Kerken van Cuypers 'gered' met conté en oost-indische inkt 174 VERKWANSELING NEO-GOTIEK GAAT CLEMENS MERKELBACH AAN HET HART Midden in de vakantietijd konden we, dit keer via journaalbeelden op de televisie, weer getuige zijn van de trieste verkwanse ling van het rijke roomse architectonisch erfgoed van de 19de eeuw. In de laatste dagen van juli werd de fiere, rijk gedecoreerde Dominicuskerk in Alk maar met de grond gelijk gemaakt. De zoveelste schepping van Pierre Cuypers, die verloren ging. Op de kaalgeslagen plek moet een modem winkel- en kantorencom plex verrijzen, ook al staan de burgers van Alkmaar daar bepaald niet op te wachten. Hoe kan zoiets voor de zoveelste maal ge beuren? Toevallig hadden we een week vóór deze dramatische afbraak een inter view met een kunstenaar, die dit proces van verkwanseling diep door de ziel snijdt: Cle- mens Merkelbach van Enkhuizen. Een schil der en tekenaar, die veel inmiddels gesloop te of in verval geraakte 19de-eeuwse, neo gotische kerken van Cuypers of zijn leerlin gen althans op het doek van de ondergang heeft weten te redden. Clemens groeide als jongetje op in een sta tig grachtenhuis in Breda recht tegenover de St. Barbara kathedraal van Cuypers. Als misdienaartje en koorknaap raakt hij in de ban van deZe prachtige 'Cuypers'. Dage lijks scharrelt hij in het priesterkoor en op de gaanderijen van de kerk, zodat geen en kel plekje in de machtige kathedraal hem meer vreemd is. Hij voelt zich hier thuis en elke verandering in het interieur wordt door de overgevoelige jongen geregistreerd, vaak met pijn. In die tijd komt bij hem sterk de behoefte op interieurs en exterieurs van hem dierbare kerken tijdig op doek en papier in pentekeningen met oostindische inkt of in conté vast te leggen. We gaan met hem de historie van de St. Barbara en de neergang van de neo-gotiek na. Direct na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 wilden de Nederlandse katholieken hun bevrijding van eeuwenlan ge protestantse onderdrukking vieren met nieuwe, vaak imponerende kerkgebouwen in neo-gotische stijl. In Breda moest daar voor zelfs de bestaande gotische kerk wor den opgeofferd. Hij was niet imponerend genoeg. Zo verrees de indrukwekkende St. Barbara, de eerste schepping van Pierre Cuypers buiten zijn geboortestreek Lim burg. Dezelfde Cuypers, die in Amsterdam vele schuilkerken en te klein geworden wa terstaatskerken verving door fraaie neo-go- tische bouwwerken als de Vondelkerk, de De Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam. In 1969/70 werd deze kerk van Cuypers afgebroken. Op de tekening is dat te zien aan de torenspits, die al deels is afgebroken. Posthoorn en de inmiddels verloren gegane Willibrordus buiten de Veste en Maria Mag- dalena. TWEEDE 'BEELDENSTORM'. Na de Tweede Wereldoorlog echter ontstaat er in de tijd van de wederopbouw ook in roomskatholiek Nederland een heel ander klimaat. De nieuwe zakelijkheid breekt de finitief door en men vindt de protserigheid van Cuypers met zijn hang naar decoratie niet langer bij de tijd passen van keihard werken aan de economie en bestedingsbe perking. Eerst moet de jonge Clemens erva ren hoe het interieur van de St. Barbara sterk wordt versoberd om later, in 1968, met verslagenheid te moeten aanzien hoe de kerk wordt afgebroken. Hij ziet in de jaren vijftig hoe het koorhek, dat samen met de triomfbalk met het kruis en de beelden van Maria, Johannes, ecclesia en synagoge een geheel vormde, in tweeën gezaagd wordt om in een rechterzij beuk gepropt te worden. Later verdwijnt de triomfbalk met beelden helemaal, evenals de schilderingen van de absis. Het begin van de tweede 'beelden storm' uit onze geschiedenis: die van de jaren zestig. Clemens beoordeelt dit meestal negatief maar soms ook wel positief. 'Het oude ge bouw met zijn natuurstenen wanden komt nu beter tot zijn recht.' De overdadige schil deringen van Cuypers' leerlingen vindt hij niet altijd even mooi. Soms worden er zelfs bakstenen geschilderd op de originele wand. Door het vocht op de muren gaat het schilderwerk bovendien bladderen.' Een verschijnsel, dat de plebaan van de kathe draal eens deed verzuchten: 'Ach was in de oorlog op deze kerk maar een bommetje gevallen.' Een uitspraak, die wel aangeeft hoe het respect voor Cuypers' werk na de oorlog snel afneemt. Een dieptepunt in die ontwikkeling was het besluit om de St. Bar bara maar helemaal af te breken. Het onder houd vindt men te duur, de binnensteden ontvolken en grootse kathedralen passen niet meer bij de tijd. Bisschop Ernst van Breda meent dat zijn bisdom helemaal geen kathedraal nodig heeft. De werkelijke reden blijkt in de praktijk vaak te zijn, dat de rooms-katholieke kerk de vrijkomende grond voor een flinke prijs kan verkopen. Er was bijvoorbeeld voor herbestemming van de Alkmaarse Dominicus een prachtige plan, waarbij in de zijbeuken van de kerk winkels konden komen. Ook voor kantoren was binnen het kerkgebouw ruimte genoeg. Kennelijk was dit plan niet lucratief genoeg. Het komt echter ook voor, dat de vrijko mende ruimte wordt gebruikt voor een par keerterrein of een trapveldje wordt voor de jeugd. Een soortgelijke ontwikkeling valt waar te nemen in steden als Tilburg, Den Bosch en Amsterdam. In de hoofdstad trof de Maria Magdalena- en de Willibrordus- buiten-de- veste eenzelfde lot als de Bredase Barbara en de Alkmaarse Dominicus. VERNIELZUCHT Verontwaardiging over de vernielzucht en

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 22