Landhuis Verwolde
opnieuw geschilderd
5
EEN TERECHTE BESLISSING?
Enige tijd geleden ontving Heemschut van de Heer Crommelin uit Laren (Gld) de volgende
open brief aan de Stichting Vrienden der Gelderse Kastelen te Arnhem:
VERWOLDE DOOR DE VERFKWAST VERKNOEID
Zeer geacht bestuur,
Onder dagtekening van 5 juli 1983 schreef ik
u een brief om mijn afschuw en verdriet te
doen blijken over het schilderen van de na
tuursteen-elementen in de voorgevel van het
huis Verwolde te Laren Gld.
Bij brief van 29 september d.a.v. gaf u een
reactie, eindigende met de zin: 'Wellicht, dat
bij u na een periode van gewenning toch
enige waardering zal ontstaan voor het her
nieuwde uiterlijk van het huis.' Uw reactie
kon mij niettegenstaande de bijgevoegde
kunsthistorische beschouwingen van uw di
recteur in genendele overtuigen, maar ik
gunde u en mijzelve een periode van 'gewen
ning' alvorens te antwoorden. Helaas moet
ik u thans laten weten dat ook na een jaar
geen enkele waardering in mij is wakker
geroepen voor het 'hernieuwde' uiterlijk van
het huis, dat in tegendeel mijn weerzin nog is
toegenomen, zozeer, dat ik mij gedrongen
voel mijn critiek onverkort te herhalen, maar
thans in het openbaar door middel van deze
open brief in 'Heemschut'.
Verhalende over het huis Warmelo te Die-
penheim schreef Craandijk in zijn 'Wande
lingen door Nederland':
,o wee! het middenstuk van den
voorgevel is een slagtoffer geworden van
den oppergod onzer tegenwoordige architec
ten, die alles met hun eentonigen portland-
sche cement besmeren, om het mooi te
makën.'
In welke nog krassere bewoordingen zou
Craandijk zich hebben geuit, ware hij gecon
fronteerd met de oppergod onzer tegenwoor
dige restauratie-architecten, hun manie om
alle natuursteen met verf te besmeren?
Immers voor het besmeren van baksteenge
vels met cement in de 19de eeuw waren ter
verontschuldiging tenminstse nog logische
argumenten aan te voeren, zoals in sommige
gevallen het weren van vochtbezwaren of in
andere de wens tot imitatie van natuursteen.
Dan werden in de cement schijn-voegen aan
gebracht en werd deze zodanig behandeld en
beschilderd, dat de illusie werd gewekt met
een rijke natuursteen-gevel te doen te heb
ben. Zoals men veel eerder al in interieurs
met kunstig schilderwerk hout de schijn van
marmer gaf. Hier is sprake van het mooier en
duurder doen schijnen, dan de bouwer zich
veroorloven kon. Men wilde meedoen met
de rijk van natuursteen voorziene kastelen en
landhuizen in het buitenland, waar dit mate
riaal anders dan hier voorhanden was.
Hoeveel krommer is het in het Verwoldse
geval, waar van het omgekeerde sprake was.
Het natuurlijk materiaal werd weggeschil-
derd en de schijn gewekt of we met imitatie
te doen hebben! Zelfs de logica is hier zoek.
De voorgevel van Verwolde werd bij de
bouw in 1776 - onder architect Schonck - rijk
versierd met zandsteen: het middenrisaliet
met tympaan, de hoekpilasters en tussen de
beneden- en bovenramen cartouches met fes
toenen, alsmede de fraai gevormde venster
banken. Aldus werd het zachte rood der bak
stenen gevat in de wonderschoon daarmede
harmoniërende lichtgrijze - dankzij de na
tuursteen-structuur en de patine - levendige
kleur van het zandsteen.
De gevel ademde een afstandelijke voor
naamheid en had een pure, betoverende
charme. In die esthetisch evenwichtige staat
werd het huis aan uw stichting door de fami
lie, die het sedert de bouw bewoonde, toe
vertrouwd, maar het zou deze helaas niet
lang behouden. De zandsteen is door uw
zorg tot diep in de poriën volgesmeerd met
verf in, zoals u schrijft, 'zandsteehkleur'!
(Vergelijkt u eens beide bijgevoegde kleu
renfoto's van vóór en na deze behandeling en
constateert u hoe pijnlijk uw opvatting van
zandsteenkleur afwijkt van de werkelijke tint
van het natuurlijk materiaal. Helaas kunnen
Verwolde, voordat in 1983 de natuursteen van de gevel werd geschilderd. Zonder die beschildering
komt het reliëf van de natuursteenelementen, zoals festoenen, wapen en guirlandes, goed tot zijn recht.