V Utrecht 21 reerd en zoals het er nu uitziet wordt binnen niet al te lange tijd begonnen met het herstel van een tweede malend gevaarte: de Meenk (windkoren)molen in de buurtschap Miste. Of de overige 6 molens ook aan de beurt komen is een zaak van financiën en bereid willigheid van de eigenaren. De ongeveer één jaar oude Stichting Vrienden van de Winterswijkse Molens heeft een ambitieus tienjaren plan opgesteld, maar over de haal baarheid van sommige projecten mag gere de twijfel bestaan. Gelukkig heeft de Stich ting de Winterswijkse gemeenschap via al lerlei acties wakker geschud. Nadat jaren achtereen de schouders werden opgehaald komen de molens langzaamaan bij de bevol king weer tot leven. Te hopen valt dat het bij volgende restaura ties wat sneller zal gaan dan bij het op 9 november opgeleverde herstelproject voor de watermolen Berenschot in de buurtschap Het Woold. De opknapplannen voor deze, zo schilderachtig op het natuurgebied Be- kendelle aansluitende, onderslagmolen heb ben bijna 25 jaar geduurd. Pas in 1984 wa ren de meeste financiële perikelen, dankzij allerlei acties, achter de rug en kon molen maker Vaags uit Aalten een daadwerkelijk begin maken met de restauratie. De Berenschot-molen werd in 1749 ge bouwd op de plaats van een uit 1652 date rende voorganger. Zijn naam dankt deze watermolen, met een schoeprad van 4,40 m doorsnee, aan twee vroegere eigenaren. Thans behoort de molen, al weer vier gene raties lang, toe aan de familie Buunk. De restauratie - totaal 120.000 - besloeg in hoofdzaak de maalinrichting. Het verrotte waterrad en tandwiel moesten worden ver vangen, evenals de molenstenen. Van het muldershuis werd een deel van het voeg werk hersteld. Om de toeristische bezienswaardigheid nog meer bekendheid te geven zijn plannen ont wikkeld, voor de verkoop van ambachtelijke bakkersprodukten in de Berenschotmolen. Ook wordt de haalbaarheid bekeken van de vestiging van een koffieshop. Utrecht heeft een inventarisatie gemaakt van binnen de gemeentegrenzen aanwezige voorbeelden van zg. jongere bouwkunst (1850-1940). Het resultaat leidde ertoe, dat de gemeentelijke monumentencommissie 195 panden geplaatst wil zien op de Rijks monumentenlijst en nog eens 357 op de gemeentelijke monumentenlijst. De totale inventarisatie omvat 700 objecten. Het grootste deel van de inventarisatie omvat woonhuizen. Natuurlijk zit daar ook het be roemde Schröderhuis van Rietveld bij. Zo als zovele gemeenten wordt Utrecht de laat ste jaren steeds meer geconfronteerd met de problematiek van jonge monumenten. Deze vallen buiten de bescherming van de Monu- Het Schröderhuis van Rietveld in Utrecht mentenwet, die de willekeurige leeftijds grens van vijftig jaar voor monumenten hanteert. Dit heeft er bijvoorbeeld toe ge leid, dat in 1974 in Utrecht het kantoorge bouw 'De Utrecht', een fraai exempel van Jugendstil, is gesloopt. Utrecht. De Vereniging Oud Utrecht is in 1943 betrokken geweest bij de oprichting van het Utrechts Monumentenfonds. In 1984 bij die van Stadsherstel. Nu is zij ac tief bij de Stichting voor Industriële Archeo logie en ten slotte heeft zij de stoot gegeven tot de, in mei van dit jaar, opgerichte Stich ting Archeologie en Bouwhistorie van de Stad Utrecht (S.T.A.B.U.). Deze laatste stichting onder voorzitterschap van de heer H. J. C. de Vries is er op uit bouwhistorische bevindingen onder de aan dacht van het publiek te brengen en ook lesmateriaal voor scholen te vervaardigen. De heer U. F. Hylkema, voorzitter van Oud Utrecht, overhandigde het eerste exemplaar van de archeologische en bouwhistorische kroniek uit 1984 aan wethouder van Willi- genburg tijdens de feestelijkheid rond de oprichting van de S.T.A.B.U. Deze kroniek is te koop bij de boekhandel en bij het infor matiecentrum van de Gemeente, Vreden- burg 90. Utrecht. Het 19de-eeuwse z.g. Ariënshuis, Hamburgerstraat 38 naast het gerechtsge bouw in de binnenstad is hersteld en bevat nu 9 woningen. In 1860 werd hier de bekende r.k. priester Ariëns geboren, die grote bekendheid ver wierf op hét gebied van vakorganisatie en drankbestrijding. De restauratie heeft 1,2 miljoen gulden ge kost; hiervan werd 700.000,- door het rijk betaald en de rest door de gemeente en de woningbouwvereniging K 77. In het kader van de terugploegregeling werd een aantal werkloze bouwvakkers ingescha keld. Aannemer was de firma van den Brink te Utrecht. Utrecht. De provincie Utrecht is bezig on der leiding van de kunsthistoricus R. Blij- denstein het monumentenbestand per ge meente te inventariseren. In de afgelopen 2 jaar heeft in de gemeenten De Bilt, Zeist, Vleuten/De Meern, Baarn en Bunschoten/ Spakenburg deze inventarisatie plaats ge vonden. Wij publiceerden over de inventari satie van Zeist in het februarinummer 1984 van ons orgaan (pp 29 t/m 33) een uitste kend artikel van de hand van R. Blijden- stein. Op dit moment worden Houten, Bun- nik en IJsselstein onderzocht en volgend jaar komt Soest aan de beurt. De provincie heeft voor dit werk de kosten op zich genomen. De achtergrond van dit alles is om de gemeenten te steunen bij hun toekomstig monumentenbeleid als de lande lijke decentralisatie van de monumenten zorg zal worden doorgevoerd. Stagiaires van de Utrechtse Universiteit af deling Kunstgeschiedenis zijn bij dit werk ingeschakeld. Men heeft 52 gemeenten op het oog. De stad Utrecht en Amersfoort vallen daarbui ten; die hebben hun eigen middelen daartoe. Zo nu en dan zullen tentoonstellingen geor ganiseerd worden om aan het werk publici teit te geven. Utrecht. De binnenstad wordt de laatste jaren ontsierd door een zekere luifelwoede. Winkels rond Hoog Catharijne zoals aan het Vredenburg en bijv. de lange Elisabeth- straat breiden als het ware hun winkelruimte uit met luifels waardoor het publiek droog kan genieten van al hun fraaie koopwaar. Men denkt zo te kunnen concurreren met het droogwinkelen in Hoog Catharijne. Ieder door de gemeente verleende vergun-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 25