Overschat de hedendaagse
architekt zijn kunnen?
35
Kunst heeft kennelijk iets met emoties te
maken, vandaar dat ook over de bouwkunst
velen zich enorm kunnen opwinden. Die op
winding wordt nog groter als dierbare pan
den en plekken op zekere dag, al dan niet
verkrot, aan onbarmhartige krakers en/of
slopers ten offer vallen. Het grootst als het
monumenten betreft of daaraan gelijk te stel
len panden, die al dan niet na stelselmatige
verwaarlozing verdwijnen.
Wat komt ervoor in de plaats? Waarschijn
lijk zullen weinigen als uitgangspunten be
strijden: gelijke vorm, maat (vooral hoogte),
kleur en materiaal. Zoals ieder gebouw een
passende omgeving moet hebben, moet een
omgeving met passende gebouwen worden
aangevuld.
De theorie is mooi, maar de praktijk blijkt
vaak anders. Een architekt zal de behoefte
hebben, iets persoonlijks en eigentijds te
bouwen. Sommige architekten (en wethou
ders) huldigen daarbij het standpunt dat de
mooiste vorm van harmonie juist het kontrast
is. Talloze voorbeelden zijn daarvan te ge
ven. Ik noem er een paar: de beruchte 'Dra-
ketand' pal naast de Drakenburgh, een van
Utrechts oudste huizen; het eerste ontwerp
voor de nieuwe toneeltoren van de Groninger
stadsschouwburg; de universitaire vrouwen
kliniek, zichtbaar in grote delen van hetzelf
de Groningen, in de as van de historische
Noorderhaven; de wolkenkrabber die on
danks verbod toch zichtbaar is op de Brussel
se Grote Markt; het oudere voorbeeld van het
torengebouw bij de Antwerpse Schoen
markt. Er is niets nieuws onder de zon: we
hoeven maar te denken aan het Amsterdamse
stadhuis-paleis op de Dam en in feite alle
oude kerken. Het verschil is echter de nieu
we harmonie in die oudere gevallen en vaak
de disharmonie bij veel moderne. Bovendien
kunnen we ons afbragen of welbewuste brute
polarisatie niet een verouderde gedachte is
uit de jaren 1960. Dat neemt niet weg dat
nivellering tot dodelijke saaiheid leidt. Het
gaat om een weldoordacht evenwicht.
We zijn gewend geraakt en daardoor gehecht
aan een binnenstadsbeeld uit de 18e/19e
eeuw, zonder de trapgevels en met rechte
kroonlijsten. Ook vroeger werd ijverig ge
sloopt en gemoderniseerd. Velen betreuren
echter niet zomaar de mateloze modernise
ringsdrift van de vorige eeuw diep. We zou
den graag de oude vestingwallen, grachten
en molens terugzien, die nu toeristische trek
pleisters zijn daar waar ze behouden zijn
gebleven. Wat ervoor in de plaats is geko
men, is immers kwalitatief vaak minder: de
dodelijk saaie bebouwing uit de jaren 1880
en volgende, lelijke fabrieksgebouwen, saaie
wegen of in onze dagen de ene onbewoonba
re flat na de andere in een slechte imitatie
van het Bauhaus. Het andere materiaal, de
andere afmetingen en vooral de uniformiteit
uit economische noodzaak vloeken met de
oude omgeving.
Amsterdam lijkt weinig meer op de stad uit
de 17e eeuw, maar als we in het tegenwoor
dige tempo doorgaan met het maken van
doorbraken, het moderniseren, het opruimen
van versleten panden, het scheppen van on
nodige kantoorruimte e.d. zullen we over
een halve eeuw de stad nog nauwelijks her
kennen - een stad die juist door zijn histori
sche sfeer voor duizenden attraktief is. Kunt
u zich voorstellen dat Amerikaanse toeristen
zich per rondvaartboot laten vervoeren langs
al dan niet leegstaande Amerikaanse kan
toorkolossen?
Leren we niets van de Amerikaanse ontwik
kelingen? Willen ook wij de troosteloze ver
krotting van hele wijken als in New York?
Willen ook wij een verzameling autorenba
nen, omzoomd door reklame en verweg ein
delijk bewoonbare oorden? Bij ons zijn er
gelukkig sterkere tegenkrachten, maar onge
breidelde spekulanten maken de aanpak al op
vele plaatsen buitengewoon moeilijk: denk
aan de jarenlange verkrotting aan de Amster
damse Prins-Hendrikkade.
Hedendaagse architekten weigeren vaak te
'imiteren' (behalve dan de internationale
stijl). Sommigen willen ons zelfs laten wo
nen in kubussen-op-een-punt of bollen. In dit
opzicht verschillen ze weinig van die beel
dende kunstenaars die menen dat ze liefst
ieder jaar met iets totaal nieuws moeten ko
men, waar het zeer brede publiek geen enke
le belangstelling voor heeft, maar de ge
meenschap wel de middelen voor moet four
neren. Men vergeet dat vormen uit de klas
sieke oudheid eeuwenlang gebruikt zijn en
dat navolging niet alleen geen schande was
en is, maar ook tot voortreffelijke resultaten
heeft geleid.
Wij stellen andere eisen aan bewoonbaarheid
Munsterstraatje, Groningen.
Door de heer Mijjer als voorbeeld van
disharmonie gekozen. Door deze 'Mondriaan'-
stijl wordt de oude achtergevel van het pakhuis
links zijns inziens 'weggedrukt'. Of verdragen
deze twee op zichzelf staande gevels elkaar juist
wèl? Foto Gerard Til, Groningen