'I V
Ontwerp van de Groote Schouwburg van Rotterdam aan de Aert van Nesstraat. Aquarel door J. Verheul
Dzn, architect. De schouwburg is in 1887 geopend en in 1940 verwoest.
zijde niet hoog aangeslagen. Dit is in tegen
stelling tot de mening van de Rijksdienst.
Uiteindelijk is gekozen voor het oorspron
kelijk ontwerp.
Het gebouw wordt stadsmuseum; de be
roemde Atlas van Stolk, een 150 jaar oude
verzameling van prenten en tekeningen, is
erin onder gebracht.
In Rotterdam wordt van 15 november 1985
tot 26 februari 1986 een tentoonstelling ge
houden in de archief winkel Coolsingel 89
van maandag t/m vrijdag van 11-16 uur over
het werk van Jan Verheul Dr. (1860-1948)
architect en tekenaar. Veel werk van hem
stond in Rotterdam en omgeving.
Veel van zijn bouwkundige scheppingen
zijn verwoest, o.a. de Groote Schouwburg
aan de Aert van Nesstraat in 1940. Ook het
bekende gebouw van de levensverzeke
ringsmaatschappij de 'Utrecht' in Utrecht is
verdwenen in verband met de bouw van
Hoog Catharijne. Wat nog staat is o.a. het
'Witte huis' aan de Raadhuisstraat in Am
sterdam. Later heeft hij veel aan documen
tatie gedaan van oude boerderijen in Zuid-
Holland.
Daarnaast verschenen talrijke krante-artike-
len van zijn hand waarin hij pleitte voor het
behoud van stedeschoon.
Rotterdam. Sinds kort beschikt Rotterdam
over een professionele monumentenkaart.
Op de kaart, die is gemaakt door het histo
risch genootschap Roterodamum staan alle,
gebouwen, bruggen en gedenktekens in de
stad die monumentale waarde hebben. Rot
terdam telt zo'n 500 beschermde monumen
ten. De Rotterdamse monumentenlijst is
niet nieuw. Twaalf jaar geleden presenteer
de Roterodamum ook al zo'n lijst maar die
was nog wat amateuristisch van opzet.
De nieuwe kaart is gemaakt in samenwer
king met de afdeling cartografie van de
dienst Gemeentewerken van de Maasstad.
Het Rotterdams jaarboek, tevens jaarboekje
van Roterodamum over 1985 is trouwens
ook weer uit.
Delft. In juni vorig jaar is de Groep 'Ge
schiedenis van de Bouwtechniek' van de Af
deling Bouwkunde aan de TH van Delft
begonnen met een onderzoek naar de histo
rische ontwikkeling van draagconstructies
van gebouwen in Nederland, ontstaan in de
periode 1800-1940. Het behoud van de zo
genaamde jongere bouwkunst voor een deel
vallend onder z.g. 'industriële archeologie',
komt steeds meer in de belangstelling.
Alom groeit het besef, dat ook bouwwerken
uit het recente verleden (vanaf ca. 1800) de
moeite van het bewaren waard zijn. Veelal
gaat het om 'gewone' bouwwerken, die deel
uitmaken van de alledaagse gebouwde om
geving en niet alleen laten zien hoe men
bouwde maar ook hoe men leefde, woonde
en werkte. Voorbeelden hiervan zijn onder
meer fabrieken, kantoorgebouwen, stations,
warenhuizen en woongebouwen. Het zijn
constructies uitgevoerd in baksteen en hout,
maar vooral in ijzer en vanaf ca. 1900 ook
in gewapend beton. Om dergelijke gebou
wen te kunnen behouden is allereerst een
inventarisatie nodig. Vervolgens moet hun
waarde worden aangegeven om te kunnen
beoordelen of ze voor behoud in aanmer
king komen.
Hoewel er veel literatuur voorhanden is zo
als handboeken en tijdschriften, kan hieruit
slechts een beperkt inzicht in de bouwtech
nische ontwikkeling worden verkregen. De
groep geschiedenis van de Bouwtechniek
probeert naast de officiële literatuur zoveel
mogelijk origineel bronnenmateriaal te ver
zamelen, in hoofdzaak voor de ontwikke
ling en de toepassing van ijzer- en gewa
pend betonconstructies. Daarnaast hebben
ook bijzondere hout- en steenconstructies de
aandacht. De groep is vooral geïnteresseerd
in materiaal uit bedrijfs- en familiearchie
ven en in de zogenaamde 'grijze' literatuur:
bedrijfsbrochures, jaarverslagen, jaarreke
ningen, jubileumuitgaven en relevante cor
respondentie. Zij wil graag in contact ko
men met particulieren en bedrijven die der
gelijk materiaal hebben. De Groep Geschie
denis van de Bouwtechniek afdeling Bouw
kunde aan de TH Delft zit aan Berlageweg
1, kab. 7.01, postbus 5043, 2600 GA Delft.
Inlichtingen: ir. Gj. Arends, tel. 015-
784886 of ir. C. H. van Eldik. tel. 015-
784297.
Bodegraven. Leden van de Hervormde Ge
meente hebben een verzoekschrift aan de
kerkvoogdij gericht, waarin zij aandringen