De Nederlands Hervormde of
St. Michaëlskerk
213
Van welke kant men de stad Oudewater ook
nadert, steeds springt de toren van de Mi
chaëlskerk het eerst in het oog.
Staande op het plein aan de noordzijde van
de kerk worden wij getroffen door de gave
aanblik die deze indrukwekkende hallekerk
biedt. Tussen 1960 en eind 1967 is de kerk
geheel gerestaureerd. Het zeer slechte pleis
terwerk werd verwijderd, het leien dak is
vernieuwd, dichtgespijkerde ramen zijn her
steld en opnieuw beglaasd. De miserabele
kosterswoning aan de noordoostzijde werd
afgebroken en het interieur is grondig aan
gepakt. Het architectenbureau T. van
Hoogevest uit Amersfoort ontwierp het res
tauratieplan, uitvoerder was de firma Den
Hoed uit Stolwijk. Subsidies van rijk, pro
vincie, gemeente en kerk hebben het werk
mogelijk gemaakt.
ARCHEOLOGIE EN DATERING
Tijdens de restauratie heeft men archeolo
gisch onderzoek kunnen doen, daarbij wer
den de fundamenten van een romaanse kerk
uit ongeveer 1100 onder het huidige mid
denschip aangetroffen. Verder kwam aan
het licht, dat met gedeeltelijke gebruikma
king van de muren van dit gebouw, rond
1250, de kerk vergroot werd tot een goti
sche kruiskerk. Oudewater groeide en ver
wierf in 1265 stadsrechten. In de 15de eeuw
is de kerk nogmaals vergroot tot de driebeu-
kige hallekerk die er nu staat. In de 16de
eeuw vond de laatste uitbreiding plaats. De
ze bestond uit het bouwen van een doopka
pel aan de noord westhoek van de kerk. De
ze kapel werd later, men weet niet precies
wanneer, afgebroken. Het plaveisel bij die
hoek van de kerk is zodanig gelegd dat men
een indruk krijgt van de omtrek van deze
vroegere kapel. In 1850 is bij herstelwerk
zaamheden, hier ter plekke, een doopvont
opgegraven. Ook de noorderkapel, in het
verlengde van de transeptarm gelegen, werd
in de 16de eeuw gebouwd. Opvallend zijn
hier de twee accoladevensters passend bij de
bouwstijl uit die periode. Verder stammen
uit die tijd de ronde koorafsluiting, de z.g.
gerfkamer en de sacristie of consistorieka
mer. De gerfkamer, de kleedkamer voor de
priester, is een vernieuwing en uitbreiding
van een eerder bestaand romaans gebouw
tje, waarschijnlijk kapelletje, dat voor zover
na te gaan, niet in directe verbinding stond
met de genoemde romaanse kerk.
Bij de laatste restauratie is de dakconstructie
en zijn de gevels van het transept weer
zichtbaar gemaakt. De kap was in 1732 zo
danig vertimmerd dat van het transept niets
meer te zien was. De gotische kerk en de
hallekerk zijn nu weer a.h.w. met elkaar
verweven.
De toren die ongeveer 42 meter hoog is,
bestaat uit vier geledingen en is bekroond
met een zadeldak met afgewolfde uiteinden,
uniek voor deze streek van Nederland.
De bouw vond rond 1300 plaats. Opvallend
is de dakkapel met carillon aan de oostzijde.
Er zijn drie luidklokken uit het begin van de
16de eeuw. De bovenste geleding van de
toren toont fraaie gotische traceringen, de
twee lagere hebben een meer gesloten struc
tuur en zijn aan de bovenkant versierd met
lombardische boogfriezen. De onderste ge
leding of torenvoet heeft een noord-zuid
doorgang, de oostkant omsluit de westelijke
toegang tot de kerk, de westkant van de
torenvoet is gesloten.
Grote bakstenen, hier zeeuwse moppen ge-
TOELICHTING
1. MIDDENSCHIP; hieronder: fundamenten van oude Romaanse
dorpskerk (1100)
2. Zie kapconstructie; rest van Gotische Kruiskerk (1250), stadskerk.
3. HALLENKERK (1400); drie gelijke beuken, gescheiden door pilaren.
4. NOORDERKAPEL (1500). Oud altaar gevonden; leerkamer. Nu:
kerkeraadskamer.
5. Rond kooreinde (1500).
6. GERFKAMER (12e eeuw). Oorspronkelijk kleedkamer voor
Priester(s).
Muurschilderingen van MARKUS (rechts) en MATTHEUS (links).
Kast met avondmaalservies.
Rooster (traliewerk); zicht op voormalig altaar in de Zuidelijke Beuk.
7. SACRISTIE (1500). Nu: consistoriekamer.
8. DOOPVONT, in 1850 opgegraven onder voormalige doopkapel, zie nr.
14.
9. PREEKSTOEL. Bij recente restauratie in de jaren 1960/68 uit Nieuwe
Kerk in Dordrecht overgebracht.
9a. DODE HOEK Hier is de preekstoel niet zichtbaar; in de R.K. Kerk
stond het altaar centraal.
10. TOREN (1300). Deed oorspronkelijk dienst als vestingwerk. Fries
zadeldak. Luidklokken (1500).
11. ORGEL (1840).
12. OUDE CARILLON (1600). Deed dienst tot 1940. Vervangen wegens
onzuivere klank.
13. GRAFMONUMENT RUDOLPH SNELLIUS VAN ROOYEN (1547-
1613). Hoogleraar te Leiden in wiskunde en.Oosterse Talen, ook rector
aldaar en adviseur van PRINS MAURITS. Geboren te Oudewatcr.
14. Voormalige DOOPKAPEL (1500), zie bestrating en muur.
Met dit nummer - waarvoor hij o.m. het gedeelte over
Oudewater coördineerde - nemen wij afscheid van Jan
Saltet als lid van de redactie. Heemschut dankt hem voor
zijn grote inzet voor het tijdschrift, die op vrijwillige basis
plaats vond.