Het NRF, een verbetering? Jaargang 62, no. 10 oktober 1985 Heemschut verschijnt 9x per jaar Tijdschrift van de Bond Heemschut opgericht in 19.11 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Beatrix In dit nummer o.a.: Friese Monumentenwacht in het koper. Heemschut Restauratiekampen. Tweede Van Dishoeck huis-affaire? Steenbakkerij Biezeveld weer ambachtelijk bedrijf. Jaarverslagen. Foto omslag: Het 10de Heemschut Restauratie werkkamp voor jongeren; aan het werk bij de PAN-oven te Zevenaar. In het kader van Heemschut-75 jaar kregen alle deelnemers een Heemschut T-shirt. Foto: H. P. A. Kleinloog, Genderen. Redactie: Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph Drs. H. S. Korthals Altes-Rudolph Dr. J. F. Saltet Redactiesecretaris: Mevr. P. A. Hengeveld-Brand Medewerkenden: J. Th. Balk, Amsterdam Drs. J. Kamerling, Amsterdam Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden D. van der Meulen, Assen R. Lureman, Doetinchem Drs. W. J. Pantus, Nijmegen J. Roelfs Sr., Badhoevedorp J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage Drs. B. C. M. barones van Hövell tot Westerflier- van Hellenberg Hubar, Ohé en Laak. Correspondentie voor de redactie aan: Secretariaat Bond Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam tel. 020-22 52 92 of 020 - 23 09 94 (ledenadministratie) postgiro 124326 Lidmaatschap 45,- per jaar Reductie voor 65 en 30" Correspondentie voor advertenties: Bosch Keuning nv Postbus 13740 AA Baarn tel. 02154- 1 82 41 gironummer 4988 Grafische verzorging: Bosch Keuning - Baarn Komend jaar gaat er heel wat veranderen op het gebied van de monumentenzorg. De taakverdeling tussen rijk en gemeenten wordt ingrijpend gewijzigd en het Nationaal Restauratiefonds (NRF)1) gaat dan van start. Er is daarvoor door een projectgroep van rijksambtenaren een ontwerpsubsidierege- ling restauratie monumenten voorbereid, die begin september om advies naar een aantal adviesorganen en betrokken organi saties is gezonden. Gevraagd is om op zeer korte termijn - vóór 15 oktober - te reage ren; de Minister houdt tussen half november en half december al een aantal voorlich tingsbijeenkomsten2). Het is dus zeer kort dag voor de noodzake lijke uitwerking van de Nota Monumenten zorg van de Minister, die in december 1984 door de Tweede Kamer aanvaard werd. De andere ambtelijke projectgroep die werd ingesteld om genoemde Nota Monumenten zorg handen en voeten te geven, is bezig met de herziening van de Monumenten wet. Hoewel de Minister van plan is om ook dit karwei nog binnen zijn ambtstermijn af te ronden en hiermee dus wel haast wordt gemaakt, is het op zijn zachtst gezegd wei nig gelukkig dat voor bovengenoemde ont- werp-subsidieregeling, die eigenlijk één van de uitwerkingen van de wet zou moeten zijn, dit kader nu ontbreekt. De Minister presenteerde het nieuwe subsi diesysteem (dat gevoed zal gaan worden uit de zogenaamde geldstroom 1 uit zijn Nota3) op 5 september, toen hij in Maarssen een tentoonstelling op het gebied van de Monu mentenzorg opende. Daarbij benadrukte hij, dat de belangrijkste uitgangspunten thans zijn: - de vereenvoudiging van de procedures voor de eigenaren van monumenten - de vergroting van de beleidsvrijheid voor de gemeentebesturen. 'De monumenteneigenaar krijgt vanaf 1 ja nuari 1986 nog slechts met één loket te maken, het gemeenteloket. Bij zijn eigen gemeente kan hij terecht voor zowel de ver gunningaanvraag als het subsidieverzoek. Dicht bij huis kan hij dus duidelijkheid krij gen over de financiële en administratieve consequenties van zijn restauratieplannen', aldus de Minister. De kern van de ontwerp-subsidieregeling wordt het gemeentelijk meerjarenpro gramma, waarin het gemeentebestuur voor een periode van vijfjaren zijn eigen priori teiten aangeeft in de noodzakelijke restaura ties van rijksmonumenten. Op grond daar van reserveert de Minister per gemeente jaarlijks een bedrag. Hoewel dus door de Minister subsidie verleend wordt, wordt aan de gemeente een zo groot mogelijke invloed toegekend op die subsidieverlening. Voor zover de eerste reacties van de betrok kenen bekend zijn, is het vooral die eis van dit gemeentelijke vijfjarenplan die veel kri tiek ontmoet. In de nota van toelichting bij de ontwerp-regeling staat letterlijk: 'Indien een gemeente geen meerjarenprogramma indient of indien het meerjarenprogramma niet aan (bepaalde) eisen voldoet, kun nen voor restauraties binnen zo'n gemeente door de Minister geen subsidies worden ver leend'. Dat betekent dus, dat de goedwillen de burger (of restaurerende instelling) die de pech heeft dat zijn te restaureren pand in een inactieve of op dit gebied slecht georgani seerde gemeente staat, in de kou komt te staan. Voorts kleven een aantal praktische bezwa ren aan die vijfjaren-plannen. Zo is het heel moeilijk voor een gemeente precies inzicht te krijgen in de plannen van eigenaren over een termijn van vijf jaren. Als voorts een bepaald pand voor een bepaald jaar gemeld is en er wordt dat jaar toch geen gebruik van de reservering gemaakt, is die voor de ge meente verloren. Ook zullen de gemeenten door de opgelegde te rigide regeling niet meer op noodsituaties kunnen inspelen, zo meent men. Kortom, de ontwerp-regeling is te weinig praktijkgericht en mede daardoor te complex. Men betreurt het dat deze alleen door rijksambtenaren is opgesteld en dat niet - zoals indertijd bij de voorbereiding van het stadsvernieuwingsfonds - mensen uit de dagelijkse praktijk daarbij betrokken zijn geweest. Heemschut heeft de Minister dan ook verzocht voor problemen als de bovengenoemde een goede opvangregeling te maken. Een ander punt van kritiek brengt de Natio nale Contactcommissie voor Monumenten bescherming naar voren, nl. dat van de randvoorwaarden voor de budgetreserve ring, zoals die in de Nota Monumentenzorg waren genoemd niets is terug te vinden. Deze hadden betrekking op het inlopen van het zogenaamde stuwmeer, een landelijk beleid voor de verschillende categorieën monumenten en eventuele werkgelegen heidsaspecten. Het is te hopen, dat oplossingen gevonden zullen worden voor de gesignaleerde pro blemen, want het was toch de bedoeling dat het NRF de problemen van het vastgelopen subsidiesysteem zou oplossen, niet dat het nieuwe problemen zou creëren. J. B.-R, 1) Het NRF gaat een toegezegd subsidiebedrag in principe voorfinancieren en daarnaast een lening tegen lage rente verstrekken aan eigenaren die belas tingaftrekmogelijkheden hebben. De opzet van het NRF is uitvoerig besproken in het juninr. van 1984 van Heemschut (pp. III, 112). 2) 21 november Amsterdam, Hotel Krasnapolsky, 14.00 uur. 28 november, Rotterdam, Hotel Engels, 14.00 uur. 4 december, Hoogeveen. Cultureel Centrum De Tamboer, 14.00 uur. 12 december, 's-Hèrtogenbosch, Brabanthallen, 14.00 uur. 3) De andere geldstromen hebben betrekking op de stadsvernieuwingsfondsen (geldstroom 2) en de on- derhoudssubsidieregeling, alsmede bijdrage aan bij zondere objecten (geldstroom 3).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 5