Gebouwen
Keppelsche onder
sloophamer
110
LOT OUDSTE GIETERIJ DEFINITIEF BEZEGELD
Het kon niet uitblijven. Het historische fa
briekscomplex van de voormalige 'Keppel
sche Ijzergieterij', dat twee jaar geleden al
goeddeels werd ontmanteld, is vrijgegeven
voor de sloop. De finale van dit treurspel
lijkt onafwendbaar. Pogingen om, in het
Oostgelderse Laag Keppel, nog iets te red
den van de oudste gieterij van Nederland
zijn op niets uitgelopen.
Het ambtelijk advies voor de sloopaanvraag
van dit failliete 'werkende museum' is posi
tief. Niets lijkt daarom de vereiste sloopver
gunning van het ministerie van WVC meer
in de weg te staan. Op de vrijkomende
plaats aan de Oude IJssel zullen, ten bate
van de schuldeisers, ongeveer 30 riante
landhuizen worden gebouwd.
Het doek over de uit 1794 daterende Kep
pelsche viel feitelijk al in maart 1984, toen
de complete inventaris op last van de cura
tor onder de hamer kwam (zie mei-nummer
Heemschut 1984, nr. 5, bladzij 106, en
juli/augustus-nummer 7/8, pag. 145). Zon
der die inventaris was sprake van een dusda
nige onttakeling, dat niet meer van een wer
kend museum kon worden gesproken. Hét
Openluchtmuseum in Arnhem wist op de
veiling - met in allerijl verstrekt overheids
geld - nog twee kavels met historische mal
len en modellen te redden, het overige van
de waardevolle inventaris ging naar souve
nirjagers of de schroothandel. De datum van
de veiling viel - hoe schrijnend - ongeveer
vier maanden nadat het complex op de mo
numentenlijst was geplaatst en op dezelfde
dag, dat Gedeputeerde Staten van Gelder
land zouden beslissen over het provinciaal
aandeel in de steunverlening (jaarlijks
50.000 in de exploitatie en 55.000 als
eenmalige bijdrage). Pogingen om de roe
rende goederen vooraf onderhands aan te
kopen mislukten, omdat de toegezegde
100.000,- van het ministerie van WVC
pas op de dag van de veiling beschikbaar
bleek en toen was het te laat.
STROHALM
De ambachtelijke museumfunctie was de
laatste strohalm voor de Keppelsche Ijzer
gieterij. Deze kon het als kleinschalig be
drijf, met een gedeeltelijk 19e eeuwse pro-
duktiewijze, economisch niet bolwerken te
gen de moderner en efficiënter werkende
concurrentie. Doordat museum en bedrijfs
matig gedeelte onlosmakelijk met elkaar
verbonden waren werd de museale functie
meegesleept in het faillissement van het be
drijf. Een overheidskrediet van 700.000,-
- om museum en werkgelegenheid voor 30
mensen te behouden - bleek te weinig om
het onheil te keren. De schulden lagen begin
1984 al boven de 2Vi miljoen.
Twee elkaar opvolgende stichtingen slaag
den er met hun plannen niet in om de kloof
'aanvaardbaar' voor de schuldeisers te over
bruggen. Men was er telkens bijna, maar
net niet helemaal
Het idealisme van de redders heeft het moe
ten afleggen tegen de meer zakelijke wijze
van cliëntele-behartiging van de curator.
Die maakte bijvoorbeeld een arob-produce-
re aanhangig omdat hij plaatsing op de mo
numentenlijst als een belemmering zag bij
de verkoop van het gebouwencomplex. Ten
behoeve van de schuldeisers moest 'vrij'
worden opgeleverd.
Hoewel hij zelf een flink aandeel in de ont
luistering heeft gehad constateerde curator
mr. Winters, dat, na de veiling van de in
ventaris, geen sprake meer was van een
monument. De ambtelijke adviezen lijken
hem daarin thans gelijk te geven. De basis
voor een werkend museum is aan de Kep
pelsche ontvallen, de 'uitgeklede' opstallen
hebben officieel inderdaad geen monumen
tale waarde meer.
VRAAGTEKENS
Achteraf kunnen vraagtekens gezet worden
achter de wijze waarop de reddingsoperatie
verlopen is en: is mislukt. Er zijn talrijke
kansen gemist en de Rijksoverheid (WVC
en Economische Zaken) is financieel be
hoorlijk het schip ingegaan. Maar, om de
curator als enige zondebok aan te wijzen
voor het teloor gaan van dit unieke indus
triële monument is onzin. Met een betere
coördinatie tussen alle belangengroepen en
een slagvaardiger beleid van overheidswege
was het waarschijnlijk nooit tot veiling en
sloop gekomen.
Zo liep de communicatie tussen de departe
menten en de werkers in het veld bepaald
niet volgens het boekje en dat is dan zacht
gezegd. Ondanks de onophoudelijke publi-
catiestroom in de regionale pers en de nood
signalen van het Arnhems Openluchtmu
seum bleek bijvoorbeeld de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg totaal niet op de
hoogte van de fatale ontwikkelingen. Door
Zo zal het nooit meer zijn. De vormen worden
hier nog op ouderwetse wijze volgegoten.
(Foto: Henk Westerveld, Aalten)
de veiling leek de dienst zelfs totaal over
rompeld, hoewel de datum ettelijke keren
was uitgesteld en de uiteindelijke verkoop
dag zeker anderhalve week tevoren bekend
was. Maar ook de bij deze zaak betrokken
bestuurders bleken niet tijdig of volledig
door hun medewerkers te zijn ingeseind.
Het reeds gememoreerde feit dat Gedepu
teerde Staten van Gelderland in hun mid
dagvergadering van 13 maart 1984 zouden
beslissen over een subsidie van 50.000 in
de exploitatie doet 'lachwekkend' aan, om
dat 's ochtends via de veiling de basis aan
die subsidie ontviel. Het punt werd 's mid
dags dan ook ijlings van de agenda afge
voerd.
Weinig consistent en verheffend was ook de
wijze waarop de departementen (WVC en
Economische Zaken) hun wensen op
schroefden in de aankooponderhandelingen
rond de gieterij. Gedeputeerde Staten van
Gelderland en het gemeentebestuur van
Hummelo en Keppel kwamen, in hun steun-
voomemens, voor telkens nieuwe verrassin
gen te staan. Vooral toen, met het oog op de
'revival'-plannen voor een afgeslankte Kep
pelsche (nog maar 10 werknemers), plotse
ling allerlei eisen gesteld werden aan de
museale ontwikkeling en aan de dekking
van eventuele hieruit voortvloeiende exploi
tatie-verliezen. Achteraf beschouwd mis
schien best begrijpelijk, maar de curator,
die tot dan de veiling al ettelijke keren had
uitgesteld, werd dit zig-zaggen beu. Hij
vond dat hij al genoeg geduld had betracht
en besloot de openbare verkoop door te
zetten.
De Keppelsche Ijzergieterij, feitelijk het
laatste bolwerk van de ooit bloeiende ijzer
industrie aan de Oude IJssel, heeft precies
één zomerseizoen als werkend museum
dienst gedaan. Toen rond Pasen 1982 werd
proefgedraaid was sprake van een ware in
vasie van bezoekers, maar liefst 2000 be
langstellenden kwamen een kijkje nemen.