84
De voormalige Goudse siroop/glucosefabriek aan
het Raam, op de plaats van de vroegere
bierbrouwerij De Zwaan; inmiddels afgebroken
ten behoeve van woningbouw.
Tegeltableau uit 1913 met pottenbakkerij, op de
zijmuur van de Koninklijke Plateelbakkerij
Zuid-Holland (aan het Raam)
De Goudsche Machinefabriek aan de
Kattensingel; de klassicistische voorgevel bevat
zorgvuldig uitgevoerde baksteendecoraties.
Anjer (Fluwelensingel), de krijtfabriek van
Vingerling en de Goudsche Melkinrichting
(Turfsingel) de gashouders van het GEB-
complex, het Goudse station, de siroop/glu
cosefabriek aan de Raam en tal van woon/
bedrijfsgebouwen in het gebied van Raam-
Vest-Turfsingel
STRUKTUURPLAN
Welk beleid voert de gemeente Gouda met
betrekking tot de bedrijven in de binnenstad
en omgeving? Zoals al vermeld, zijn na de
Tweede Wereldoorlog een aantal bedrijfs
takken, zoals de garenspinnerij, de wasse
rijen en het aardewerk, in strukturele moei
lijkheden gekomen. Evenals elders in Ne
derland waren deze 'historische' bedrijven
ook infrastruktureel ongunstig in de binnen
stad gesitueerd en ontstonden hinderwetpro
blemen met de omringende woonbebou
wing. Vandaar dat de gemeente Gouda -
ook hier geen uitzondering op het landelijke
patroon - een beleid voert dat is gericht op
het saneren van een aantal bedrijfsfunkties
en het versterken van de woonfunktie.
Zo staat in het Goudse Struktuurplan (de
cember 1981) dat veel bedrijven niet meer
in de binnenstad thuishoren, 'enerzijds om
dat door de bedrijfsuitoefening de woon
funktie in het gedrang komt, anderzijds uit
bedrijfseconomische overwegingen' (blz.
76). Over Binnenstad-West: 'een aktief
stadsvernieuwingsgebied, waar in het bij
zonder de woonfunktie zal worden versterkt
en in dat verband enkele bedrijven zullen
worden geholpen met verplaatsing'.
En over Korte Akkeren: 'Onbruikbare be
drijfsgebouwen zullen worden vervangen,
waarbij het accent ligt op woningbouw'
(blz. 16). Een groot deel van de bedrijfsge
bouwen langs de Turfsingel was, vanuit de
ze opvatting gezien, ten dode opgeschre
ven, en dit geldt ook voor de nog resterende
bedrijfsbebouwing in Binnenstad-West. (In
dit gebied zullen in de periode 1982-95 on
geveer 40 vestigingen met ca. 350 arbeids
plaatsen plaatsmaken voor ongeveer 750
woningen (blz. 37). In het Voorontwerp-
Bestemmingsplan Binnenstad-West (aug.
1981) worden de bedrijfsgebouwen opge
somd die-gaan verdwijnen: onder meer de
nog resterende bebouwing van de oude gas
fabriek, nu GEB-complex, aan de Hoge
Gouwe, de meeste bedrijven in het gebied
van Raam en Verloren Kost (o.a. de voor
malige Zuid-Holland) en de bedrijfsbebou
wing langs het Vest (blz. 25). Behouden
blijven onder meer de oude asschuur, de
molen De Roode Leeuw en een enkel pak
huis. Het gebied zal dus binnen tien jaar zijn
karakter van gemengd woon-werkgebied
verliezen en worden omgevormd tot een
woongebied met enkele verspreide be
drijfjes.
De meeste kwetsbare, en tevens meest be
dreigde, zone vormt het gebied van de sin
gels: Turfsingel, Kattensingel, Blekerssin-
gel en Fluwelensingel. Hoewel de Goudse
binnenstad met inbegrip van deze singel
wand is aangewezen als beschermd stadsge
zicht - onder meer vanwege de karakteris
tieke, met de historische ontwikkeling sa
menhangende struktuur en ruimtelijke kwa
liteit van het gebied' - wordt deze bescher
ming niet geëffektueerd. De vigerende be
stemmingsplannen bieden, middels bepalin
gen over hoogte, perceelbreedte en moge
lijkheid tot samenvoegen, in feite weinig
bescherming aan de singelbebouwing.
Een aantal bedrijfsgebouwen uit de periode
1850-1900 - hoewel integraal onderdeel
van de singelwand - wordt dan ook met
afbraak bedreigd, zoals onder meer de voor
malige wasserijen De Drie Notenbomen en
Het Wapen van Amsterdam.
BEDRIJFSGEBOUWEN BEDREIGD
Ook binnen een beleid, gericht op sanering
van oude bedrijfsbebouwing in de binnen
stad, zou plaats kunnen zijn voor een 'selec
tieve behoudstrategie', gericht op instand
houding van de meest waardevolle histori
sche bedrijfsgebouwen. Door de Vereniging
Behoud Stadsschoon en andere stedelijke
instellingen zijn hiervoor de afgelopen jaren
tal van voorstellen gedaan, zoals bijv. een
in te stellen gemeentelijke monumentenver
ordening en een hierop gebaseerde lijst.
Dergelijke voorstellen vinden weinig weer
klank bij de gemeente; al toont het College
van B en W zich in een recente brief aan de
Stichting Bedrijfsmonumenten Midden-
Holland bereid althans de financiële conse
quenties van zo'n monumentenverordening
te onderzoeken (brief van 25 juli 1984).
Zonder een slagvaardig gemeentelijk monu
mentenbeleid dreigen echter tal van oude
bedrijfspanden verloren te gaan.
De opstelling van de gemeente kan worden
geïllustreerd aan de hand van de verwikke
lingen rond vier bedreigde panden: het stati
on, De Drie Notenbomen, Het Wapen van
Amsterdam en de Garenspinnerij (G.M.G.)
Allereerst het station; een in 1870 in neo
classicistische stijl ontworpen gebouw, in
1944 ernstig beschadigd en vervolgens in
1949 van een nieuwe fagade voorzien door
de beroemde spoorwegarchitekt ir. S. van
Ravesteyn (1889-1983). De zuilengalerij
met beelden, die hij construeerde, mag als
zeer kenmerkend voor Van Ravensteyn's
architectuur worden beschouwd, maar geldt
tevens als zeer omstreden. In de jaren '70
opende de Nederlandse Spoorwegen over
leg met de gemeente over vervanging van
het gebouw door een nieuw complex, dat
zou passen in grootse plannen voor kanto-