6
'Jut
Het combinatiegebouwtje aan het Weesperplein in Amsterdam ontworpen door P.L. Marnette van de dienst Publieke Werken in 1930. Het gebouwtje
herbergde een wachtruimte, een publieke telefoon, toiletten en een kiosk. Het is een fraai staaltje van Nieuwe Zakelijkheid. In 1970 werd het afgebroken in
verband met de aanleg van de metro. Foto Archief Publieke Werken.
drukke verkeersstraten zijn hogere palen ge
plaatst.
Anders dan in bijvoorbeeld Berlijn is hij er
niet voor van lantarenpalen een soort kerst
boom te maken door ze op te tuigen met alle
mogelijke borden. Verkeers- en straatnaam
borden worden zoveel mogelijk aan de ge
vels van huizen bevestigd. Om esthetische
en praktische redenen wordt het aantal ver
keersborden in de hoofdstad trouwens flink
uitgedund. Rob: 'Veel borden zijn achter
haald en niet meer nodig. Vaak kan er op
andere titel door de politie worden opgetre
den zonder dat een bord nodig is. Soms ook
hebben borden te weinig rechtsgrond of
worden overtredingen toch geseponeerd.
Per gracht kunnen er wel honderd borden
verdwijnen.'
De coördinator meent, dat er tegenwoordig
te gauw de neiging bestaat alle problemen in
fysieke zin op te lossen. Auto's op de stoep,
dan maar weer een amsterdammertje. Zo
krijg je steeds meer troep op straat. Straat-
meubilair moet een functie hebben, die niet
op een andere manier kan worden vervuld.
Het moet zich goed kunnen voegen in het
stadsbeeld en er esthetisch verantwoord
uitzien.
OPENLUCHTMUSEUM
Hij is tamelijk optimistisch over het gevoel
voor de kwaliteit en plaats van het straat-
meubilair bij de gemeente. De uit 1952 da
terende abri van architect 't Hoen wordt
bijvoorbeeld nu als uitgangspunt genomen
voor het ontwerp van een nieuwe. Daarbij
zal weer dezelfde draagconstructie worden
toegepast.
Een indicatie voor het toenemend besef
voor waardevol straatmeubilair is ook, dat
de gemeente een tijdelijk medewerker aan
het werk heeft gezet om het meubilair uit de
tijd van de Amsterdamse School uitvoerig te
inventariseren en documenteren. Op die
manier kan de coördinator straatmeubilair
bij zijn beslissingen terugvallen op informa
tie over het al dan niet unieke karakter van
bepaalde objecten.
Ter illustratie van het verkregen overzicht
zouden bovendien van al het historisch ma
teriaal exemplaren bij elkaar kunnen wor
den tentoongesteld in een openluchtmu
seum. In Berlijn en Kopenhagen bestaan al
van dergelijke musea.
GRAFFITI
Je zou je kunnen afvragen of ook bepaalde
vormen van graffiti in zo'n museum thuis
horen. De meeste graffiti is erg storend
maar een enkele keer zie je wel eens een
heel aardige schildering, zo maar ergens aan
een gevel in de stad.
Van Maarschalkerwaart ziet ook wel eens
een aardige graffiti maar kan zich goed
voorstellen, dat bijvoorbeeld de beheerder
van de Amsterdamse metro consequent elke
graffiti verwijdert. Dat is een vorm van
dienstverlening aan het publiek, vindt hij.
Als je niet direct ingrijpt is elke geaccep
teerde graffiti een legitimering voor een vol
gende.
Over het kalken van leuzen in de stad hoor
den we van directeur van de Stadsreiniging
Boersma, dat zijn dienst opdracht heeft om
fascistische leuzen terstond onzichtbaar te
maken of te verwijderen. Als het om monu
mentale gevels gaat zorgen mensen van
Openbare Werken voor verwijdering, want
een specifieke steensoort vraagt om een
aparte behandeling. Over het illegale plak
ken van affiches in de stad, in Amsterdam
een ware plaag, zegt hij, dat er haast geen
beginnen aan is om dat tegen te gaan. Wie
op heterdaad wordt betrapt krijgt een proces
verbaal, maar dat gebeurt natuurlijk zelden.
Verder wordt er alleen op verzoek verwij
derd en dan alleen als het om gemeentelijke
eigendommen gaat.
Er is tegenwoordig een bepaald soort verf in
de handel, die affiches vrij snel afstoot.
Wildplakkers hebben echter al weer een te
gengif ontdekt eri zo is er oók op dit gebied
een soort bewapeningswedloop ontstaan.
Als je echter kijkt naar de strijd voor behoud
van historisch waardevol straatmeubilair en
kwalitatief en esthetisch verantwoord nieuw
meubilair lijkt er eerder sprake van een lich
te ombuiging van de bewapeningsspiraal.
Jaap Kamerling