mem
Zwolle
Ars Morendi
18
GrafHti op het complex van de Portugees Israëlitische Synagoge, gezien vanaf de Muiderstraat in
Amsterdam. Foto Gemeentearchief Amsterdam.
In het november-december-nummer van
'Heemschut' maakte de auteur dr. JF. Sal-
tet melding van twee gebeeldhouwde boog-
zwikken uit de Michaëlkerk te Oudewater,
die een iconografische voorstelling dragen,
die hij niet kon oplossen. Op de linker
boogzwik staan twee mannen (de linker is
een monnik) die een banderolle ophouden.
Rechts is een oude man afgebeeld met ont
bloot bovenlijf. Uit zijn mond ontsnapt een
klein naakt figuurtje, die eveneens een ban
derolle draagt.
Voor iemand die goed op de hoogte is van
de middeleeuwse kunst is de oplossing van
dit tafereel niet zo moeilijk. Op de rechter
helft wordt namelijk een stervende man af
gebeeld. Hij ligt ontbloot op bed, het onder
lijf bedekt door een deken met zijn hoofd op
een kussen. Het kleine naakte figuurtje dat
uit zijn mond komt is een afbeelding van de
ziel van de stervende: op het moment van
overlijden ontsnapt de ziel via de mond aan
het lichaam. Deze wijze van voorstellen
was in de middeleeuwen zeer gebruikelijk,
vergelijk bijvoorbeeld een miniatuur uit cir
ca 1485 uit het brevier van Beatrix van
Assende'Ift (Rijksmuseum het Catharijne-
convent te Utrecht), dat afgebeeld is in het
Zwolle is één van de eerste steden waar
bestrijding van vandalisme goed wordt aan
gepakt.
De daartoe opgerichte werkgroep, onder
voorzitterschap van burgemeester Mr. G.
Loopstra, heeft in de bijna twee jaar van
zijn bestaan al diverse acties georganiseerd.
Hieronder valt ook de bestrijding van graf
fiti.
Zo heeft een zestal jongelui (16-18 jaar) als
straf voor het feit dat zij zich schuldig
maakten aan het bespuiten van gevels en
muren, veertien dagen lang moeten werken
aan het schoon- en vetvrij maken van muren
en andere te reinigen zaken.
Het volgende uitstekende idee was afkom
stig van de HTS in Zwolle en werd door
burgemeester Loopstra als een 'schoon initi
atief' gekenmerkt: tweehonderd aankomen
de HTS-studenten ontdeden in het kader van
hun introductieweek een groot deel van de
Zwolse binnenstad van bekladdingen. Via
de Werkgroep-Vandalisme werd vervolgens
de medewerking verkregen van de gemeen
telijke reinigingsdienst Retham, het Zwols
Schildersgilde en 'Van Wijhe Verf'. Nadat
de studenten de knoeierijen van spuitbusfa
naten ongedaan hadden gemaakt werden de
muren door leden van genoemd schilders
gilde met een speciale coating behandeld.
Op die coatinglaag hecht nieuw spuitwerk
slecht, zodat dit op eenvoudige wijze weer
kan worden verwijderd. Retham zette de
schoonmaakactie nog een half jaar koste
loos voort om te laten zien dat de toegepaste
coating werkelijk afdoende is. Ook zat er
aan het project nog een werkgelegenheids
aspect; in het kader van de zg. terugploeg-
regeling werden langdurig werklozen aan
het werk gezet.
Een initiatief dus ter navolging door andere
gemeenten. Inlichtingen bij de heer B. A.
Pauwe, reinigingsinspecteur van de ge
meente Zwolle, (tel. 038-982343).
P.A.H.-B.
boek '58 miljoen Nederlanders en hun ker
ken', p. 28.
De voorstelling van 'het sterven van de
mens' kwam in de middeleeuwen veelvul
dig voor. Er bestond een boekje, dat ver
sierd was met 11 houtsnedes en getiteld was
'Ars Morendi' (de kunst van het sterven) en
dateerde uit circa 1466. Middels dit boekje
en alle andere vergelijkbare voorstellingen
werden de gelovigen aangespoord om in
hun stervensuur de zonden te belijden om zo
'goed' te kunnen sterven, opdat hun ziel
niet de eeuwige verdoemenis, maar de eeu
wige zaligheid ten deel zou vallen. In dit
kader moet ook de voorstelling in Oudewa
ter gezien worden als een maning aan de
gelovigen om ervoor te zorgen een 'goede'
dood te sterven. Op de banderolles links en
rechts hebben vroeger ongetwijfeld teksten
gestaan die een en ander duidelijk maakten.
drs. JM. A. van Cauteren