85 renbouw, parkeerfaciliteiten en een weste lijke ontsluitingsweg. De visie van de NS op het oude gebouw werd kort en krachtig samengevat: 'het gebouw maakt geen schijn van kans. De bouwtechnische toestand is deplorabel, de gebruikswaarde is slecht en de cultuurhistorische waarde is nihil'. De Vereniging Behoud Stadsschoon maakte hier bezwaar tegen, en toen B en W van Gouda in augustus 1982 bouwvergunning verleenden voor een nieuw stationsgebouw, startte men een AROB-procedure. Verzocht werd om rehabilitatie van het oude gebouw, waarbij de door de NS gewenste extra-voor zieningen aan de noordkant konden worden aangebracht. Behoud Stadsschoon kreeg ad hesie van onder meer Heemschut, de Cultu rele Raad Gouda en de Provinciale Monu mentencommissie Zuid-Holland, terwijl het NS-ontwerp geen instemming van de Wel standscommissie verkreeg. Het mocht ech ter niet baten. Begin 1983 verloor Behoud Stadsschoon de AROB-procedure - een for meel argument van Monumentenzorg was dat het gebouw nog geen 50 jaar oud was - en nog in hetzelfde jaar werd Van Rave- steyns station gesloopt. Nog onbekend is wat er met de fraaie spoorbrug over de Gou we gaat gebeuren. De wasserij-blekerij De Drie Notenbomen op de hoek Kattensingel-Nieuwe Gouwe Oostzijde, dateert uit het midden van de 19de eeuw. Uit archiefstukken blijkt dat op deze plaats al vanaf 1605 twee blekerijen hebben gelegen. Naast het hoge, dwarsge- plaatste gebouw met schitterend deurportaal - waarop afgebeeld drie notenbomen met jaartal 1849 - omvat het complex een 27 meter lang gebouw, het vermoedelijke was huis met droogzolder. In de gepleisterde gevel zijn 19 rondboogvensters met cordon- lijsten aangebracht. Allerlei bijgebouwen plus het stoomgebouw met schoorsteen zijn inmiddels gesloopt, verder ligt achter de wasserij een betrekkelijk gaaf gebleven bleekveld. Juist de samenhang van de ge bouwen, alsmede de in Nederland betrekke lijk zeldzame bouwstijl van het Dorisme bepalen de waarde van het complex. Nadat het wasserijcomplex met bleekvelden in 1971 door de gemeente was overgeno men, werd het verhuurd aan een bandenfir ma, die erg veel heeft bijgedragen aan de verloedering van het geheel. In 1979 werd de gemeenteraad om een sloopcrediet ge vraagd, waarop de vereniging Behoud Stadsschoon reageerde met verzoek aan de minister om plaatsing op de monumenten lijst. Tijdens de periode van voorlopige bescher ming trachtte de gemeente tweemaal dit on gedaan te maken, maar op 6 mei 1982 volg de plaatsing op de definitieve lijst, waarop de gemeente in beroep ging bij de Kroon. Als argumenten werden onder andere aan gevoerd, de slechte bouwkundige toestand, het derven van de grondprijs (men zocht een koper voor het gehele terrein) en de verbre ding van de hoek Kattensingel Nieuwe Gouwe o.z. Bovendien had de Rijksdienst zich kunnen verenigen met het bestem mingsplan, dat voorzag in hogere nieuw bouw en de wegverbreding! Overigens vroeg de gemeente alléén om het afvoeren van het langgerekte gebouw langs de Kat tensingel van de lijst, juist het interessantste deel van wat restte van het complex. Per KB van 26 januari 1984 werd de ge meente in het gelijk gesteld. Weliswaar wordt het poortgebouw met deurportaal ge handhaafd, maar het zijgebouw zal binnen kort worden afgebroken ten behoeve van woningbouw en verkeersreconstructie. Ook de toekomst van een andere wasserij, Het Wapen van Amsterdam, is zeer onge wis. Deze wasserij, al in 1875 vermeld, dateert met enkel aangrenzende panden uit de periode 1900-1905, en maakt een inte graal onderdeel uit van de gevelwand van de Blekerssingel. Toen in 1981 het gebruik werd beëindigd, werd het pand te koop aan geboden door een BV, die inmiddels plan nen heeft ontwikkeld voor de bouw van 31 appartementen en 5 bedrijfsruimten: een to tale investering van ca. 2Vi miljoen. Het College van B en W weigerde echter een bouwvergunning af te geven en droeg de nrs 55-61 zelfs voor bij de Rijksdienst voor plaatsing op de monumentenlijst. In mei 1984 werd dit verzoek echter afgewezen met als argument, dat de 'panden naar crite ria van schoonheid, betekenis voor de we tenschap of volkskundige waarde van on toereikend algemeen belang zijn te achten'. Tegen deze afwijziging zijn B en W niet in beroep gegaan. Ook op een verzoek van Behoud Stadsschoon om het pand middels een gemeentelijke monumentenverordening Het Wapen van Amsterdam, de door M. Peeters in 1875 gestichte 'kleederbleekerij' aan de Blekerssingel, met aangrenzende monumentale panden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 15