4 t 46 mee.' In de directe nabijheid (Hoeksterpad) heeft de sloper zijn werk al gedaan; met de nieuwbouw van een kolos voor bejaarden huisvesting is een begin gemaakt. De hoog bouw lijkt als achtergrond funest voor de gevels langs de Tuinen. Geerts: 'Dat is een compromis. Je kunt zeggen: het is mooi of het is niet mooi. Het had anders gemoeten, maar het is niet anders geworden. Nou ja, dar heeft ook te maken met dat dingen niet zwart-wit zijn, maar het gevolg van afwegin gen. Die kunnen uiteindelijk resulteren in iets waar je met z'n allen niet helemaal blij mee bent.' 'Kaalslag hoeft niet onmogelijk te zijn in de binnenstad. Ik bedoel, deze stad is gegroeid tot wat 'ie is, óók door kaalslag. Er werden andere dingen gebouwd. Het verschil met vroeger is dat we op het ogenblik middenin een gigantische stadsvemieuwingsoperatie zitten. De gemeente stopt er met inbegrip van de schilgebieden 265 min in; dik 100 min. gaat naar de binnenstad. Dat is een trein die over de stad heendavert en die het beeld natuurlijk ongelooflijk snel aantast, veran dert. Sneller dan het ooit gegaan is...' Die snelheid en de omvang van de operatie ma ken volgens Geerts het dilemma nog duide lijker. 'We bouwen hier nu zoveel nieuw, dat de bouwkunst van heden sterk bepalend wordt voor het beeld straks en ook voor de toekomst. Laat ik zeggen, de bouwkunst van de jaren '80 wordt heel dominant. Je kan ook misschien wel zeggen té dominant. Het kan een reden zijn om panden die architectonisch misschien niet eens zo waardevol maar ken merkend zijn voor bijvoorbeeld eind 19de eeuw, om die toch maar te laten staan. Om dat ook die architectuur zichtbaar moet zijn in de stad.' Dat er iets moet veranderen was duidelijk. Geerts vertelt hoe hij in de twaalf jaar als raadslid het beeld zag veranderen tot dat van een echt verpauperde binnenstad. Als je op een dak ging staan zag je nauwelijks meer daken die dicht waren. Dat er bij het vele wat er nadien gedaan is, ook wel eens lelijke dingen zijn neergezet, neemt hij op de koop toe. Daar tegenover staat weer dat er met voortvarendheid ook veel goeds van de grond kon komen. Neem bijvoorbeeld de verbouwing van de Prins Frederikkazerne tot wooncomplex (Heemschut, juni '84). Geerts heeft er zelf veel toe mogen bijdragen en hij is trots op het resultaat. 'Voor mij was dat één van de belangrijkste dingen. En zo zie je dat er ook wel eens wat goed gaatNou ja, er gaat hier redelijk veel goed...' Hij wijst ook op de mogelijkheden die recent zijn ge vonden voor het behoud van het St. Antho- nygasthuis en van de historische tuin van het stadhouderlijk hof die erop aansluit. Geerts: 'Ik heb daar ook weer mee ontdekt, als je maar lang genoeg volhoudt, dan win je toch ÉÉN PORTEFEUILLE Het kunnen knokken voor zijn stad doet hem duidelijk iets, ondanks het feit dat hij door zijn 'joekel van een portefeuille' regelmatig met zichzelf in de strijd moet. Bij deze laat ste woorden worden wel vaker vraagtekens gezet, beaamt Geerts. Hij vindt zelf ruimte-, lijke ordening, volkshuisvesting en monu mentenzorg in één portefeuille heel goed werkbaar. Conflicten en conflictjes doen zich altijd wel ergens voor. Zo wordt het aspect van archeo logie nogal eens vergeten. Geerts zelf ervaart het als een gebrek aan organisatie. 'Ik vind het doodzonde dat als wij in die stad aan het graven zijn, dat we ook niet eens even kijken naar wat er was en of je daar ook resten van kan vinden.' Hij heeft wel eens hoofdschud dend bij rioleringswerken gestaan, waar met bulldozers het verleden werd weggevaagd. Bij bouwwerkzaamheden op één van de twee Leeuwarder terpen, die van Nijehove, schroomde hij niet persoonlijk in te grijpen en het werk een week stil te leggen voor archeologisch onderzoek. 'Als je daar wat aan kan doen, dan moet het eventueel maar wat geld kosten. Ik vind het doodzonde. Je kan zoiets maar één keer doen en als je erop inramt is het spul weg. De afspraken zijn niet zo waterdicht als ik had gedacht. Dat er wat aan gebeurt vind ik bijzonder belangrijk. Ar cheologie is een belangrijk onderdeel van de hele monumentenzorg Wethouder Geerts heeft zich in de actie 'Tengels af van de terp' ooit opgeworpen als criticaster van het stedebouwkundig beleid. Daarom tot slot aandacht voor het actiewe zen. Leeuwarders hebben hun wethouder het afgelopen halfjaar op affiches in de stad zien hangen als 'Kees de sloper'. Hoe denkt wet houder Geerts ('Kees' voor vriend èn vijand) daar zelf over? 'Ja, dat had onder andere te maken met het Amelandshuis en dat daar achter de Bonifatiuskerk. Ik denk dat die club die mij dat toerekent niet helemaal be grijpt hoe besluiten worden genomen. Maar, laat ik zeggen, het houdt de mensen wel wakker en je moet geprikkeld kunnen wor den. Zoals ik in '72 zelf heb meegedaan met zo'n groep, heel intensief en het heeft ge werkt. Prima. Ik vind het geweldig dat men sen zich druk maken om dat soort zaken. Beter dan die lauwe houding van voor de televisie kaashapjes zitten eten. Laat ze maar komen, en als ze wat onredelijk overkomen, moet je daar als bestuurder maar tegen kun nen. Of ik me 'Kees de sloper' voel? Nééé, niet in het minst. Dirk van der Meuten ÈieiiBikt Sloop van het weliswaar door brand ernstig aangetaste, maar daarna zeker nog niet slooprijpe, Amelandshuis aan de Voorstreek. Op de achtergrond de toren van de Bonifatiuskerk. Foto's Monumentenzorg Leeuwarden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 10