloten de latijnse school op te heffen en een Hoogere Burger School te stichten. Mulder werd ontslagen, maar mocht tot aan zijn dood in het huis blijven wonen. Ook kreeg hij de beschikking over een lokaal, zodat hij aan liefhebbers nog onderricht kon geven. De woning verkeerde inmiddels in een zeer slechte staat van on derhoud. In 1875 vond er dan ook weer een verbouwing plaats. Ook hiervan is de be stekbeschrijving aanwezig. De schoolvleu gel werd aan de achterzijde met bijna acht meter bekort en het dak werd grotendeels vernieuwd. In 1884 richte de aannemer-timmerman Bernardus Vixseboxse zich tot de gemeente raad met het verzoek of de gemeente genegen is de zogenaamde Rectorswoning met annexe lokalen en bijliggende grond voor een billijken prijs te verkopen'. On danks bezwaren van buurtbewoners kocht hij het geheel nog in hetzelfde jaar voor 5.000 gulden. In de tuin bouwde hij een werkplaats, die dienst deed als houtopslag en zagerij. Rond 1896 kocht hij de serre, afkomstig van een gesloopt pand, en plaat-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 22