206 Schilderij, z.g. Patroon, van de St. Bavokerk uit 1518 door Pieter Gerritsz. DE BAVO TE BOEK In aansluiting op de restauratie 1091-1985 van de Grote of St. Bavo Kerk te Haarlem is dit boek verschenen. In 22 hoofdstukken, geschreven door 18 auteurs, wordt ingegaan op de restauratie problematiek, op het bouwwerk als zoda nig, op schilderijen, kerkmeubelen, beeld houwwerk, koper en zilverbezit, glasven sters, grafstenen, het orgel enz. Het geheel wordt afgesloten met een uitgebreide biblio grafie. De inleiding van Mr. H. E. Phaff geeft een goed inzicht betreffende de bouw en ge schiedenis van de kerk. Ik mis alleen de levensgeschiedenis van de ridder-heilige Bavo. Sedert 1496 heeft een beeld van hem gestaan in de topnis van de gevel van het Zuid transept met een zwaard in de rechter en een jachtvalk in de linkerhand. Bedenke lijk is dat dit, in ernstig verval verkerende beeld, vervangen is door een nieuw met de rechterhand zegenend omhoog en een vre desduif in de linker. De voorganger van de Bavokerk werd in 1370 grotendeels door brand verwoest. Jammer is dat bij de huidige restauratie geen oudheidkundig bodemonderzoek is gedaan. In de periode 1370-1540 is de huidige kerk gebouwd. Begonnen is met het koor en ge leidelijk is de kerk naar het westen toe vol tooid. De grote dakruiter kwam in 1520 klaar, opgetrokken uit hout nadat gebleken was dat een stenen bouwsel te zwaar was. Koor en schip hebben beide 6 traveeën. De zijbeuken evenals de viering hebben een stenen gewelf. Koor en schip zijn met hout overkluisd. Oorspronkelijk was dit laatste ook het geval in het transept, maar tijdens de restauratieperiode 1875-1920 onder P. J.H. Cuypers, J.A.G. en A. van der Steur zijn deze door stenen gewelven ver vangen. De aanzetten daartoe waren aanwe zig en dus was dit een verantwoorde in greep. De uitwendige balustrade langs de dakrand echter stamt ook uit die restauratie periode, maar hiermee is men te ver gegaan. Nu wij toch van buiten omhoog kijken val len de z.g. inkassingen op tussen de licht- beukramen, die dienst hadden moeten doen als steunpunten voor luchtbogen. De relatief lichte houten gewelven van koor en schip maakten deze bogen overbodig, maar kennelijk was oorspronkelijk een ste nen overkluizing de bedoeling geweest. Op blz. 44 van het boek staat een platte grond van de kerk met adnexen. Een maat is weergegeven, waardoor wij kunnen uitreke nen dat de kerk 110 meter lang en nog geen 32 meter breed is. De Bavo was oorspronkelijk een parochie kerk. In de Spaanse tijd werd het bisdom Utrecht, als enige bisschopszetel van Hol land, opgesplitst in meerdere bisdommen om het opdringende Protestantisme beter in de gaten te kunnen houden. In 1559 werd Haarlem bisdom en daarmee de Bavo een kathedraal. Dit heeft geduurd tot 1577. Op 29 mei van dat jaar drongen de soldaten van de Prins de kerk binnen wat tot gevolg had dat er een verlate beeldenstorm plaatsvond waarbij ook mensenlevens niet werden gespaard. Deze gebeurtenis is in de geschiedenis opgetekend als de Haarlemse Noon. Daarna kwam geleidelijk de kerk in protestantse handen. Dr. W. H. Vroom geeft ons duidelijk in zicht hoe de kerk financieel functioneerde, hoe b.v. in de vroegste tijden het aflaatsys teem daarin een rol speelde. Door Dr. D. P. Snoep is een hoofdstuk ge wijd aan het 'patroen van de kerck ende van de toern'. In 1518 werd door Pieter Gerritsz op een grootpaneel dit patroon geschilderd dat ruim 450 jaar boven de zuidelijke uit gang heeft gehangen. Wegens slechte staat is het nu opgeborgen in het depot van het Frans Hals Museum. Het diende waar schijnlijk als een twee-dimensionale ma quette. De toren op het patroon mist een geleding en recensent telt bovendien 5 in plaats van 6 koortraveeën. Men neemt aan dat het gediend heeft als een voorlopig ont werp waarop de bouwheer nog varianten kon aanbrengen. De Bavo is. vooral in de 17de eeuw een geliefd object geweest voor schilders. In het boek staan 7 interieurschilderingen en 11 tekeningen afgebeeld van Pieter Saenredam (1597-1667). Ook van de 17de eeuwse schilders Gerri en Job Berckheyde en Izaak van Nickelen komen fraaie reproducties in het boek voor. De dominerende rol die de Bavo in het landschap speelde is afgebeeld in het beroemde schilderij van Jacob van Ruysdael uit 1670: Gezicht op Haarlem. J.H. Weissenbruch heeft ca. 1850 hetzelfde onderwerp gekozen. Ook deze beelden treft u in het boek aan. De kerk als bedrijf vormt een boeiend hoofdstuk. Wij maken hier kennis met de hondenslager die o.a. tot taak had 'die hon den uyt die kerck te slaan'. Een kapitaal in de hondeslagers of cellebroeders kapel, één van de 8 kapellen die de kerk rijk is toont de man in volle actie. Naast het inwendige beeldhouwwerk aan verschillende kapitelen valt het reeds be schreven St. Bavobeeld aan de buitenzijde van het Zuider-transept op. Ook in het Noorder-transept is in de geveltop het oude Mariabeeld door een nieuw vervangen. De kerk bezit prachtige 16de eeuwse meu belen o.a. de broodbank, de koorbanken en ook de preekstoel uit 1674 bezit een 16de eeuws klankbord en verder een 15de eeuwse bekroning. Van het koperwerk dient vermeld het deels uit koper deels uit hout gemaakte koorhek uit 1517. Bijzonder is de lezenaar uit 1499 in de vorm van een pelikaan die zich zelf in de borst pikt om met haar bloed haar kinde ren te voeden, als symbool van Christus. De oude gebrandschilderde glasvensters uit de 15de en 16de eeuw zijn verdwenen, en kele glas-panelen uit de 17de eeuw zijn nog aanwezig. Het overige glas stamt vrijwel geheel uit de 19de en de 20ste eeuw. Ver meld dient te worden dat veel glasvensters door de bemoeienis en gulheid van Mr. A. J. Enschedé in de vorige eeuw plaats in de kerk gekregen hebben. Het beroemde Christiaan Müller orgel, te gen de West-muur geplaatst, is uit 1738. Handel, Mozart, Liszt en Saint Saëns heb ben het bewonderd en mogelijk bespeeld. Kijken wij naar de vloer dan vallen ons talrijke grafstenen op, 1354 zijn er te zien, de rest zit onder de meubels en vloer planken. DE RECENTE RESTAURATIE Tot slot nog iets over de recente restauratie. Reeds in 1966 was een restauratiefonds ge sticht maar na veel geharrewar kon men pas in 1981 beginnen. In 1979 was een stuk steen uit een raamomlijsting tijdens de kerstdienst omlaag gevallen en niet lang daarna viel een pinakel op de Riviervis markt, de kerk werd gesloten. Dit alles maande tot spoed en na 4'/2 jaar was het herstel gereed. De totale kosten hebben 25 miljoen gulden bedragen. De architecten waren H.W. van Kempen Senior, die op 85-jarige leeftijd in september 1984 over leed, het reeds ingeschakelde ing. bureau Brink en de heer G. Lankhorst en tenslotte H.W. van Kempen Jr. hebben het werk afgemaakt. De vroegere kapvoet die in de vorige restau ratie periode werd verwijderd is weer terug gebracht, het gehele dak heeft een nieuwe leidekking gekregen. Er is veel houtwerk vernieuwd en bij het noodzakelijk verwijde ren van loslatende pleisterlagen zijn muur schilderingen ontdekt, meest als versierings

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 24