21 enige erfgename. De stichting moest de bouw en het beheer van een bejaardenhuis voor deze dames op zich gaan nemen. Mevrouw Knoll, die ook nog op soortgelijke wijze 'minvermogende kapiteins van koop vaardijschepen' met een tehuis bedacht, hield zichzelf intensief bezig met de vormge ving van het damesgesticht. Het moest een rood bakstenen, op de Engelse neo-gothiek geïnspireerd gebouw worden. De ingang zou door een hoofdtoren sterk geaccentueerd worden. Aan de achterkant steekt de conver satiezaal als een kapel uit. Het ontwerp laat om een grote binnentuin in carré-vorm, waarlangs een wandelgang loopt, zestien woninkjes zien met elk een kamer, een kast, een slaapkamer met bedstee, een keuken en een wc. Deze tekening diende als uitgangs punt voor architect Van Looy, die in het Amsterdam van rond de eeuwwisseling ook het huidige Metz-gebouw aan de Leidse- straat, Frascati in de Nes en het gebouw van New York Life Insurance Company bouwde. ART NOUVEAU Het bejaardenhuis is een voorbeeld gewor den van traditionalisme in de bouwkunst. De directe invloed van neo-stijlen wordt daarbij getemperd door meer moderne stromingen als de Art Nouveau en de architectuur van Berlage. De gevelindeling is sterk symme trisch en Berlage doet zijn invloed gelden in een sterk ambachtelijk gebruik van materi alen. Het gebouw bestaat uit drie etages met aan de zuid-westgevel slechts een begane grond etage, zodat het zonlicht de tuin goed kan binnen treden. Van buiten zijn de gevels van rood en grijs baksteen, aan de tuinzijde is het muurwerk van gele baksteen. Mevrouw Knoll bepaalde ook dat de eet-, conversatie- en leeszalen (waar nu een artotheek is geko men) izouden worden uitgevoerd in Louis XVI-stijl. De regentenzaal op de begane grond moest in Empire-stijl en de rustkamer op de eerste verdieping in Queen Anne-stijl worden uitgevoerd. Deze vertrekken kregen fraaie betimmeringen, prachtige kroonluch ters, rondbogige glas-in-lood-ramen en veel versieringen. Ook de woonvertrekken zijn fraai betimmerd met houten panelen. Het trappenhuis werd schitterend uitgevoerd in Art Nouveau met een mooi smeedijzeren trap. Het tehuis werd van allerlei comfort voor zien zoals een lift en warmwaterkranen en telefoon op elke kamer. Het was zo luxueus, dat koningin-moeder Emma, die in 1912 toen het gebouw gereed kwam op bezoek kwam, zich liet ontvallen, dat ze het eigen lijk te luxueus vond opgezet voor 17 dames. STAKING De bouw zelf ging bijzonder traag. De plan nen werden eerst vertraagd doordat een ver familielid van mevrouw Knoll een deel van de erfenis opeiste. Pas vier jaar na haar dood in 1900 kon de bouw worden aanbesteed. In 1910 stond het echter nog steeds in de steigers. Toen de tweede verdieping af was brak er namelijk een staking uit, die een half jaar duurde. Het toen nog niet afgedekte ge bouw werd in die tijd erg vochtig, zodat het daarna weer twee jaar drooggestookt moest worden alvorens men verder kon bouwen. In 1912 kon het bejaardenhuis eindelijk in gebruik worden genomen. Al snel bleek in de economisch slechter wordende tijden, dat het gebouw wel erg luxueus was opgezet en werd de zolderetage, die aanvankelijk was bestemd voor het personeel ook door dames betrokken. komstige bewoners, die dat veiliger en pret tiger vonden. Met een eenvoudige ingreep, het afgrendelen van deuren, kon dat worden gerealiseerd. Maar dat betekende bijvoorbeeld, ook, dat de rondlopende gang om de tuin niet langer in zijn geheel bewandeld kon worden, wat eigenlijk wel jammer is. Samen met de nieuwe bewoners werd tevens per woongroep een gemeenschappelijke ruimte en ruimte voor een kinderkamer gezocht. De artotheek in de voormalige eet-, conversatie- en leeszalen. Iedereen kan lid worden om kunstwerken te lenen voor minimaal 3 maanden en maximaal 1 jaar. Informatie over openingstijden: 020-681753. Foto: Maryla Nienhuis, Amsterdam. NIEUWE FUNCTIES In de jaren zeventig besloot de Otter-Knoll Stichting tot nieuwbouw in Amstelveen en kwam het gebouw vrij voor een andere be stemming. De gemeente Amsterdam kocht het gebouw op en gaf de werkplaats voor architectuur Utrecht opdracht na te gaan of het gebouw geschikt kon worden gemaakt voor woongroepen en begeleid wonen voor onbehuisden. Met enkele kleine ingrepen te gen lage kosten bleek dat te kunnen. Archi tect Smulders vertelt ons, dat de ruimtelijke indeling vrijwel geheel kon worden gehand haafd maar dat wel de functies van het ge bouw wat veranderden. Samen met de toe komstige bewoners werd besloten het ge bouw te compartimenteren, waarbij het werd opgedeeld in vijf delen met elk een eigen entree. Alle drie de woongroepen kregen een stuk van het gebouw toebedeeld, de mensen van Huisvesting voor Onbehuisden even eens; in het souterrain kwamen enkele ate lierruimten en de vroegere conversatie- en eetzaal kreeg als nieuwe bestemming een artotheek. De bewonersgroepen en de bezoekers van de artotheek zouden alleen toegang krijgen tot eigen wooncompartiment resp. de artotheek. Dat was op uitdrukkelijke wens van de toe- De bouwkundige werkzaamheden van de aannemer beperkten zich verder tot het doen van 'groot onderhoud', zoals het vernieuwen van installaties, het waterdicht maken van de kelder, reparatie aan natuursteenwerk en het meest nodige schilderwerk. Aan de bewo ners zelf werd de verdere afwerking zoals het stuken en het schilderwerk binnen overgela ten. Die beperkte opdracht aan de aannemer was onontkoombaar, wilden de huurlasten zo laag mogelijk blijven. Er kon daardoor een huur uitrollen van ongeveer 250 gulden gemiddeld per bewoner, excl. service- en verwarmingskosten KWESTIE VAN GELD Was het mogelijk de inrichting en het aan zicht van het gebouw zoveel mogelijk in tact te houden, vroegen we de architect Smul ders: 'We hebben zo voorzichtig mogelijk gewerkt, maar het beperkte budget maakte het bijvoorbeeld niet mogelijk de betimme ringen en het mooie smeedijzeren hekwerk te repareren. Alleen al het repareren van het mooie hek om het gebouw heen zou wel een ton hebben gekost. En reparatie van de fraaie dakhekken wel twee ton. Gelukkig voelden de bewoners zelf niet voor het handhaven van het hek rond het gebouw omdat dat veel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 7