162 resterende neogotische kerken gaan ver dwijnen (vgl, W. J. Pantus in Heemschut no. 2, febr. '85), terwijl hier ook al kerken uit de periode tussen de twee wereldoor logen gaan verdwijnen. Een dergelijk be leid, waarbij de zielzorg bekostigd wordt uit de opbrengst van verkochte eigendommen, maakt de kerk tot handelaar in onroerend goed en zal geen lang leven beschoren kun nen zijn. In Amsterdam is de problematiek in haar duidelijkste vorm te onderkennen. De Nota Kerkgebouwenbeleid (Gemeenteblad 1980, bijlagen R en S) geeft het al aan: van de 62 behandelde gebouwen zijn er 54 van monu mentale waarde (overigens ontbreken: Des- sings Vincentius, Stuyts Agneskerk en Krophollere Martelaren van Gorkum). Van deze groep vragen 19 kerken om ingrijpend herstel, 11 om consolidatie, terwijl bij 24 kan worden volstaan met onderhoud. Tot dusver is deze nota nog niet verder gekomen dan een gedrukte uitgave in twee katernen. Incidenteel zijn enkele gebouwen gesteund, maar een samenhangend beleid ontbreekt tot dusver. In de afgelopen jaren is gebleken dat zelfs in Amsterdam de overheid nog te onhandig is om doeltreffend in te spelen op deze problematiek. Beslissingen worden op de lange baan geschoven, de gemeente wacht op het rijk, het rijk wacht op de gemeente... Ook de beheerders weten met hun proble men vaak geen raad, hoewel dit binnenkort anders kan worden, getuige het voorstel van het dekenaat Amsterdam tot het instellen van een 'kerkgebouwencommissie' die on doelmatige en niet renderende gebouwen moet bestuderen in relatie tot de beschikba re gelden. Gezien het feit dat in deze com missie geen historici en kunsthistorici zit ting hebben, kan de uitkomst niet verras send zijn. Tot dusver is het standpunt dat ook jongere kerkgebouwen met monumen tale waarde als het ware eigendom van de gemeenschap zijn, onder katholieke kerkbe- heerders nauwelijks doorgedrongen, de goeden niet te na gesproken, die onder meer in Leeuwarden de Bonifaciuskerk van Cuy- pers aan een Stichting overdroegen. Meestal blijft een kerkgebouw voor hen een opstal met te kapitaliseren waarde in het econo misch verkeer. De nota Monumentale kerken in Den Haag speelt op deze gedachte in. Dit stuk uit 1984 bevat naast een door H. Rosenberg degelijk uitgevoerde inventarisatie van 14 bescherm de en 17 niet-beschermde gebouwen, een goede beschrijving van de problematiek met oplossingen door H. Ambachtsheer. Proble matisch zijn ook hier interieurwijzigingen, het verminderen of stopzetten van onder houd en soms het sluiten van het gebouw. 24 Kerken blijken in redelijke of goede staat te zijn, 5 zijn er slecht tot matig (4 behoeven urgent restauratie), 1 is deels uitgebrand (de Margrykerk aan de Beeklaan, intussen vol ledig hersteld). De situatie ligt over het ge heel genomen gunstiger dan in Amsterdam, hoewel ook het onderhoud der rijksmonu menten langzaam terugloopt. Het werk van Monumentenwacht en vrijwilligers - een ook begrotingstechnisch ondergewaardeer de groep - blijkt zeer positief te zijn. Over heidsbemoeienis op gebied van bescher ming en beheer kan echter ondersteunend werken. De Gemeente gaat dan ook over tot bescherming van 17 kerken, terwijl de ge bouwen in aanmerking komen voor een jaarlijkse onderhoudsbijdrage van gemid deld 10.000. Deze structurele bijdrage moet vooral gezien worden als een 'steuntje in de rug'. Verder bevat de nota ook voor stellen voor het beheer van kerken die hun functie verloren hebben en een grote stede- bouwkundige, architectuur- of kunsthistori sche waarde hebben. Dergelijke gebouwen zouden op kosten van de overheid geconso lideerd en adequaat onderhouden moeten worden: verzorgde leegstand. Dit voorstel biedt een zekere oplossing voor het pro bleem dat - gezien de houding van monu mentenzorg m.b.t. de noodzakelijke be stemming - elk gebouw zonder functie ten dode opgeschreven is. Het biedt de moge lijkheid te zoeken naar een mogelijk alterna tief. De eigenaar zal dan echter wel af moe ten zien van de opbrengst bij verkoop na sloop, tenzij na enige jaren van reëel onder zoek blijkt dat een nieuwe functie écht niet haalbaar is, en het gebouw ook niet als monument sec kan functioneren. Als 'blauwdruk' met veel informatie kan deze nota ook voor andere gemeenten waar devolle gegevens bieden. De in 1981 opgerichte Vereniging van be- De St. Dominicuskerk te Alkmaar, 2 augustus 1985, vier weken na het begin van de sloop.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 10