Een tweede van Dishoeckhuis-affaire? BOVENBEEKSTRAAT 21 TE ARNHEM IN GEVAAR DOOR G. J. DE MARET TAK* 193 Het monumentale I8de-eeuwse pand Bo- venbeekstraat 21 te Arnhem is in de geva renzone gekomen. Het is één van de weini ge 18de-eeuwse gave patriciërshuizen, die Arnhem nog bezit. Alleen de huizen Bak kerstraat 19 en Mariënburgstraat 12 zijn hiermede vergelijkbaar. Deze drie huizen hebben 5 traveeën-brede gevels met versier de ingangstravee en gesneden consoles on der de kroonlijst. Het interieur bevat nog de oorspronkelijke stucplafonds en rijk gesneden deuren en trapleuningen. Het laat 18de-eeuwse huis Bovenbeekstraat 21 is eigenlijk het mooiste van deze drie, met de rijkste voorgevel en een interessant interieur, dat met name wat betreft de inde ling nog vrijwel ongeschonden is. Het bevat een vertrek op de begane grond, waarin een geschilderd behangsel met voorstellingen uit het leven van Alexander de Grote, naar Le Brun. Vermeldenswaard zijn in deze ka mer nog de fraaie schoorsteen en penant spiegel en consoletafel, rijkelijk 'voorzien van het rococo-ornament. Heel bijzonder is een fonteintje in een eveneens rijk versierde nis, aanwezig in één van de kamers aan de achterzijde. In de gevelomlijsting van het middenvenster boven de voordeur bevindt zich een symbolische voorstelling van de vierjaargetijden. Het pand Bovenbeekstraat 21 bevindt zich op terrein van het voormalige Hof van An- holt, oorspronkelijk een bezitting van de Heren van Baer, die bij hun verblijf binnen de stad in dit huis vertoefden. In 1716 verkocht de toenmalige heer van Anholt, Lodewijk Otto, vorst van Salm- Salm, de terreinen met wat er nog op stond, aan de advocaat E.J. van Dam. In 1736 verkocht Van Dam het Hof voor 3.700, aan Cornelis van der Hart en Rodolph Wil lem van Olden. Beide kopers hadden kort tevoren van de magistraat octrooi gekregen om een zeepziederij op te richten, welke op die plaats zou worden gebouwd. Ongeveer twintig jaar hebben de compagnons dit be drijf gezamenlijk uitgeoefend; toen deed Van Olden zijn helft over aan Van der Hart. Cornelis van der Hart overleed omstreeks 1790; bij de boedelscheiding werd het vroe gere Hof van Anholt toebedeeld aan Jan Hendrik Cremer, die gehuwd was met Wil- helmina van der Hart. Cornelis van der Hart is de bouwheer ge weest van het huidige pand Bovenbeekstraat 21, dat in de tweede helft van de 18e-eeuw gereed kwam. Tot 1843 bewoonde het geslacht Cremer, waaruit de latere bekende minister Jacob Theodoor Cremer stamde, dit huis. In bo vengenoemd jaar werd het pand bestemd tot Burgerweeshuis. Een kleine tachtig jaar heeft het huis aan de Bovenbeekstraat voor dit liefdadige doel gediend; nadat het enige tijd had leeggestaan, wist de firma Van der Hart het naderhand te verwerven en was het zodoende weer in het bezit gekomen van leden van een familie, die vroeger eigenaar van het Hof van Anholt was geweest. LAATSTE GEBRUIKER In de jaren zestig van deze eeuw ging de firma Van der Hart in eigendom over op Koninklijke Bijenkorf Beheer, die het gehe le terrein tussen Ketelstraat-Heijendaal- steeg-Ruiterstraat-Bovenbeekstraat wilde bestemmen als locatie voor een nieuw te bouwen warenhuis. Het pand Bovenbeek straat 21 mocht echter van Rijk en Gemeen te niet gesloopt worden, zodat de Bijenkorf ging uitzien naar een andere locatie. In 1980 werd het gehele terrein verkocht aan een onroerend-goed belegger, waarna Bovendeel van de middenrisaliet van het schitterende huis Bovenbeekstraat 21 te Arnhem. Prachtig Louis XV-beeldhouwwerk boven de deur en omlijstingen van de twee erboven liggende ramen. Het pand staat als enige in het gehele blok op de Monumentenlijst. Aan de huidige verwaarlozing van dit unieke pand dient een einde te komen. Foto van de auteur

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 11