100 Jaar Rijksmuseum
Tentoon-
P. J.H. Cuypers
(1827-1921)
184
Maandag 13 juli 1885 werd het nieuwe
Rijksmuseumgebouw geopend, waarbij de
architect P.J.H. Cuypers een koninklijke
onderscheiding ontving.
Vanaf 1850 was er steeds meer kritiek ont
staan op de manier waarop de nationale
kunstcollecties waren gehuisvest in het Am
sterdamse Trippenhuis. Zo hing de nacht
wacht in de zaal, waar de Academie voor
Kunsten en Wetenschappen haar vergade
ringen hield).
In 1862 werd een prijsvraag uitgeschreven
voor een nieuw museumgebouw: 21 ont
werpen werden ingezonden, maar het ont
werp van eersteprijswinnaars Emil en Lud-
wig Lange werd na hevige kritiek, vooral
door het gebruik van 'on-Hollandse' Griek
se stijlen, niet uitvoerbaar geacht. Voor de
nieuwe prijsvraag van 1875 werden vier ar
chitecten uitgenodigd: Eberson, Outshoorn,
Cuypers en Vogel.
Cuypers kreeg de eerste prijs voor zijn twee
ontwerpen. Hoewel de jury een voorkeur
had voor het '17de eeuwse Renaissance'
ontwerp, wist Cuypers uiteindelijk zijn fa
voriete gotische variant ten uitvoer te
brengen.
In 1877 werd met de bouw begonnen. In de
loop van de 8 jaar, dat de bouw duurde,
bleek het gebouw uiteindelijk 3 keer zo veel
te zijn gaan kosten dan aanvankelijk was
geraamd.
De opening vond plaats in aanwezigheid
van prinses Marie von Wied, een zuster van
koning Willem III, die zelf niet wilde ko
men omdat hij het niet eens was, met de
wijze, waarop het gebouw tot stand was
gekomen.
Van 13-7-'85 tot 10-11-'85 is er in het
Rijksmuseumgebouw een tentoonstelling in
gericht ter herdenking van de opening van
het Rijksmuseumgebouw in 1885, onder de
titel: HET NIEUWE RIJKSMUSEUM
1863-1885, ontwerpen en bouwen.
Onder de vrijwel gelijkluidende titel.
'Het Rijksmuseum, ontwerpen, bouwen
en verbouwen, 1863-1885-1985' is door
C. S. T. J. Huijts, mevrouw K. M. Veen-
land-Heineman en mevrouw A. A. E. Veis
Heijn in opdracht van het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer een uitgave samengesteld,
waarin de geschiedenis van de bouw van het
Rijksmuseum is beschreven vanaf de eerste
prijsvraag in 1863 tot en met het jubileum
jaar 1985.
Het eerste deel van deze uitgave, dat de
periode 1863-1885 bestrijkt en geschreven
is door mevrouw Veenland en mevrouw
Veis Heijn is als apart boekje onder toevoe
ging van een catalogusgedeelte verkrijgbaar
bij de tentoonstelling 'Het nieuwe Rijks
Museum' a 10,-.
De uitgave is alleen té bestellen bij: Mini
sterie V.R.O.M. Van Alkemadelaan 85,
2597 AC DEN HAAG, tel. 070-264201,
toestel 2301 of 2983.
Onder redactie van medewerkers van het
Rijksmuseum verscheen de uitgave HON
DERDJAAR RIJKSMUSEUM 1885-1985.
Het boek is ingedeeld in drie periode's:
Deel 1 1885-1920
Deel II 1920-1945
Deel III 1945-1985
In dit bijna 200 pagina's tellende werk
wordt in woord, maar vooral in beeld, weer
gegeven hoe het huidige museum in de af
gelopen 100 jaar uitgroeide van 'Nationale
Kunst galerij' tot Rijksmuseum en hoe in de
loop der jaren de collecties groeiden, welke
tentoonstellingen er werden gehouden en
welk publiek daar kwam.
In verschillende paragrafen komen de res
tauraties aan de orde van het gebouw en
wordt beschreven hoe het gebouw steeds
werd aangepast aan de moderne eisen.
Het prachtig geïllustreerde boek werd uitge
geven bij Van Holkema en Warendorf.
ISBN 90 269 44 75 6 UGI 580
Prijs: 34,50.
Het Nederlands Kunsthistorisch Jaar
boek 1985 heeft als thema:
ASPECTEN VAN DE GESCHIEDENIS
VAN HET RIJKSMUSEUM
De keuze van het thema voor dit jaarboek is
bepaald door het 100-jarig jubileum van het
Rijksmuseumgebouw, 'maar de bijdragen
beperken zich niet tot de geschiedenis van
de jubilaris, het huidige museumgebouw:
zij behandelen verschillende aspecten van
de nu bijna twee eeuwen omvattende ge
schiedenis van het Rijksmuseum volgens de
dubbele betekenis van deze eigenaar'.
In november 1978 werd een symposium
over de ontstaansgeschiedenis van het
Rijksmuseum gehouden, georganiseerd
door de Werkgroep 19de eeuw. Hiervan
verschenen in 1980 de referaten in de vierde
aflevering van de vierde jaargang van het
documentatieblad De Negentiende Eeuw.
Het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek
1985 is een gevolg van dit symposium. Aan
de orde komen onder andere de stichting,
inrichting en aankoopbeleid van het mu
seum, maar ook de bemoeienis van de over
heid met de kunst in de 19de eeuw en de
twee prijsvragen van 1863 en 1875 vooreen
ontwerp van het nieuwe Rijksmuseum. Een
referaat is gewijd aan een der infitiatiefrijk-
ste directeuren die het muséum heeft gehad:
Dr. F. Schmidt-Degener.
De gebundelde opstellen vormen niet alleen
een bijdrage tot de geschiedenis van een
enkel museum, maar ook tot een aanzienlijk
deel van onze cultuurgeschiedenis.
Het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek,
waarvan dit jaar het 35ste deel verschijnt, is
een wetenschappelijke uitgave van De
Stichting Nederlandse Kunsthistorische Pu
blicaties.
ln het Nederlands Documentatiecentrum
voor de Bouwkunst te Amsterdam is tot 15
september de tentoonstelling gehouden:
P.J.H. CUYPERS EN AMSTERDAM
Gebouwen en Ontwerpen 1860-1898
In de tentoonstelling, georganiseerd in sa
menwerking met het Gemeente-Archief,
staan de Vondelstraat en het Centraal Stati
on en de zes Amsterdamse kerken centraal.
(Posthoorn, Vondelkerk, Dominicus, De
Liefde en de - helaas - gesloopte Willibror-
dus en Magdalena).
In de hoop dat deze tentoonstelling verlengd
zal worden, wil Heemschut hierop de aan
dacht vestigen, en bovendien de catalogus
van deze tentoonstelling aanbevelen, ge
schreven door Guido Hoogewoud, Janjaap
Kuyt en Aart Oxenaar. Aan de orde komen
o.a. Cuypers stedebouwkundige ontwerpen
en een aantal niet-uitgevoerde ontwerpen,
o.a. van het Concertgebouw. Het boeiend
geschreven 6de deel in de serie Cahiers van
het Nederlands Documentatiecentrum voor
de Bouwkunst is rijk voorzien van afbeel
dingen van deze ontwerpen
ISBN 90 12 04971 7 Prijs: 24,-
Staatsuitgeverij
Bij STAAL BANKIERS NV, Lange Hout
straat te 's Gravenhage, werd op 5 juli de
tentoonstelling geopend:
CUYPERS ALS KERKENBOUWER
(tot 1 oktober)
Hoewel de bouwmeester in 's Gravenhage
slechts één kerk ontwierp, de St. Jacobus
aan de Parkstraat, is hier toch een tentoon
stelling aan 'deze grootste van onze 19de
eeuwse architecten' gewijd, vanwege zijn
relatie met de residentie.
De Haagse Cuyperstentoonstelling, inge
richt door kunsthistorica drs. Gerda Végh,
geeft een kleine, maar kwalitatief uitsteken
de selectie van bouwkundige en kerkelijke
kunstnijverheid.
Er is o.a. een ontwerptekening te zien voor
de westgevel met toren van de St. Lamber-
tus in Veghel uit ca 1855, een der eerste
Cuyperskerken, en tekeningen voor de St.
Vitus in Bussum uit ca. 1883.
De tentoonstelling wordt begeleid door een
catalogus, geschreven door Drs. Gerda
Végh, met een voorwoord van Drs. H. P. R.
Rosenberg.
Prijs: ƒ10,- (met kleurendrukken)