De Leeuwarder binnenstad: winst en verlies DOOR HENDRIK TEN HOEVE* 57 'Ruimtelijk structureel wordt de Leeuwarder binnenstad bepaald door een volledig stelsel van singels, met daarbinnen een aantal grachten en terpen 'Ondanks een aantal dempingen en enkele bouwkundige verstoringen kan gesproken wor den van een in cultuur-historisch opzicht zeer belangwekkend stadsgebied' (Uit: Toelichting op de aanwijzing van Leeuwarden tot beschermd stadsgezicht, 1983) Op 26 mei 1965 aanvaardde de gemeente raad van Leeuwarden een plan voor de bin nenstad, het zogenaamde herziene 'plan- Kuiper'. Dit plan heeft tot 1974 het binnen- stadsbeleid in Leeuwarden bepaald. Dat heeft voor Leeuwarden nare gevolgen gehad. Van een echt binnenstadsplan was eigenlijk ook geen sprake, omdat het hoofdzakelijk een verkeersplan was, waarin alles onder geschikt werd gemaakt aan het gemotori seerd verkeer. Een breed stelsel van wegen rond de binnenstad en doorbraken in de meest kwetsbare delen daarvan waren de uitgangspunten. Dit plan is een eigen leven gaan leiden en heeft met name de verloede ring en verpaupering van het noordelijke deel van de binnenstad ten gevolge gehad. Op basis van dit plan werd een aantal civiel technische werken uitgevoerd. Zo werd de Groeneweg (spottend de Zwarte Baan ge noemd) tussen binnenstad en Prinsentuin gerooid. Het karakteristieke Vliet werd ge dempt en de veel te brede nieuwe Prins Hendrikbrug maakte scheepvaartverkeer door de zuidelijke stadsgracht onmogelijk. PRAATSTUK Pas aan het begin van de zeventiger jaren begon het Leeuwarder gemeentebestuur, vooral onder druk van buitenaf, zich te rea liseren dat een binnenstadsbeleid gebaseerd op doorbraken, sloop en optimale bereik baarheid voor de auto eigenlijk niet meer kan. Daarom werd in 1972 een 'praatstuk' in de publiciteit gebracht, dat de tongen behoorlijk los maakte. Niet in het minst omdat er nog veel controversiële punten uit de oude plannen in waren opgenomen, zo als een doorbraak over de noordelijke stads- terp, een nieuwe brug over de stadsgracht bij de Oldehove, parkeergarages midden in de stad en een stelsel van nieuwe wegen rond de binnenstad. Door het praatstuk kwam een brede discus sie op gang, waaraan werd deelgenomen door actiegroepen, politieke partijen, archi tecten, stedebouwkundigen, middenstan ders en particulieren. Deze discussie heeft twee jaar geduurd. Intussen verschenen er nog een doeleindennota, een discussienota, werden talrijke hearings en een aantal infor matieve raadsvergaderingen gehouden. Pas in augustus 1974 werd het structuurplan voor de Leeuwarder binnenstad definitief vastgesteld. Een totaal ander plan dan het praatplan uit 1972. Nu, bijna elf jaar later, vind ik het nog steeds een goed plan. De meeste van de opgenomen standaard-, richt- en objectdoe len betrekking hebbende op waarden, leef baarheid en functies hebben hun geldigheid behouden. Nu, na ruim 12 jaar, moet de vraag worden gesteld hoe er in de (politie ke) praktijk met deze, soms prachtige, doel stellingen is en wordt gewerkt. KEERPUNT Eerst moet opgemerkt worden dat de vast stelling van het structuurplan 1972 een keerpunt is geworden in het beleid ten aan zien van de binnenstad, stadsvernieuwing, verkeer en monumenten. Het respect voor de oude stad is teruggekeerd, de waarde ervan is men zich bewust geworden en de weg van doorbraken, sloop en dempingen is verlaten. De binnenstad is in de algemene belangstelling gekomen, met als gevolg een groot aantal activiteiten, initiatieven en plannen. Ik noem er een aantal: - Er is een initiatiefgroep 'Wonen in de binnenstad' opgericht mét als doelstelling herstel en uitbouw van de woonfunctie in de binnenstad. Vanuit een eigen projectbureau (gesubsidieerd door de gemeente) worden allerlei activiteiten en acties van bewoners begeleid, gecoördineerd en gestimuleerd. Daarbij wordt het gemeentebestuur bijzon der critisch gevolgd. - Er is in Leeuwarden een N.V. Stadsher stel opgericht, die er in is geslaagd een aantal belangrijke panden te behouden en opnieuw voor bewoning geschikt te maken. - De Leeuwarder Stadsvernieuwingskor- poratie maakt het particulieren in de bin nenstad mogelijk op betrekkelijk goedkope wijze hun panden te renoveren. - In 1976 is er een gemeentelijke monu mentennota vastgesteld. - Een nieuw ingestelde commissie-Monu mentale Architectuur heeft een inventarisa tie gemaakt van nog niet beschermde, waar devolle architectuur. Hierbij is veel aan dacht besteed aan bouwkunst van na onge veer 1850. Het gevolg is geweest dat de rijkslijst met 35 objecten is uitgebreid. - In gemeentelijke dienst is een kunsthisto ricus bezig met beschrijven van de be schermde monumenten. - De Stichting Moderne Architectuur Friesland heeft een aantal belangrijke publi caties over jonge bouwkunst in Leeuwarden het licht doen zien. - De Leeuwarder binnenstad is aangewe zen tot beschermd stadsgezicht. - In vervolg op het structuurplan zijn er voor de gehele binnenstad bestem mingsplannen vastgesteld of in voorberei ding. - In 1978 is een verkeersstructuur- en uit werkingsplan vastgesteld. Een van de hoofduitgangspunten van dit plan is: 'het behouden van de karakteristieke en veelal historisch bepaalde waarden van de binnen stad met betrekking tot de stedebouwkundi- ge en architectonische gegevenheden. De Groeneweg (rechts op de foto)/hoek Schoenmakersperk, die gerooid werd voor de aanleg van een brede verkeersbaan. De heer H. ten Hoeve is lid van de Gemeenteraad van Leeuwarden en in die functie sterk betrokken bij het beleid van de historische stad.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 21