51
VERFSPATTEN VAN KAREL APPEL
In feite ging hiermede een reusachtige res
tauratie van start. Het zou enkele jaren du
ren voor de kamer zijn oorspronkelijke aan
zien weer zou krijgen. Een van de doeken
werd overgebracht naar het atelier, om alle
overliggende vijf verflagen te verwijderen.
Zelfs verfspatten van Karei Appel, die tijde
lijk zijn atelier in deze kamer heeft gehad,
werden weggekrabd en zorgvuldig centime
ter voor centimeter werd de schildering vrij-
gelegd. Alle doeken moesten deze behande
ling ondergaan. Bij grote velden was hef
afpeuteren niet mogelijk, zodat een andere
wijze van schoonmaken moest worden geïn
troduceerd. Door middel van een straalme-
thode, waarbij met enige druk deeltjes van
30 micron uiterst zorgvuldig de verflaag
wegschraapten, werd het vrijleggen voort
gezet.
Hoewel bij ondeskundig gebruik deze me
thode gevaren kan opleveren, is zij in be
paalde omstandigheden, zoals deze zeer
bruikbaar en geeft minder beschadigingen
dan het krabben met een scalpel.
De medewerking en stimulans van op
drachtgever en architect hebben het moge
lijk gemaakt dit gigantische karwei te
klaren.
Hoewel de arbeid vaak zeer veel energie
vergde, bleef de bezigheid boeiend, omdat
iedere centimeter meer te zien gaf van dat
wat tot voorkort volledig onbekend was.
PROBLEMEN
Na het gereedkomen van het eerste doek
begonnen vragen van andere aard zich op te
dringen.
Toen de schilderingen, links en rechts van
de doorgang naar de achterzaal, werden
schoongemaakt, bleek daar een extra ver
flaag op voor te komen. De grote portretten
van 'Mevrouw' en 'Meneer' zijn op een
bepaald moment overgeschilderd en wel op
de volgende wijze: het landschap rond de
portretten werd gehandhaafd, maar de figu
ren werden deels met een stuk bos wegge
werkt.
Kleinere figuren werden ter hoogte van de
voeten van de afgebeelden geschilderd. Op
het portret van de heer kwam een jager op
het bordesje te zitten met zijn geweren en
bij mevrouw werd een herderin geplaatst.
De jager plaatste zijn geweer tegen de sok
kel, waarop voordien de heer zijn hoed liet
rustten. De herderin hurkt bij de schapen
van haar voorgangster om deze te melken.
Een wonderlijke situatie, die ons restaura
teurs veel hoofdbrekens bezorgde. Wat met
deze overschildering te doen?
Deze vraag werd ook gesteld ten aanzien
van de schildering van het blocmenmotief
rondom een groot middenvlak in blauw.
Aangezien het huis een museale funktie zou
krijgen is om educatieve redenen tot het
volgende besloten. Van beide elementen en
wel op het schilderij van mevrouw zouden
delen van iedere periode bewaard blijven.
De herderin kan men nu dus gehurkt zien
aan de voeten van haar voorgangster, met
links nog een deel van de weer latere schil
dering van de bloemenrand.
De jager is verdwenen, omdat één voor
beeld voldoende werd geacht.
Als grapje is het geweer van de jager tegen
de sokkel van meneer blijven staan. Nog
eens gezegd: dit geweer behoort dus bij een
latere overschildering!
Na deze restauratie-technische problemen,
die gemakkelijk neergeschreven maar moei
lijk uitvoerbaar waren, kwamen de andere
vragen.
Wie worden hier voorgesteld'?
WIE AFGEBEELD
Op het portret van meneer komt op de ach
tergrond het huis Groeneveld voor zonder
de uitbreiding links en rechts van het Corps
de Logies.
Het is moeilijk aanneembaar dat de schilder
T&&W-7ciT|
De kasteelvrouwe met herdersstaf zittend in boomrijk landschap.