Deining om een
cilinder
In Amsterdam is de nodige discussie ont
staan over het plan van de Nederlandsche
Bank tot uitbreiding van het hoofdgebouw
aan het Frederiksplein waarvoor burge
meester Van Hall in 1961 de eerste paal
sloeg. Thans, een kwart eeuw later, is er
een plan van architect J. Abma om de
schepping van architect M. F. Duintjer aan
te vullen met een tweede toren met een
cilindervorm. Daarin zal ruimte zijn voor
400 arbeidsplaatsen. De toren wordt bijna
even hoog als de bestaande die 71 meter
hoog is en wordt daarmee met een glazen
tussenwand verbonden.
'Verbijsterende plannen', noemde Niek de
Boer het in Wonen TBK. Maar de wel
standscommissie ging met de plannen ac-
coord. Inmiddels heeft de Amsterdamse
Raad voor de Monumenten verzocht deze
beslissing te willen heroverwegen. Op een
persconferentie van het wijkcentrum d'oude
Stadt, dat zich tegen de plannen keert werd
opgemerkt: Wanneer er in Amsterdam een
groot gebouw wordt gesticht rollen de archi
tecten vechtend over de straat.
De weerstand tegen het plan betreft vooral
de gevolgde procedure - men vindt o.a. dat
de buurt onvoldoende is voorgelicht - en
esthetische bezwaren tegen weer een hoog
gevaarte er bij op het Frederiksplein dat met
de verschijning van het bankgebouw ver
worden is tot een tochtgat.
'Het Frederiksplein is voorgoed verpest',
schreef H. J. A. Hofland in de Haagse
Post. 'We behoeven er niet over na te zeu
ren'. En verder: 'Het beste was het geweest
als het Paleis voor Volksvlijt nooit was af
gebrand, maar als je die cilinder van Abma
(nu al 'de aansteker' genoemd) omgooit
kom je alweer een heel eind in de richting'.
Het was in 1929 dat het Paleis voor Volks
vlijt afbrandde en sedertdien was het met de
glorie van het Frederiksplein gedaan. Te
genstanders wijzen er ook op, dat de nieuw
bouw geen enkele bijdrage levert aan het
verkleinen van het-stedebouwkundig isole
ment, waarin het met hekwerk omgeven
bankgebouw zich bevindt. Het ware beter
geweest de uitbreiding aan te wenden om
het gebouw beter in te passen in het klein
schalige weefsel van de binnenstad door in
horizontale richting daarmee een relatie aan
te gaan. De Nederlandsche Bank vindt dat
echter om veiligheidsredenen bezwaarlijk.
PROTEST HEEMSCHUT
Ook de Bond Heemschut is met zorg ver
vuld. In een brief aan de gemeenteraad van
Amsterdam wordt geconstateerd, dat in dit
geval de uitwerking, die de nieuwbouw op
de wijde omgeving,heeft onvoldoende in de
beoordeling is betrokken. Dat was destijds
ook zo bij de bouw van het Okurahotel en
het universiteitsgebouw aan de Roeterstraat.
De geplande nieuwbouw op het GEB-ter-
rein van architect Koolhaas vormde een
gunstige uitzondering.
Heemschut wijst erop, dat de bebouwing in
oudere stadsdelen compacter is dan in jonge
uitbreidingsgebieden. Het is daarom van
groot belang, dat nieuwbouw zich qua
hoogte, diepte en breedte harmonisch voegt
in de bestaande bebouwing. Bouwmassa,
hoogte en grootte spelen hier een belangrij
ke rol. De laatste jaren zijn zowel woon- als
utiliteitsgebouwen meestal om commerciële
redenen qua massa en hoogte van veel gro
tere schaal dan de bebouwing die zij vervan
gen in de binnenstad. Zo kan een grachten-
wand visueel worden doorbroken door er
achter oprijzende hoogbouw.
De bond wijst er tenslotte op, dat het huidi
ge bankgebouw terecht buiten de zichtas
van de Utrechtsestraat werd geplaatst. De
nieuwbouw is echter precies in die as gesi
tueerd zodat het uitzicht vanuit de Utrecht
sestraat wordt afgesloten. Is er geen moge
lijkheid de ruimtebehoefte van de Neder
landsche Bank op een andere manier te be
vredigen, vraagt Heemschut zich af. De
bond doet een dringend beroep op de ge
meenteraad zijn invloed aan te wenden op
dat het stadsbeeld geen verdere vermijdbare
schade zal lijden. Andere tegenstanders van
de nieuwbouwplannen belegden vorige
maanden een discussie-avond over de plan
nen in Krasnapolsky. De wethouder voor de
ruimtelijke ordening was echter verhin
derd... Geen bemoedigend teken.
J.T.B.IJ.K.
foto-montage van studie-maquette
Uitbreiding Hoofdkantoor De Nederlandse Bank N.V.
Frederiksplein, Amsterdam.