h t i y~f »4 Perronoverkapping Den Haag Hollands Spoor uit 1888. Foto KNOB-werkgroep uitgaat van categoriale bescherming (het station als categorie bijvoorbeeld) maar per gebied een analyse maken om te kijken wat daarbinnen van belang is. Dat onderzoek moet inzicht geven in de aanwezigheid en spreiding van bepaalde categorieën monu menten. Inventarisatie dus op gemeentelijk niveau en coördinatie per provincie.. En in tegenstelling tot de jaren zeventig de gege vens onmiddellijk naar buiten brengen. Pu blicatie ervan kan bijdragen tot een bewust wordingsproces, of je bepaalde objecten moet behouden of niet. De bescherming zelf blijft primair een rijkstaak. Als echter, bij die inventarisatie per regio bepaalde catego rieën te weinig aandacht zouden krijgen, moet de Rijksdienst zorgen voor een aan vullende categoriale aanpak' NIEUWE CRITERIA De Jong signaleerde ook een aantal nieuwe overwegingen bij de selectie van monumen ten. Naast esthetische gaan ook recreatieve, educatieve en economische aspecten een rol spelen. Kijk maar eens naar de dreigende kapitaalsvernietiging bij sloop van goede stations. Ook is er sprake van een verschui ving naar de cultuurhistorische betekenis van gebouwen en objecten. De Jong ver wees in. dit verband naar het nieuwe wets ontwerp voor de monumentenzorg. De aanpak van het KNOB-onderzoek van spoorwegobjecten getuigt al van deze nieu we aandacht. De spoorweghistorische bena dering stond hierin centraal. Nijhof haakte dankbaar op de recreatieve en educatieve criteria van De Jong in. De Spoorwegen zouden ter gelegenheid van hun 100-jarig bestaan al in 1989 in samenwerking met de ANWB een historische spoorwegroute kun nen aanleggen. ECO-MUSEUM Op educatief gebied pleitte Nijhof voor een 29 spoorwegmuseum naar het voorbeeld van het Franse eco-museum. Een moedermu seum met daarnaast een aantal gespreide dependances op NS-terreinen. Objecten moet je niet ergens in een tuin zetten maar in de oorspronkelijke gebouwde omgeving. Directeur Spaans van het Nederlands Spoor wegmuseum zag zo'n eco-museum wel wat dichterbij komen nu zijn museum rijksmu seum wordt. 'Onze statuten voorzien echter niet in het behoud van monumenten. Ook kunnen wij zelf geen treinen laten rijden. Het gaat ons meer om het bijeenbrengen van spoorwegobjecten. Zo'n gespreid eco-mu-, seum willen we wel maar dan is er een heel beheersapparaat nodig'. Het nu nog veel te kleine museum trekt veel belangstelling: 115 tot 150.000 bezoekers per jaar. NS: 'VROEGER TE RÜCKSICHTLOS' Ook de Spoorwegen zelf waren vertegen woordigd op deze studiedag. Vroeger zou den we ons in het hol van de leeuw gevoeld hebben op een dag als deze, sprak chef afdeling gebouwen, stedebouw en vormge ving van NS de heer Douma. 'In het verle den gingen we als NS soms te rücksichtlos om met spoorwegmonumenten. We werden door de overheid geprest om primair aan onze exploitatie te denken. Het beleid is echter in de loop der jaren genuanceerder geworden. Nieuw is niet altijd beter en oud kan soms waardevol zijn. We hebben meer begrip ge kregen voor het beeldbepalende element van een station en voor de gevoelswaarde, die het kan hebben. We weten echter ook, dat het publiek de kwaliteit van een gebouw ook belangrijk vindt'. Hij was blij, dat een man als Nijhof ook weet te relativeren. Be drijfspresentatie, financiële overwegingen, omvang van een station, dat alles speelt een Seinhuisje van het Muiderpoortstation in Vakwerk bruggen over de Nieuwe Maas te Rotterdam. Over deze bruggen rijdt de trein van Amsterdam. Niet meer in dienst. Dateert uit Rotterdam naar Breda. Ze zijn gebouwd tussen 1870 en 1876. Foto KNOB-werkgroep 1939. Het seinhuisje is vermaard om zijn Spoorwegmonumenten, moderne, strakke vormgeving. Foto Werkgroep Spoorwegmonumenten van het KNOB.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 7