48 Vogelvluchtplattegrond uit 1632 met gezicht op de zuidzijde van de Jacobijnerkerk. Duidelijk is de spits te zien van het laat 15de eeuwse torentje op de scheiding van schip en koor, dat bij de laatste restauratie is gereconstrueerd, (zie 5) BOUWVOORSCHRIFTEN Door de snelle toename van het aantal kerk gebouwen achtte één van de belangrijkste leiders van de orde, Hubertus de Romans, rond het midden van 13de eeuw het opstellen, van bouwvoorschriften wenselijk om een eenheid in de architectuur van de klooster kerken te bewerkstelligen. De H. Dominicus bepaalde de hoogte van het muurwerk van het klooster op 12 voet en de afstand tot de nok van het kloosterdak op 20 voet. Alleen in het koor en de sacristie was een overwel ving in steen toegestaan terwijl marmer en mozaïek geweerd moesten worden. Door de toepassing van de verschillende bouwwijzen in de streken waar zij zich vestigden, was het echter moeilijk om de verordening van de bouwhoogten te handhaven. De Jacobijnerkerk in Leeuwarden is tot de nok 23 meter hoog geworden; het schip is 48 meter lang en 8 meter breed. De koorsluiting wordt gevormd door vijf zijden van een niet helemaal regelmatige vijfhoek. Aan de noordzijde is bij het begin van de bouw een zijbeuk gebouwd waarvan de scheidings muur door bogen en vier ronde bakstenen zuilen gedragen wordt. De muren hiervan zijn gemiddeld 1.40 m dik, de diameter van de zuilen is 1.30 m. De kerk is opgetrokken uit rode en gele kloostermoppen. Aan de kap moet omstreeks het jaar 1300 begonnen zijn: de bouw van de kerk zal derhalve waar schijnlijk van 1275 tot 1300 geduurd heb ben. Zowel het koor als de zuidmuur werden voorzien van forse steunberen wat er, even als de niet voltooide schalken aan de binnen zijde, op wijst dat er plannen waren (die evenwel nooit uitgevoerd werden) om de kerkruimte van stenen gewelven te voorzien. De beren aan de zuidzijde van de kerk zijn weggebroken toen de zuidbeuk met drie (en bij de uitbreiding over de gehele westzijde), later met vier dwarskapellen werd gereali seerd. Aan de buitenzijde ontving de verder eenvoudige kloosterkerk een opmerkelijke versiering. Het koor en de zuidelijke gevel Interieur van de Jacobijnerkerk met gezicht op het orgel, dat door Christiaan Muller rond 1725 werd gebouwd. Het oorspronkelijke, 16de eeuwse orgel bevindt zich in de Westerkerk te Amsterdam. Aan de rechterzijde van deze foto ziet men de zuilenrij, die het schip scheidt van de noordbeuk.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 12