Terracotta
90
HET AMSTERDAMSE BANKIERSHUIS KEIZERSGRACHT 452
DOOR MEINDERT STOKROOS*)
In 1860 werden door de aannemer G.H.
Kuiper aan het pand Keizersgracht 452 te
Amsterdam op last van de architect Outs-
hoom terracotta ornamenten geplaatst. Het
waren producten van de heren Twiss en Co
uit Arnhem, fabrikanten van terracotta. In
het verslag van de toestand der gemeente
Arnhem over het jaar 1853 lezen we 'dat
hier eene fabrijk voor bouwkundige orna
menten in aanbouw is'. Rond 1855 is sprake
van een tweetal fabrieken maar in de daarop
volgende jaren wordt alleen nog de fabriek
van Twiss en Co vermeld. Het was een
onderneming die bij voortduring 'naar den
eisch des tijds, huis-, tuin-, en gevel-versie-
ringen' leverde. Er werd van begin af aan
flink geinvesteerd en in de jaren zestig ko
men bij de afgegeven certificaten van oor
sprong herhaaldelijk terracotta produkten
voor die hun weg vinden naar Nederlands
Oost Indie. Een internationale onderneming
en dat allemaal op de Rijnkade bij het Roer
mondsplein.
Aan het einde van de zestiger jaren gaat de
onderneming over in handen van J.C. Stoel-
ler die het bedrijf tot 1895 voortzette.
Over de bedrijfsvoering is niet zoveel te
achterhalen. Het aantal werknemers schom
melde om en nabij de 20 waaronder een
paar kinderen. In het gemeentelijk verslag
over 1864 vernemen we dat er een 'engel-
sche machine ter bereiding van het leem'
staat opgesteld en voorts beschikt men over
een 'gewone bakoven'. In het volgend de
cennium schijnt ook een stoomwerktuig in
bedrijf te zijn. In 1860 werd in Musis Sa-
crum een nijvérheidstentoonstelling gehou
den en het 'etablissement van de heeren
Nicola en Twiss' was present. Opmerkelijk
waren de daar getoonde ontwerpen van ge
vels en een fontein met toepassing van terra
cotta ornamenten 'geteekend en ontworpen
door André Pirlèt' verbonden aan de onder
neming'. De fabriek gaf platen uit van
'voorhanden modellen'. Dit betekende niet
dat men alleen maar modellen Uit de catalo
gus verkocht. Stoeller maakte ook ornamen
ten naar tekening die hij niet in de handel
bracht wanneer de architect daarop tegen
was. Het was namelijk niet ongewoon dat
fabrieken dit deden. Over de positie van de
ontwerper binnen zijn onderneming merkte
Stoeller in 1877 het volgende op: 'Het plaat
sen van artisten aan industriële ondernemin
gen zoals hij er eene bezit als terracotta
fabrikant, biedt groote moeilijkheden aan.
Zij eischen ten eerste een hoog salaris en ten
andere zijn zij niet te gebruiken voor ander
werk bij die onderneming'
In 1879 was de fabriek op de nijverheidsten
toonstelling in Arnhem vertegenwoordigd
met een verzameling bouwomamenten in
terracotta, portland cement en gips. Een
leeuw kostte 60,- een grote vaas en pië
destal moest 105,- opbrengen. De port-
landcementbuizen varieerden van 1,50 tot
6,50 in prijs. De opkomst van de port-
landcement als grondstof voor allerlei
bouwkundige artikelen zou op den duur de
terracotta fabrieken geduchte concurrentie
aandoen.
Terracotta in het fries en kapitelen van de pilasters
Terug naar Keizersgracht 452 waar het
woonhuis van bankier Fuld een eigentijds
gezicht kreeg. Kuiper sprak wel zijn voor
keur uit voor het gebruik van hardsteen ten
opzichte van terracotta 'maar daar waar men
om kostbaarheid bovengenoemde materia
len als versiering moet vermijden, zij het
mij vergund hare doelmatigheid u kenbaar
te maken'. Aangezien de bekende terracot-
tafabriek van de heer Martin uit Zeist niet
binnen de gewenste termijn kon leveren
ging Kuiper in zee met Twiss en Co. De
aanwezigheid van 4 'modelleurs' en verdere
outillage van de fabriek leken hem voldoen
de garantie voor spoedige aflevering.
Bij de fabricage werd gebruik gemaakt van
kleien afkomstig uit het Boven Rijngebied,
de Vecht bij Utrecht en de Rijn bij Alphen.
Na het weken en het zeven werden deze
kleien gemalen teneinde ze te ontdoen van
grove bestanddelen. Van deze klei werd een
voorwerp naar tekening geboetseerd waarbij
wel rekening gehouden diende te worden
met 10 pet. krimp bij het drogen. Vervol
gens werd van gips een duplicaat vervaar
digd. Het gips betrok Stoeller uit Parijs;
tijdens de Frans-Duitse oorlog ondervond
men problemen met de aflevering. Van dit
gipsen duplicaat werd de contramal ge
maakt die bij het productieproces werd ge
bruikt. In de holle mal werd met de hand de
toebereide klei gestreken waarbij er opgelet
moest worden dat de wanden van de orna
menten van gelijke dikte waren. Na droging
werd het eindprodukt tot sinterens toe ge
bakken om zo goed mogelijk bestand te zijn
tegen atmosferische omstandigheden.
In het najaar van 1860 werden de ornamen
ten op de Keizersgracht geplaatst. De be
vestiging geschiedde op verschillende ma
nieren; met lood beklede ijzeren ankers, met
portlandcement in het metselwerk of met
houtschroeven op de houten lijstwerken.
Om met ankers te kunnen werken dienden
aan de holle achterzijde van het ornament
ogen aanwezig te zijn. Ingeval van schroe
ven dienden voorzorgen genomen te worden
om breuk te voorkomen: tussen ornament en
muur werd een laag 'mostpapier' vilt of
kalkspecie aangebracht. Tenslotte werden
de ornamenten geschilderd en gezand waar
door van het oorspronkelijk materiaal niets
meer was te zien.
Het gebruik van terracotta als goedkoop
bouwmateriaal was geen onverdeeld succes
en dat gold voor menig 'minkostend' mate
riaal zoals zink en gietijzer. Er waren nogal
De heer M.L. Stokroos - auteur van de
boeken 'Gietijzer in Nederland' en 'Zink
in Nederland' - is thans bezig met de
voorbereiding van een boekje over de toe
passing van terracotta en kunststeen (bv.
cementsteen, kalkzandsteen etc) in de vo
rige eeuw. Mochten er lezers zijn die sug
gesties hebben aangaande dit onderwerp
dan kunnen zij contact opnemen met het
Gemeentelijk bureau Monumentenzorg,
Keizersgracht 123, Amsterdam.