Oldehove 54 DOOR H.J. ZIJLSTRA*) De scheve, kromme en nooit afgebouwde toren de Oldehove. In onmogelijk korte tijd, van najaar 1972 tot begin 1974, werd de restauratie volbracht, waarin al in de beginfase het materiaal 40 meter omhoog moest worden gebracht. I- 5 De scheve, kromme en nooit afgebouwde toren de Oldehove beheerst al zo lang het Leeuwarder stadsbeeld dat hij welhaast on vermijdelijk het onderwerp van allerhande verhalen moest worden. Eén van de belang rijkste is, dat hij ooit als vuurbaak aan de Middelzee, een vroeg-middeleeuwse binnen zee, die Friesland vrijwel doormidden sneed, is gebouwd. Niets is minder waar, want toen met de bouw van de Oldehove werd begon nen (1529) was de Middelzee al bijna twee eeuwen door dichtslibbing verdwenen. Uit archeologische onderzoekingen is geble ken, dat zich op de terp Oldehove omstreeks 1100 reeds een tufstenen kerkje bevond, dat vermoedelijk vele tientallen jaren een voor ganger heeft gehad in een houten schuur- kerk. In de 13de eeuw heeft men plannen gehad het tufstenen kerkje te vervangen door een grotere kerk. Men is echter nooit verder gekomen dan de aanleg van de funderingen. Pas in de 15de eeuw begon men met de bouw van een nog weer grotere driebeukige basi liek, de Sint Vituskerk. In het begin van de 16de eeuw werden er plannen gemaakt voor een grote kruiskerk met een toren, de Olde hove. Afgeleid van de omvang van de kruis kerk had de Oldehove zeker een hoogte van 80 meter moeten krijgen. Over de vormge ving kunnen we slechts gissen. Voor de bouw van deze geweldige kerk de den de Leeuwarders een beroep op alle Frie zen en niet vergeefs, want weldra stroomden de giften binnen: niet alleen in geld maar ook in 'natura' in de vorm van bouwmaterialen. Er werd zelfs een steenbakkerij even ten oos ten van Leeuwarden verhuurd onder het be ding, dat van elk baksel stenen 7.000 stenen 'der kercken ten profyte' moesten worden geleverd. Een ander middel om tot realise ring van de voorgenomen bouwplannen te komen was het opleggen van steenboeten. Had men een burgerlijk of geestelijk misdrijf begaan dan kwam de schandpaal of 'juffertje driestreng' er niet meer aan te pas maar werd men eenvoudig veroordeeld tot het leveren van zoveel stenen, een hoeveelheid kalk of andere bouwstoffen Op 28 mei 1529 was het dan zo ver, dat het stedelijk bestuur van Leeuwarden en de kerkvoogden van Oldehove aan de uit Duits land afkomstige meester Jacob van Aken de bouw van een nieuwe toren en kerk te Olde hove opdroegen. Als beloning kreeg deze bouwmeester acht stuivers per dag, een vrije woning en gedurende de zes jaar, waarop de bouw geschat werd, elk jaar een 'eerlyck niuw kleid'. Acht stuivers lijkt weinig, maar in vergelijking tot de daglonen van de hand werkslieden, die aan de kerk en toren werk ten, mag toch wel van een redelijke beloning worden gesproken. Die handwerkslieden verdienden namelijk één braspenning per dag. Dat was zes centen en zij moesten het stellen zonder een jaarlijks 'doorwerkpak' Bouwmeester Van Aken was van huis uit vrij stevige bouwgrond gewend en het bouwen op de Friese klei was voor hem zonder twij- De heer H.J. Zijlstra is beleidsmedewerker bij de gemeentelijke Dienst Monumentenzorg Leeuwarden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 18