63
ondergebracht. Aan de achterzijde zijn de
bijgebouwen gesloopt en is de hoofdverdie
ping toegankelijk gemaakt via een houten
trap en de 16de eeuwse doorgang. Helaas
moest veel metselwerk van de gevels worden
vernieuwd. Oorspronkelijk waren deze ge
vels waarschijnlijk van een dunne pleister
laag voorzien, waarvan aan de achtergevel
nog restanten zichtbaar zijn. Zowel voor het
behoud van het historische karakter als om
het nieuwe metselwerk enigszins te camou
fleren zou het gewenst zijn de gevels 'weer
van deze dunne pleisterlaag te voorzien. Dit
is echter nog achterwege gebleven, omdat
het teveel tegenstand ontmoette. Hoewel ten
behoeve van de huidige wooneisen veel con
cessies zijn gedaan, is toch veel van het
historische karakter van het pand bewaard
gebleven.
KANTOORPAND
Tweebaksmarkt 48
DE 'UTRECHT'
De 'Utrecht' van 1903, gebouwd naar ontwerp
van A. J. Kropholler en J. F. Staal. Het pand
bestaat uit een laag voorhuis met lichttoren en
een hoog achterhuis. Op het dak van de
lichttoren de pelikaansculptuur van Jozeph
Mendes da Costa. (foto Frans Andringa,
Leeuwarden).
Dit pand van de Levensverzekerings Maat
schappij 'Utrecht', voor de noordelijke pro
vincies is in 1903 en 1904 gebouwd naar
ontwerp van de architecten A. J. Kropholler
en J. F. Staal, leerlingen van de bouwmees
ter H. P. Berlage.
De architectuur geldt als een goed voorbeeld
van de bouwstijl in de vernieuwingsperiode
rond de eeuwwisseling.
Het pand bestaat uit een laag voorhuis met
lichttoren en een hoog achterhuis. In het
voorhuis zijn de hal en de wachtkamer on
dergebracht, het achterhuis heeft een kan
toorbestemming. Achter het hoofdgebouw
bevindt zich rondom een binnenplaats een
laag bijgebouw, waarin een toilet en een
keuken zijn ondergebracht.
De zes meter hoge kantoorruimte met het
oorspronkelijke meubilair in het achterhuis van
de 'Utrecht', Tweebaksmarkt 48, in 1904.
Wanden en plafond zijn opgenomen in het
stramien van het cassettenplafond. In de vensters
de stadswapens van de bijkantoren, tussen de
vensters en het plafond een fries van tegelborden,
eveneens met wapens, (foto Frans Andringa,
Leeuwarden)
De voorgevel wordt beëindigd door een af-
gesnoten topgevel. Deze is hoger dan voor
de functie noodzakelijk is, mogelijk ten be
hoeve van de massawerking in de straatwand
en om ruimte te creëren voor reclame. Bo
venin is de naam 'Utrecht' in het metselwerk
opgenomen; daaronder zijn twee gevelstenen
met leeuwen en het wapen van Utrecht aan
gebracht. Zowel deze gevelstenen als de pe-
licanensculptuur op het dak van de lichttoren
zijn vervaardigd door Jozeph Mendes da
Costa. De ingangspartij is iets teruggelegd,
waardoor enige plasticiteit in de gevel ont
staat.
Achter de dubbele ingangsdeuren bevindt
zich een circa één meter diepe ruimte. Deze
krijgt de functie van portiek, wanneer de
deuren in geopende toestand worden vastge
zet in een nis. De volgende dubbele open
slaande deuren, die helaas zijn verdwenen,
gaven toegang tot een vierkante hal. Deze
hal ontvangt daglicht via de toren. Bij don
ker kon een gaslantaarn, die dan vanuit het
plafond werd neergelaten, de ruimte ver
lichten.
In de vloer is een mozaïek met een pelikaan,
die zijn jongen voedt, aangebracht.
In de hiernaast gelegen wachtkamer is de fel
blauwe kleur van de wanden zeer opvallend.
Hier zijn een schouw en een loketwand aan
gebracht.
De zes meter hoge kantoorruimte in het ach
terhuis imponeert door de goede maat en
schaal, de materiaal- en kleurbehandeling en
de detaillering. Zowel de wanden als de
vloer zijn opgenomen in het stramien van het
cassettenplafond. In de zijgevels zijn ven
sters met gekleurd glas, waarin de stadswa
pens van de bijkantoren, geplaatst. Tussen
de vensters en het plafond bevindt zich een
fries van tegelborden, eveneens met wapens.
Onder de vensters zijn kasten geplaatst,
waarvan de deurtjes met goudenregens zijn
versierd. Een uit 1904 bewaard gebleven fo
to geeft deze ruimte met het oorspronkelijke
meubilair weer. Op de achterwand (de schei
dingswand tussen hal-wachtkamer en kan
toor) is een koperen paneel met klok en ver
wisselbare kalender zichtbaar.
Tot 1933 is het gebouw in gebruik geweest
als kantoor van de 'Utrecht'. Daarna heeft
het respectievelijk dienst gedaan als opslag
plaats en depot van landbouwmachine-on
derdelen. In 1976 werd het pand te koop
aangeboden en verkeerde het in zeer desolate
toestand. De gekleurde vensters in de rechter
zijgevel waren verdwenen. Op de wandkas
ten was een verdiepingsvloer aangebracht en
veel onderdelen waren beschadigd. Het toilet
en de keuken in het lage bijgebouw waren
gesloopt en de binnenplaats was overdekt.
In 1978 en 1979 is het pand door de stichting
'Renaissant', (een restauratie-schilderbe-
drijf) gerestaureerd en als atelier in gebruik
genomen. Daarbij is het interieur weer ge
heel in ere hersteld. Om de voormalige kan
toorruimte te sparen is het bijgebouw met
een verdieping verhoogd waar het atelier is
ondergebracht.
Literatuur:
A. J. Kropholler en J. F. Staal en het kantoorpand
voorde 'Utrecht' te Leeuwarden. Peter Karstkarel en
RienkTerpstra in: Bulletin K.N.O.B., afl. 1, 1978