Boeken
kL/) °°aa
c
183
KLEURIG GLAS IN MONUMENTEN
Conservering van gebrandschilderd glas
In 1981 werd door de Rijksdienst Monu
mentenzorg een symposium georganiseerd
over conservering van gebrandschilderd
glas, onder meer naar aanleiding van de
verontrustende staat waarin de beroemde
Goudse Glazen verkeerden. Aan dit sympo
sium namen vele buitenlandse experts deel.
Het bleek dat Nederland ernstig tekort
schoot in de bescherming van onze glazen.
De daar gehouden inleidingen vormen de
basis van deze studie, die onder redactie
stond van H. Janse.
Het Nederlands bezit aan gebrandschilderd
glas is t.o.v. andere Europese landen maar
zeer beperkt. Veel ging verloren door ver
waarlozing en door onder andere de gods
diensttwisten.
Van onze Middeleeuwse gebrandschilderde
glazen is vrijwel niets meer over. Dit glas
werd samengesteld uit vele stukken glas van
talrijke kleuren, waarvan de contouren de
tekening in hoofdzaak volgen. Ter verster
king van de voorstelling werd met vloeiglas
een grisaille opgebrand: daaraan is de term
gebrandschilderd glas ontleend.
Uit de 16de eeuw voor de godsdienst
omwenteling is weinig glas bewaard geble
ven: slechts in drie kerken zijn er glazen uit
het midden van de 16de eeuw, waarvan die
van de Sint Janskerk te Gouda het belang
rijkste zijn.
Na de reformatie werden, vooral bij kerken,
die in de oorlog tegen de Spanjaarden ver
woest werden, talrijke nieuwe glazen aan
gebracht. De voorstellingen waren niet
meer, zoals voorheen, aan de bijbel ont
leend, maar lieten wapens van steden en
families zien. Er werden veelal gekleurde
emailles toegepast, hetgeen grote proble
men oplevert omdat deze emaille-verven de
neiging hebben om los te laten.
Ook in de 18de eeuw werd in Nederland
nog gebrandschilderd glas vervaardigd. In
die tijd werden ook herstellingen uitge
voerd, o.a. in de Sint Jans Kerk te Gouda,
de Oude kerk te Amsterdam en de Hervorm
de kerk te Oudshoorn.
In de 19de eeuw vindt met de neo-gotiek
een herleving plaats van de glasschilder
kunst: men beheerst de techniek van het
branden echter niet voldoende en daardoor
zijn er glazen, die thans hun hele tekening
in grisaille verliezen. De glazen van de
Brusselse Glazenier J. B. Capronnier (1814-
1891) in de Sint Janskathedraal te 's Herto
genbosch, zijn echter perfect.
Vaak vormen de glasschilderingen met de
wandschilderingen, altaren en het meubilair
een totaal-kunstwerk en kunnen ze daarin
niet gemist worden: restauratie is vaak zeer
problematisch.
In het hoofdstuk 'Ideëen over het restaure
ren van gebrandschilderde glazen' stelt A.
De Vries dat 'twee benaderingswijzen mo
gelijk zijn, overigens zonder dat ze elkaar
uitsluiten of tegenspreken. Men kan ge
brandschilderde glazen zien als individuele
kunstwerken maar ook in samenhang met
het gebouw waar ze deel van uitmaken.'
(als 'gebouwen met muren van licht', zoals
de Sainte Chapelle te Parijs).
Naast een artistieke en in kerken een reli
gieuze betekenis hebben gebrandschilderde
glazen altijd een funktionele betekenis, na
melijk de afdichting van een gebouw, de
vervanging van de muur. Deze funktie, be
scherming tegen weer en wind, maakt per
manent onderhoud noodzakelijk. Daardoor
zijn gebrandschilderde glazen altijd aan her
stel en veranderingen onderhevig geweest.
Ze konden gemakkelijk aan de smaak van
de tijd worden aangepast. Dit heeft ook ne
gatieve gevolgen gehad: in de 18de eeuw
GEBRANDSCHILDERD GLAS IN NEDERLAND I5OO-18OO
I
H
lOD
m 16de eeuw
17de eeuw
18de eeuw
h 16de 17de eeuw
s 16de 17de 18de eeuw
e 17de 18de eeuw
'wilden de Verlichters niet alleen de men
sen, maar ook de kerkinterieurs verlichten.'
(Zo werden in 1-41 door Pierre Le Vieul
alle Middeleeuwse glazen uit de Notre Da
me te Parijs verwijderd, uitgezonderd de
roosvensters)
Om het gebrandschilderde glas te bescher
men tegen o.a. wind, aanslag van regen,
zonnestraling, temperatuurverschillen tus
sen binnen en buiten en bescherming tegen
vandalisme, worden veelal de gebrandschil
derde glazen naar binnen geplaatst achter
beschermd glas. Deze beschermende begla
zing is een zeer complexe zaak, waarbij het
voorkomen van condensvorming voorop
dient te staan.
In deze eeuw zijn verschillende methoden
gehanteerd om gebrandschilderde glazen te
restaureren.
Voorbeelden: De Goudse glazen werden
tussen 1900 en 1935 gerestaureerd. Alles
waf in slechte staat verkeerde of ooit ver
vangen was, werd vernieuwd of bijgeschil
derd. Van hetzelfde principe ging restaura
teur Schouten ook uit bij de restauratie van
de glazen in de Onze Lieve Vrouwekapel
aan de noordzijde van het koor van de Oude
Kerk in Amsterdam. In hun streven naar
stijl zuiverheid, het volledig willen oproepen
van het 16de- en 17de-eeuwse beeld, sluiten
deze restauraties aan bij de 19de eeuwse
methode is als toegepast in de Sainte Cha
pelle te Parijs, (van deze glazen, die in de
jaren veertig van de I9de eeuw werden ge
restaureerd, is de helft nieuw, maar dit is
nauwelijks waarneembaar).
Bij de restauratie van de glazen van de kerk
van Edam 1931-1933) is men geheel an
ders te werk gegaan. Hier werd alleen ver
vangen wat ontbrak of zeer slecht was. La
tere aanvullingen en herstellingen bleven
gehandhaafd. In Edam is ernaar gestreefd
herkenbaar te laten zijn wat nieuw was,
zonder daardoor het totaalbeeld te versto
ren. (ieder nieuw aangebracht stukje glas is
voorzien van een minuscuul jaartal; kleur en
lijn werden iets doffer en vager gemaakt dan
het oude werk). Ook werd hier een comple
te en overzichtelijke documentatie gemaakt
door restaurateur W. Bogtman
In tegenstelling tot de poging om in Amster
dam en Gouda een herstel 'in oude glorie'
na te streven, werden in Edam latere delen
gespaard en eigentijdse toevoegingen ge
markeerd. De restauratie van de Edamse
glazen laat niets aan duidelijkheid te wen
sen over.
De Vries is ook een voorstander van een
restauratiemethode, waarbij het aanwezige
materiaal optimaal gerespecteerd wordt: in
de Sint Goedele kerk te Brussel werden alle
aanvullingen op aparte glazen uitgevoerd,
die als doublures werden toegevoegd.
Een apart probleem is tot slot het restaure
ren van glazen, vaak 19de eeuwse, die hun
grisailletekening verloren hebben. De voor
stellingen zijn vaak onherkenbaar gewor
den, maar het gefilterde, diffuse licht, be
doeld om een sfeer te scheppen, die zich
boven het dagelijkse verheft, is behouden.
In neo-gotiese interieurs, waar gebrand
schilderde glazen een sfeerbepalende wer-
keing hebben, zouden ze gehandhaafd moe
ten blijven.
Behalve bovenstaande hoofdstukken over
restauratie en conservering van het glas ko
men een aantal technische aspecten aan de
orde ten aanzien van het reinigen, lijmen
etc., en er is een hoofdstuk, gewijd aan
klimaat en luchtvervuiling en de invloed op
het glas. Het zeer overzichteljke boek wordt
besloten met een overzicht van gebrand
schilderde glazen, vervaardigd voor 1800,
in Nederlandse gebouwen-'kleurig glas in
Monumenten' bevat, hoe kan het ook an
ders bij dit onderwerp, 33 kleurfoto's.
Staatsuitgeverij ISBN 9012047 358 Prijs:
24,50
J.K.A.