Friese Monumenten- wacht klautert aak-op, aak-af 188 'SOMS MOET JE NA EEN STORM WEER 600 LEIEN OP HUN PLAATS LEGGEN' De Friese monumentenwacht, aanzet voor een landelijk opererend netwerk, begon twaalf- en-een-half jaar geleden met onderhoudsinspecties aan monumenten. Intussen is duidelijk dat preventief onderhoud jaarlijks naar schatting enige miljoenen aan monumentenzorggel- den bespaart. De eigenaar van een monument wordt op gebreken geattendeerd. 'Hé, wat constateert de Monumentenwacht daar, het zinkwerk niet zo best meer? Daar sturen we een loodgieter op af. Een reportage over de jubilerende pionier en de dagelijkse zorg voor 500 van de 3.200 geregistreerde monumenten in Friesland. Monumentenwachter Sjoerd van der Wijk is daarboven op het dak van de Jacobijnerkerk in Leeuwarden zo te horen gevorderd tot de derde of vierde dwarskapel op de zuidbeuk. Beneden op het plein vertelt z'n collega Pieter Oosterhof dat de inspectie van dit project - omvangrijk genoeg, maar van 1972 tot 1978 nog volledig gerestaureerd - zeker niet het meeste werk geeft. 'We heb ben er bij, waar je na een storm vijf- tot zeshonderd leien op hun plaats moet leggen.' Van der Wijk laat zich nog steeds niet zien. Oosterhof vist ergens tussen de materialen en gereedschappen een tennisbal op: regel matige vondst in verstopte afvoeren. Na de tweede worp hebben we contact. Boven de borstwering verschijnt de bebaarde kop van de monumentenwachter. Quasi nors roept hij omlaag: 'Hé, wat moet dat met die ten nisbal? Sta ik hier de boel schoon te maken, gooien jullie de goten nog sneller weer vol...' Tien minuten later drukken we el kaar stevig de hand. De ladders gaan op de wagen; op naar de volgende klus. KINDERSCHOENEN ONTGROEID De oudste monumentenwacht in het land is de kinderschoenen al flink ontgroeid. Twaalf-en-een-half jaar geleden werden in Friesland de eerste wankele schreden gezet op het pad, waarover in de jaren daarna nog tien andere provinciale monumentenwach- ten zouden volgen. Ze vormen samen de Stichting Federatie Monumentenwacht Ne derland, een organisatie die volgens minis ter Brinkman rijp is voor decentralisatie (zie: Heemschut juli/augustus '85, 'Voorde wolven'). Het is nog afwachten of de provincies, die het nu voor het zeggen krijgen over de cen ten voor de Monumenten wachten, ergens nog ruimte vinden om het bovenal nuttige werk - want daarover is iedereen het eens - nog verder uit te bouwen. In Friesland hopen ze er het beste van, in de wetenschap dat het provinciaal bestuur zich toch steeds bereid getoond heeft een goed monumentenbeleid te voeren Het is deze sfeer waarin het Friese initiatief van 12,5 jaar geleden kon rijpen. Intussen is er deze zomer een tweede ploeg het veld ingestuurd. Dat was ook hard nodig. Van de 3.200 Friese monumenten zitten er 500 in de kaartenbak van de Monumentenwacht. De periodieke inspectie vroeg van die ene ploeg wel een erg grote inzet. Het abon neebestand is nog steeds groeiende, en dat is wel het beste bewijs dat - om het met de Friezen te zeggen - de Monumentenwacht er 'de fuorten ünder it gat' heeft. UIT LIEFHEBBERIJ Het secretariaat bevindt zich in het Leeu warder stadhuis achter dezelfde deur als het gemeentelijk bureau monumentenzorg. Be halve secretaris Herman Zijlstra ontmoeten we daar ook de voorzitter van de Stichting Monumentenwacht Friesland, mr. H.W. Kuipers, en penningmeester A.G. Cramer. Ze zijn evenals de overige leden van het stichtingsbestuur vooral 'monumentenzor- gers uit liefhebberij'. Hun instelling is een zuiver ideële en hun visie heeft weinig raadselachtigs: als je pre ventief werkt en tijdig kleine mankementen aan de monumenten verhelpt, bespaar je in de curatieve sfeer. Restauraties zijn dan minder gauw of misschien zelfs helemaal niet nodig. 'Uitgesteld onderhoud is altijd duurder', zegt Herman Zijlstra. Het klinkt bijna overbodig, zo vanzelf spreekt het. 'Het is niet exact te berekenen, maar ik schat dat we met de Monumentenwacht voor het Rijk al miljoenen hebben ver diend.' Bij de start van de Friese monumentenwacht waren er 17 abonnees. Daar had een ploeg dus duidelijk geen dagtaak aan. Restauratie aannemer Yde Schakel zorgde echter in die begintijd voor een gelukkige combinatie. Hij stelde een bestelbus en twee van z'n mensen beschikbaar. Ze werkten aanvanke lijk tegen kostprijs; van subsidie was nog geen sprake. Het toenmalige ministerie van CRM had zich welwillend getoond, zover was het al wel. Maar toen de ambtelijke behandeling van het subsidieverzoek te lang op zich liet wachten, wachtte men in Leeuwarden niet met het sturen van een spoedtelegram naar de minister. 'We houden ermee op!', luidde klip en klaar de boodschap. Sindsdien beta len Rijk en provincie een groot deel van de loonkosten. Van de eerste spaarcenten en een gift van het Anjerfonds schafte de Monumenten wacht Friesland zich een eigen bus aan. Daarna ontstond een sneeuwbaleffect; alle Monumentenwachten in het land rijden rond in door het Prins Bernhardfonds geschonken bussen mét complete inventaris. Toch al gauw een waarde van zo'n zestig a zeventig mille. De Monumentenwacht Drenthe kreeg Sjoerd van der Wijk bezig op het dak van de kerk te Kollum (onderhoud aan dak)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 6