Oud-Twente in
kunstwerken
Gerenoveerde woningen aan de Vinkenstraat in
Groningen. Architect: Koop. Archit. Werkplaats
Groningen.
schillende beeldbepalende panden ter spra
ke die op passende wijze zijn verbouwd tot
wooneenheden. Om er enkele te noemen:
het pand 'Achter de Muur', het middengast
huis, de pakhuizen IJlst, Hoge- en Lage der
Aa, 'Het Eiland' aan de Oosterkade en de
Zuiderkerk met de architektonisch wel ge
slaagde aansluitende nieuwbouw in de Coe-
hoomsingel en Driemolendrift. Andere pro
jecten van stadsvernieuwing die ter sprake
komen zijn: particuliere projecten (waarvan
de bekendste: het Westereiland, de Akade-
mie Minerva, de Fongersstede, de nieuwe
Universiteitsbibliotheek en het Hunzehuis
bij het station, zijn opgenomen); het herstel
van de kademuren; buurtstalling; buurthui
zen; woonomgevingsplannen en verbouw
van bedrijven tot wooneenheden.
Wie het boekje bestudeert komt stellig tot
de conclusie dat er veel gebeurt om de stad
Groningen leefbaar te houden. Helaas is
niet iedere vernieuwing een verbetering.
Voor vernieuwing moet altijd iets plaats
maken. Zo heeft de beeldbepalende Stroop-
fabriek van Scholten aan de Turfsingel (een
monument van industriële vormgeving)
plaatsgemaakt voor een nogal onprettig
wooncomplex 'Bleekveld' waarvan in het
boekje Stadsvernieuwing alleen de buurt
stalling en de groenplek zijn opgenomen.
'Stadsvernieuwing gaat nooit snel genoeg'
zegt PvdA wethouder Gietema in zijn voor
woord, maar misschien is dat maar goed
ook.
Gerestaureerd Groningen heeft de nogal
pretentieuze ondertitel: 'Restauratie en re
habilitatie van historisch waardevolle ge
bouwen in de binnenstad van Groningen
1975-1985'. Het gaat gewoon over monu
menten en beeldbepalende gebouwen (ker
ken, scholen, gast-, pakhuizen, winkelpan
den en woningen) die in de laatste tien jaar
zijn gerestaureerd en door die restauratie in
zekere zin 'gerehabiliteerd'. Ook in dit
boekje een selectie. De nadere informatie
bij de besproken projecten is nogal ongelijk
waardig. Soms wordt de geschiedenis van
het pand, soms de architectonische vormge-
113
ving besproken. Maar vaak blijkt nergens
waarop de restauratie van toepassing is.
Liever had ik bij de zakelijke gegevens op
genomen gezien wat de restauratie behels
de. Nog meer onnauwkeurigheden kan men
noteren, bijvoorbeeld: storende zetfouten
(o.m. in eigennamen), onjuiste vermelding
van architecten (Hinkaertshuis, nr. 31 wordt
gerestaureerd door architectenburo Ir.
L. W. Barneveld voorheen P. L. de Vrieze).
In dit verband zal het de architecten zeker
storen dat de heer W. Brouwer (die als
hoofd van de gemeentelijke Stichting Stads
herstel zeker goed werk doet) nu als archi
tect is opgevoerd. Opvallend is ook dat één
derde van de besproken projecten slechts is
voorzien van een foto van vóór de restaura
tie, waardoor de lezer niet kan zien wat het
na restauratie geworden is. Onnodig zijn
ook de doublures met het boekje Stadsver
nieuwing. Het is mij onduidelijk wie bij de
onderhavige restauraties de subsidies ver
leend hebben. Uit de inleiding begrijp ik dat
per wooneenheid (teleenheid) maximaal
50% van 150.000 gesubsidieerd kon wor
den door alle overheden tesamen. Maar van
dit rekensommetje wordt mij nog niets dui
delijk; met name blijft onduidelijk wat nu
het wezenlijke aandeel van de gemeente
Groningen in deze subsidies is geweest. Het
is mij dus volkomen duister waarom Gro
ningen deze selectie als representatie pre
senteert. Het lijkt erop dat de gemeente
zichzelf op de borst wil kloppen wat haar
bereidheid betreft oude panden te restaure
ren. Dat mag en het is toe te juichen dat de
gemeentelijke Stichting Stadsherstel daartoe
ruime middelen tot haar beschikking heeft.
Het is jammer dat Stadsherstel BV, die
voorheen (in de jaren '72-'82) goede dien
sten bewezen heeft en in Groningen de aan
zet heeft gegeven tot het herstel van monu
mentale en beeldbepalende woningen, in de
inleiding onvermeld bleef.
Het is niet te verwachten dat de kopers van
deze boekjes ze zullen gebruiken als gidsje;
de boekjes zijn door hun formaat tamelijk
onhandzaam. Het boekje Wandeling door
de stad Groningen is wel een handzaam
boekje. Het voorziet in een behoefte omdat
de Wandeling door Oud Groningen van
Mr. G. Overdiep niet herdrukt wordt. In dit
nieuwe boekje zijn drie wandelingen door
het centrum opgenomen, die afzonderlijk
maar ook aansluitend gelopen (en gelezen)
kunnen worden. De auteur ziet kans om in
de beknopte beschrijving veel uiteenlopen
de informatie te geven. Aandacht wordt be
steed aan architectuur en architectonische
elementen (waar mogelijk worden de archi
tecten vermeld). Leuk is ook dat beroemde
persoonlijkheden (schilders en schrijvers)
worden genoemd als bewoners van histori
sche panden (beknoptheidshalve had de au
teur wat mij betreft vermelding van W. F.
Hermans achterwege mogen laten). In het
boekje komt het stadsbeeld ter sprake zoals
de wandelaar dat ziet; niet alleen oude maar
ook jongere architectuur. Terecht is er aan
dacht voor de Singelgordel (aan de zuidkant
van het centrum), voor jugendstil en voor
na-oorlogse invulling van open plekken.
Het is wel jammer dat de vormgever een
zeer smalle binnenmarge heeft genomen,
daardoor ben ik aldoor bang, wanneer ik het
boekje opensla, het te breken.
E. v.d. W.
1973-1985 Twaalf en half jaar stadsvernieuwing
Groningen, uitgegeven door de dienst Stadsontwik
keling en Volkshuisvesting van de gemeente Gro
ningen, Groningen 1985; Gerestaureerd Groningen
Restauratie en rehabilitatie van historisch waarde
volle gebouwen in de binnenstad van Groningen
1975-1985, uitgegeven door Bureau Voorlichting
van de gemeente Groningen (met teksten van Diede-
rik van der Meide, Klaas Arie Beks en Dick Berg
man), Groningen 1986; prijs per deel 10,-. Trijnie
Hartman. Wandeling door de stad Groningen, Re
gio Project Groningen/ Boekhandel Boomker, Gro
ningen 1986, herdruk verschijnt in mei 1986; prijs:
5,90.
In het Rijksmuseum Twenthe te Enschede
zijn tot 28 mei 1986 bijna 160 prenten,
tekeningen en aquarellen te zien geweest
van Twentse buitens, kerken, stadsgezich
ten, kastelen, boerderijen, molens en land
schappen. Deze waren tentoongesteld ter
gelegenheid van het afscheid van drs. A. L.
Hulshoff als directeur van dit museum per 1
juli 1986. De expositie droeg de naam
'Twente te pronk'.
Een uitgebreide catalogus verscheen onder
dezelfde naam. Het is een zorgvuldig uitge
voerd boekwerk geworden waaruit men een
indruk kan krijgen hoe Twente er in vroeger
jaren ongeveer moet hebben uitgezien. De
samenstellers zijn bewust gestopt in 1900
omdat nadien het aantal uitbeeldingen van
Twente zodanig is gegroeid, dat alleen al
met deze jongere werken vele boekwerken
zouden kunnen worden gevuld.
Wat in dit boek, in deze uitgebreide en
toelichtende catalogus, te zien is verrast
door veelzijdigheid. Een grote variatie aan
bouwwerken, stadgezichten en landschap
pen is in de loop der eeuwen door zeer
uiteenlopende kunstenaars, soms aandoen
lijk eenvoudig, vaker verrassend mooi op
papier of doek vastgelegd. Een beeld ont
staat van een Twente dat wij graag hadden
gekend, al is het de vraag of we die tijd ook
zouden terugwensen. Duidelijk wordt dat
veel moois in de loop der tijden is teloorge
gaan.
Aardig is tezien hoe bijvoorbeeld kerktorens
door de geschiedenis heen veranderen van
vorm en afmeting en hoe kastelen gedaante
verwisselingen hebben ondergaan.
Een verrassend boek.
RD
H. Hagens en B. Olde Meierink, Twente te pronk,
drie eeuwen verbeeld in prenten, tekeningen en
aquarellen 1600-1900, Stichting Matrijs, Utrecht,
1986, 208 bladzijden, 29,90, na 1 juli 1986
39,90 (ISBN 90-70482-30-4).