CONSUMENTEN
ACTIE SHELL
120
men door zure-regenscheurtjes regelmatig
stukken natuursteen naar beneden.
Het verschijnsel dat vroeger de 'tand des
tijds' heette, wordt nu in wetenschappelijke
kringen 'zure depositie' genoemd: zure re-
genschade. Het gaat werkelijk om een lang
zame, heimelijke sluipmoord, terwijl op het
moment dat de werking zichtbaar wordt, het
voor het materiaal zelf meestal al te laat is.
DSM, Esso en Shell behoren tot de top tien
van de vaderlandse verzuurders: men houdt
zich daarom bij deze instellingen muisstil.
Momenteel wordt het milieubederf (en dus
vooral de zure regen) landelijk gemeten.
Een bezoek aan ir. H.Jvan de Wiel, hoofd
van de afdeling chemische meetmethoden
van het Laboratorium voor Luchtonderzoek
van het Rijksinstituut voor Volksgezond
heid en Milieuhygiëne in Bilthoven leert,
dat sinds 1972 al metingen van de industrië
le luchtverontreiniging plaatsvinden. Toen
werd het gestart in verband met de volksge
zondheid, niet met het oog op het milieu.
Helaas wordt de hoeveelheid ammoniak
(NH 3 met een chemische formule) in de
Nederlandse lucht niet continu gemeten.
Het uit mest vrijkomende ammoniak heeft
de ongelukkige eigenschap in een chemisch
evenwicht met vaste deeltjes in de lucht te
raken waardoor goede meetuitkomsten niet
eenvoudig te bereiken zijn. Toch kan in de
toekomst een beter resultaat worden bereikt
door NH 3 - concentraties scannend vanuit
een meetwagen in de greep te krijgen.
Bovengenoemd TNO-rapport van R.W.
Lanting over zure regen behandelt de ver
schillende materialen, die door zure regen
aangetast worden.
NATUURSTEEN
Natuursteen is in drie groepen te verdelen:
stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en
metamorfe gesteenten.
Voorbeelden van stollingsgesteenten: basalt
en graniet.
Voorbeeld van een sedimentgesteente is
kalk, veelal opgebouwd uit kalkresten van
bijvoorbeeld schelpen.
Voorbeelden van metamorfe gesteenten zijn
marmer (door hoge druk uit kalksteen ont
staan) en leisteen (idem, uit klei ontstaan.)
Bakstenen komen voort uit afbraakproduc
ten van natuursteen, die door de rivieren
worden afgezet, aan hun oevers afgezet. Als
ze uit kalkrijke klei gemaakt worden, wor
den ze in gebakken staat geel, terwijl de
rivierklei van midden-Nederland veel ijzer
bestanddelen bevat, die leiden tot een rode
kleur (bij het bakken). Cement bestaat uit
zeer fijn gemalen natuursteen, met name
kalksteen (denk aan de ENCI te Maastricht
en het voorlopig geredde Mergelplateau in
Zuid-Limburg).
INWERKING, VERWERING,
ZURE REGEN
Gesteenten veranderen bij het blootstellen
aan de lucht en de invloed van vocht- en
temperatuurwisselingen. Dit proces is: ver
wering.
Helaas raken delen van het gesteente los van
het oppervlak, er ontstaan scheuren en ge
hele stukken kunnen loslaten. Natuurlijk
versnelt luchtvervuiling dit proces aanmer
kelijk. Temperatuurwisseling en vocht zijn
de belangrijkste oorzaken van verwering.
Uitgespoelde zouten, die via neerslag van
water aan de buitenkant van de steen achter
blijven, vormen een patinalaag. Zuur lost de
kalksteen op twee manieren op:
a) Het bindmiddel dat kalk bevat, lost op.
De steen komt als los zand aan elkaar te
zitten.
b) De kalksteendeeltjes zelf gaan oplossen.
De steen wordt poreus.
Het zwavelzuur reageert met het kalk van
het bouwmateriaal en vormt op deze wijze
calciumsulfaat oftewel gips dat in water re
delijk goed oplosbaar is.
Het nu zich vormende gips wordt aan de
buitenkant van de kalksteen afgezet (vgl.
Affiche van de actiegroep Greenpeace.
Nationaal Monument op de Dam, Am
sterdam).
Roet en stof hebben nu vrij spel op het ruw
geworden oppervlak van het natuursteenop
pervlak (chemische aantasting). Kalkrijke
stenen krijgen dan ook vaak een dikke,
zwarte en ruwe korst van gips, stof en roet.
Helaas kan de steen daardoor niet meer
goed ademen en ze blijft vochtig achter deze
vieze, ondoordringbare afdeklaag. Het op
lossingsproces van kalk gaat nu ongehin
derd verder.
De temperatuurswisseling bij zwarte vlak
ken, die sneller warmer worden dan witte of
grijze spelen ongetwijfeld ook een rol. De
gipslaag die zich bevindt op plekken die niet
direkt aan de regen blootgesteld zijn wordt
hoe langer hoe dikker en valt op een bepaald
moment van het oppervlak naar beneden.
Dit proces wordt nog versneld door het af
wisselend bevriezen en dooien van water
onder de beschreven gipskorsten. Nu wordt
het buitenste laagje er gewoonweg afge
duwd. Dit procedee begint daarna weer van
voren af aan. Omdat de beschermende pati
na mee afgevallen is, gaat de verdere aan
tasting nog veel sneller.
De inwerking bij bakstenen is al even fataal.
Ze worden aan de buitenkant bros en vallen
uiteen. Het voegwerk, het cement is uitge
sleten. Diep zijn de voegen tussen de stenen
teruggetrokken: totaal uitgespoeld. Bij top
gevels die altijd de volle laag krijgen van de
wind, is dit goed te zien. Bij doorgaand
bederf gaat de baksteenmuur 'doorslaan'.
Natuurlijk dringt ook hier vocht steeds ge
makkelijker door dit poreuze materiaal: een
snel verlopend proces. Uiteindelijk vallen
de bakstenen helemaal uit elkaar (vgl. na
tuursteen). Bij diep uitgesleten voegen drin
gen de zuren ook boven en onder de bak-
steenlagen door. Bijvullen van de voegen
met portlander cement heeft een averechts
effekt: de nieuwe voegen drukken de stenen
kapot. Bij beton heeft de zure regen niet
zoveel kans: per jaar verdwijnt er 0,1 milli
meter van het oppervlak. Alleen als het
vocht de metalen wapening bereikt, is het
foute boel. Dan gaat het ijzer roesten, het
zet uit en drukt het beton snel kapot. Uiter
aard gaan ook de ijzeren pennen in natuur-
en bakstenen muren roesten.
METALEN
De aantasting van metalen hangt af van het
dunne buitenste laagje. Dat laagje heeft met
zuurstof uit de lucht gereageerd en be
schermt zo het onderliggende metaal tegen
aantasting. Bij ijzer en zink lost dit laagje
heel gemakkelijk op. Op deze wijze wordt
het onderliggende materiaal door zure regen
aangetast.
Helaas worden onze bronzen luidklokken en
beiaarden door zure regen aangetast. Door
de luchtvervuiling vermindert de wanddikte
van de klok. De toon wordt lager en de
klokken worden vals (de klank). In dakgo
ten die uit lood en zink zijn samengesteld
bevindt zich dikwijls water met stof en blad-
resten die sulfaten bevatten. Het daaruit ont
stane zwavelzuur tast de goten heel spoedig
aan. Om de daaruit ontstane lekkages en
vervangingen te vermijden past men daarom
liever plastic goten toe.
Ook bij papier (archieven) en textiel treedt
zure regen-schade op. Dat geldt ook voor
gebrandschilderd glas en verflagen aan de
buitenzijde van gebouwen.
VERF
Stikstofoxiden en andere gassen, vaak af
komstig uit de uitlaat van auto's en van de